Mpanzu Bamenga: Nederland als baken van hoop

Op het stadhuis in Amsterdam is het Eindhovense gemeenteraadslid Mpanzu Bamenga geen onbekende. Tijdens het interview wordt geregeld op de deur geklopt door gemeenteraadsleden die hem willen feliciteren met de titel van Mensenrechtenmens 2021. Vorig jaar, op de Internationale Dag voor de Rechten van de Mens, kreeg hij deze titel uitgereikt voor zijn strijd tegen etnisch profileren.

tekst Leonie Francien Sellies
Dit stuk verscheen in februari 2022 in Democraat, het ledenblad van D66.

Mpanzu Bamenga - Beeld: Martijn Beekman

Drie jaar eerder werd Bamenga op Eindhoven Airport door de marechaussee uit de rij gehaald. “Witte mensen mochten doorlopen en zwarte mensen werden staande gehouden,” vertelt Bamenga. “De marechaussee-beambte die ik hierop aansprak, zei dat hij bevoegd was om dit te doen. Het leek alsof ik tegen een muur praatte.” Bamenga diende een klacht in, die uiteindelijk resulteerde in een rechtszaak.

Wat maakte dat je die dag besloot het hier niet bij te laten?

“Ik vloog die dag terug uit Italië. Vanaf een vrijheidsfestival, dat op het eiland Ventotene, waar Mussolini zijn politieke tegenstanders naartoe stuurde, plaatsvond. Uitgenodigd om op de dag van de Italiaanse bevrijding, 25 april, te komen spreken over vrijheid, mensenrechten en hoe je nieuwe Europeanen verwelkomt. Geïnspireerd door alle verhalen die ik daar had gehoord vloog ik terug naar Nederland. Kort daarna, op 5 mei, zou ik spreken op het bevrijdingsfestival in Zwolle. Het thema van dat jaar was verzet. Onze vrijheden kunnen enkel van ons ontnomen worden als we niet opstaan zodra ze in het geding komen.

In de aankomsthal liep ik vlot door. Het was een doordeweekse dag en ik moest naar mijn werk. De marechaussee haalde mij en verschillende andere mensen uit de rij. Huidskleur was doorslaggevend. Ik zag hoe gelaten en weerloos de anderen met mij erbij stonden. Toen dacht ik: ‘Ik kan opkomen voor deze mensen’.”
Bamenga deelde op social media direct zijn ervaring. Media pikten het verhaal snel op en Bamenga werd door de marechaussee gebeld. “Ze vroegen of ik een klacht in wilde dienen en met de mediaoptredens wilde stoppen. De marechaussee gaf op dat moment aan dat etniciteit inderdaad onderdeel uitmaakte van hun selectie. Met onder andere PILP1, Amnesty International en Control Alt Delete heb ik de samenwerking opgezocht. En toen heb ik een klacht ingediend.”

Meerdere gesprekken met de marechaussee volgden. Het bracht de twee partijen echter niet dichter tot elkaar. Toch is Bamenga daar niet bitter over: “Op de middelbare school als klassevertegenwoordiger, op de hogeschool als lid van de medezeggenschapsraad en als volksvertegenwoordiger in de gemeenteraad heb ik geleerd dat discussies mensen aan het denken zetten. En dat je er veel mee kan bereiken. Die discussies hebben we juist nodig.”

Na zowel een informele als een formele klachtenprocedure werd in februari 2020 een rechtszaak aangespannen tegen de marechaussee. Op 15 juni 2021 vond de rechtszitting plaats en in september 2021 volgde de uitspraak waarin het korps door de rechtbank in het gelijk werd gesteld over haar werkwijze.

Kan je iets meer zeggen over de uitspraak van de rechter?

“Kortgezegd stelde de rechter dat huidskleur als een objectief element gezien kan worden om te bepalen of mensen wel of niet Nederlander zijn. Dat is heftig. Zoals ook de internationale krantenkoppen duidelijk maakten: ‘A Dutch court just confirmed: To be Dutch is to be white’. Super teleurstellend. En tegelijkertijd liet het wel het institutionele karakter zien. Het maakte het probleem duidelijker. Conclusie: in hoger beroep.

De geschiedenis bewijst dat je bij de strijd voor gelijke behandeling moet doorpakken om je gelijk te halen. Kijk naar het homohuwelijk. Twee lesbiennes stapten in de jaren ‘80 naar de rechtbank, het hof en de Hoge Raad om te mogen trouwen. Ze kregen ongelijk, maar de discussie opende wel een deur. Nederland maakte uiteindelijk als eerste land het homohuwelijk mogelijk. Ik geloof dat als wij nu doorpakken, Nederland straks een baken van hoop kan zijn in de strijd tegen institutioneel racisme.

Je zei net dat de uitspraak van de rechter wel het institutionele karakter laat zien. Hoe bedoel je dat?

“Het gaat over een strijd tegen etnisch profileren en etnisch profileren vloeit voort uit racisme. Dat zit al eeuwenlang in onze systemen. Dat gaat niet zomaar morgen veranderen.

Ik beschrijf racisme als een systeem van benadeling gebaseerd op ras, etniciteit of vermeende afkomst. Ik praat expliciet over een systeem en niet alleen over menselijk gedrag, omdat het diepgeworteld is in onze samenleving en instituten. Wij maken allemaal deel uit van dat systeem en functioneren daarbinnen. De stigmatiserende beelden spelen een negatieve rol bij sollicitaties, op de woningmarkt, in het onderwijs en bij de belastingdienst. Het gaat over meer dan de grenscontrole waar je vaker uit de rij wordt gehaald. Het idee dat je huidskleur je crimineler, slechter, anders (in de zin van jij hoort hier niet, jij komt hier niet vandaan) of minderwaardig maakt, is vernederend en mensonterend. Het schaadt het vertrouwen in het gezag van de overheid.

Je zag het ook bij de toeslagenaffaire waar de raad van de rechtspraak achteraf sorry zegt, omdat de individuele rechten van burgers onvoldoende bewaakt zijn. Die rechtszaken zijn heel technisch met een komma hier en een komma daar. Voor mij is het geen rocket science en gaat het om respect voor de menselijke waardigheid. Over ‘mag ik er zijn of niet?’, ‘word ik beoordeeld op mijn pigment, of niet?’. Een beetje discriminatie bestaat niet. De rechter maakt er wel zoiets van. Die zei: ja, het is etnisch profileren, maar het gebeurt in onze ogen niet structureel genoeg om een algemeen verbod te rechtvaardigheden.

Het is een heel systeem waarin je benadeeld wordt. Ik wil dat onzichtbare zichtbaar maken en zo verandering teweegbrengen. Beginnend met het uitgangspunt dat ieder mens gelijk is in waardigheid en recht.”

Mpanzu Bamenga - Beeld: Martijn beekman

Je noemde het zojuist een strijd. Waarom gebruik je dat woord?

“Omdat je een strijd niet per se begint met het idee dat het welkom is. Of dat je begrepen gaat worden. Je begint een strijd ondanks alle tegenwind die je kunt krijgen. Maar al snel nadat ik mijn verhaal had gedeeld op social media merkte ik hoeveel medestanders er waren die hetzelfde meemaakten. Op het moment dat één van de belangrijkste instituten van ons land op het gebied van mensenrechten daar ook in meegaat en erkenning geeft in de vorm van de titel van Mensenrechtenmens 2021, dan is dat een fantastische steun in de rug voor datgene waar je voor vecht.”

Betekent dat institutionele ook dat achter racisme geen opzet hoeft te zitten?

“Ja. Ik geloof honderd procent dat het meestal niet met opzet is. We hebben allemaal onbewuste vooroordelen. Dat heb ik en dat heb jij. Ongeacht de kleur die je hebt.”

In hoeverre is het realistisch om van mensen te vragen om die, vaak onbewuste, vooroordelen los te laten?

“Ik geloof dat de grote meerderheid van de mensen die racistisch gedrag vertoont dit onbewust doet. Door je bewust te worden van je onbewuste vooroordelen, kun je erop anticiperen en discriminerend gedrag voorkomen. Niemand is volmaakt. Laten we daarom een open houding aannemen naar elkaar toe, elkaar ruimte bieden, bevragen en helpen groeien.

Bovendien geloof ik dat we door diversiteit elkaar sterker maken. Samenwerken met mensen die anders zijn dan jijzelf kan soms schuren, maar levert wel een meerwaarde op.

Enerzijds is uiterlijk slechts pigment. Het is willekeurig. Je hebt er niet voor gekozen en kunt het niet veranderen. Het is niet juist om mensen op basis daarvan te beoordelen. Anderzijds is de realiteit dat uiterlijk wel bepalend is voor hoe mensen je benaderen. Het is een veronderstelling van een andersoortige ervaring en achtergrond. Maar je zult altijd moeten doorvragen om iemand echt te zien.”

Mpanzu Bamenga - Beeld: Arenda Ooman

De marechaussee zei later, toen de rechtbank hen al in het gelijk had gesteld, dat ze gingen stoppen met etnisch profileren. Niet omdat het niet effectief is, maar vanwege het ontbreken van maatschappelijk draagvlak hiervoor. Ben jij het met de marechaussee eens dat etnisch profileren wel effectief kan zijn?

“Totaal niet. Je bent jezelf aan het bevestigen. Als jij denkt dat vrouwen met bruin haar crimineel gedrag vertonen en vervolgens een hogere pakkans gaat organiseren rondom vrouwen met bruin haar, dan ga je meer vrouwen met bruin haar vinden die iets gedaan hebben. Zo simpel is het.

Crimineel gedrag komt niet voort uit huidskleur. De vraag is waarom we een hogere pakkans accepteren voor bepaalde mensen. Dat is onrechtvaardig en vernederend. Een aantasting van de menselijke waardigheid.

Ik probeer altijd te redeneren vanuit waarden en principes. Als je dat niet doet, is het een hellend vlak. Wat neem je dan als uitgangspunt? Dat je mensen moet pakken? En welke middelen ga je dan gebruiken en welke niet? Op een gegeven moment kan je dat geen halt meer toeroepen. Net als bij preventief fouilleren is er geen sprake van verdenking van strafbare feiten en ga je toch een middel inzetten, meestal in een bepaald gebied of wijk bij bepaalde mensen, om de pakkans te vergroten.”

Zowel tijdens dit interview als tijdens je media optredens valt het me op hoe rustig je blijft terwijl je hier over praat. Terwijl ik tegelijkertijd kan horen hoe bevlogen je bent. Hoe behoud je die rust?

“Toen ik staande werd gehouden door de marechaussee en om me heen de mensen zag die aangehouden werden, was ik woedend. Maar het is een keuze hoe je die woede inzet. Bij mijn speech bij de dood van George Floyd in Eindhoven zei ik: we mogen woedend zijn, we mogen verontwaardigd zijn, maar zet die woede om in positieve energie om structurele verandering te realiseren.

Sommige mensen vinden dat het niet snel genoeg gaat, maar ik zie hoeveel discussie er is en dat is precies wat we nodig hebben. Mensen hebben angsten en de enige manier om dat te doorbreken is verbinding maken. Als je zegt: ‘ik hoor je, ik zie je, maar we moeten wel onze verantwoordelijkheid nemen.ʼ

De gang naar de rechter is ook een middel om bewustwording te creëren. Om het gesprek aan te gaan. We kunnen er allemaal voor kiezen om onze verantwoordelijkheid te nemen door actief onderdeel te zijn van de oplossing en een einde te maken aan etnisch profileren. Mensen bedoelen het goed. Daar ben ik van overtuigd. We hebben er alle recht toe om optimistisch te zijn.”