Lenigheid in Rome

Marcel Beukeboom is sinds augustus van dit jaar Nederlands permanent vertegenwoordiger bij drie organisaties van de Verenigde Naties die gevestigd zijn in Rome. Voorheen klimaatgezant en met functies op ambassades in Washington en Pretoria is Beukeboom een ervaren diplomaat. Hij is de geschikte persoon om de Nederlandse stem te laten horen op verschillende complexe dossiers die in Rome op tafel liggen. Democraat sprak met Beukeboom over zijn eerste maanden op zijn nieuwe post.

tekst Jan Vincent Meertens foto Jacq Bus
Dit stuk verscheen in Democraat (editie november 2021).

Marcel Beukeboom - Beeld: Jacq Bus

In Rome zijn drie VN-instellingen die zich bezighouden met voedsel en landbouw. Dat zijn de FAO, de voedsel en landbouworganisatie van de VN; het WFP, het wereldvoedselprogramma; en IFAD, het fonds voor internationale landbouwontwikkeling. Zoals bij alle VN-instellingen is Nederland, als medeoprichter van de VN, overal vertegenwoordigd. Aan het hoofd van zo’n diplomatieke missie staat een ambassadeur, de permanent vertegenwoordiger genoemd. In Rome is dat Marcel Beukeboom.

“Ik, en leden van mijn team, gaan naar die organisaties toe om mee te praten over het beleid, de besteding van de middelen, de samenwerking en de organisatie. Soms zijn het lopende zaken zoals bij IFAD, een organisatie die heel actief is in de allerarmste landen om daar kleine boeren en landbouworganisaties te helpen ontwikkelen. Nederland geeft geld aan het IFAD om hun en onze beleidsdoelen te realiseren. Gaat het goed, haal je de resultaten, is er voldoende geld?” De FAO is niet echt een uitvoeringsorganisatie, maar ook een kennisinstelling, en een organisatie die normen stelt, bijvoorbeeld op het gebied van zaden, kunstmest en veeteelt. “Nederland is een belangrijk land als het gaat om kennis op het gebied van landbouw en voedsel. En we zijn een belangrijke exporteur,” zegt Beukeboom. “Maar we zijn ook een land dat bijvoorbeeld via de Europese Unie thema’s als klimaat en biodiversiteit hoog op de agenda wil krijgen. Dat zijn allemaal belangen die behartigd moeten worden bij de FAO, en daar ben ik een soort spil in.”

Er zijn verschillende aspecten aan voedsel en landbouw, zoals veiligheid, gezondheid, handel, klimaat en duurzaamheid. Dat betekent betrokkenheid van veel verschillende Nederlandse partijen. “Als er bijvoorbeeld een FAO-conferentie is, dan is onze minister van Landbouw uitgenodigd en ben ik plaatsvervangend bij haar afwezigheid. Het Wereldvoedselprogramma is in essentie een humanitaire organisatie, die voedsel brengt naar gebieden in crisis. Dan heb ik te maken met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, net als voor IFAD, een ontwikkelingsorganisatie,” legt Beukeboom uit. Bij klimaat is dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En er is veiligheid, een belangrijk aspect van voedselsystemen. “We hebben ons in de VN Veiligheidsraad hard gemaakt voor resolutie 2417 die het gebruik van honger als wapen in conflict moet voorkomen. Dan gaat het over humanitaire zaken en ook over veiligheid en stabiliteit, en dat betreft de minister van Buitenlandse Zaken. Het ministerie van VWS, tenslotte, komt in beeld bij voedsel en gezondheid. Voedsel en landbouw vergt een multidisciplinaire aanpak vanuit verschillende politieke verantwoordelijkheden. Dat vergt wel enige politieke lenigheid,” zegt Beukeboom met enig eufemisme.

Voedsel en klimaat verhouden zich sterk tot elkaar. Beukeboom zijn achtergrond als klimaatgezant is bijzonder nuttig in Rome. Landbouw en voedselproductie heeft enorm te lijden onder klimaatverandering. “Dat is de ene kant van het verhaal. De andere kant is dat de landbouwsector voor 34% verantwoordelijk is voor de uitstoot van broeikasgassen. Het is zowel probleem als oplossing,” stelt Beukeboom. “De landbouw zoals we die nu georganiseerd hebben is niet toekomstbestendig. Ik zie het als een heel belangrijk deel van mijn opdracht om daar verandering in te brengen. In de eerst weken nadat ik aantrad zeiden veel mensen al: wat goed dat jij hier bent, dat klimaatdenken is hier nog lang niet goed geworteld.”

In zijn functie als Hoofd Voedselzekerheid bij het ministerie van Buitenlandse Zaken was Beukeboom lid van de Milano Group, een groepje internationale experts dat een visie schreef voor het mondiale voedselsysteem. “Dat is met terugwerkende kracht de basis geweest voor de World Food Systems Summit die onlangs is gehouden. Op deze top werd het voedselsysteem wederom geanalyseerd, nu in het licht van de pandemie en van de huidige voortgang van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN.”

Het is de rode draad in het CV van Beukeboom: landbouw, duurzaamheid en klimaat. Ook het systeemdenken past daarin. Steeds tracht hij verschillende dossiers aan elkaar te koppelen. Maar het is de snelheid waarin hij voortgang kan maken die soms frustreert. “Wat ik ook in mijn vorige baan al constateerde: het gaat allemaal veel te langzaam. Ik ben altijd degene die roept dat het sneller moet en anders. Ook als klimaatgezant constateerde ik al dat er een mismatch was tussen hetgeen nodig is en waarvoor we al afspraken op papier hebben staan enerzijds, zoals het Parijsakkoord en de SDG’s, en de praktijk anderzijds. Dat geldt voor de hele wereld, we gaan collectief veel te langzaam. We rennen op die klif af. Je hebt mensen nodig zoals ik die binnen het systeem duwen en trekken, en mensen buiten het systeem, zoals extinction rebellion en wetenschappers die het steeds nadrukkelijker signaleren. Iedereen speelt zijn rol daarin. Ik probeer binnen mijn invloedssfeer anderen te inspireren en te stimuleren om er zo de vaart in te houden.”

Beukeboom ziet een duidelijke kans voor een sociaal-liberale aanpak van deze grote thema’s. De Doughnut Economics van Kate Raworth inspireren hem. Hij probeert in zijn werk de balans tussen sociaaleconomische en ecologische doelen te vinden. “Ik ben niet voor niets actief geworden bij D66. Je kan vol op die groene doelstellingen aansturen, maar als je daarbij vergeet dat het ook om mensen en samenlevingen gaat dan ga je beide niet realiseren. We moeten oog hebben voor beide.”

Uit het zicht is niet uit het hart. Beukeboom wil, waar het kan, binnen de partij actief meedenken over klimaatbeleid. “Onlangs ben ik vanuit hier betrokken geweest bij de werkgroep energie en klimaat. Mijn inzet is om systeemdenken te bevorderen, door allerlei beleidsterreinen te koppelen, zeker op het gebied van klimaat.”