Paternotte: “Mijn fractie zal ongeduldig zijn”

Na de presentatie van een sociaal, ambitieus en progressief coalitieakkoord. En de installatie van een sterke en vernieuwde D66-ploeg in het kabinet was het tijd voor het debat over de regeringsverklaring. De eerste keer dat Jan Paternotte als fractievoorzitter van D66 het woord voerde.

We kunnen het ons voorstellen dat het niet lukt de hele spreektekst van Jan Paternotte te lezen. Daarom hebben we een aantal highlights voor je op een rijtje gezet.

  • We verwachten dat het nieuwe kabinet mensen centraal zet in plaats van systemen. Alleen zo is de overheid in staat mensen gelijke kansen te bieden. En dat is nodig voor een werkelijk vrij bestaan.
  • Het nieuwe kabinet moet de democratische rechtsstaat beschermen en versterken. Het veilig voortbestaan van onze democratie is geen natuurverschijnsel. Er zijn genoeg dreigingen om ons zorgen over te maken. Van buiten Nederland én van binnenuit.
  • We moeten in de Tweede Kamer werken aan een nieuwe politieke cultuur. Waarin het politieke debat niet nog harder wordt gevoerd, maar waarin we Nederland verder brengen en mensen voorop zetten.
  • D66 spreekt haar steun uit voor het nieuwe coalitieakkoord. Het is sociaal, ambitieus en progressief. De richting is goed, maar dat is geen garantie voor het resultaat. Daarom vragen we het kabinet snel resultaten te laten zien.
  • Van de D66-fractie kunnen mensen verwachten dat we een ongeduldige aanjager zullen zijn vanuit de Tweede Kamer. We willen dus snel resultaten, maar zullen ook openstaan voor de goede ideeën van anderen. Zodat mensen zich gehoord voelen en zodat we samen onze toekomst bepalen, soms met grote stappen, en vaak met kleine.

Na tien maanden van formeren denk ik dat veel mensen opgelucht zijn dat er dan eindelijk een regeringsverklaring is: eindelijk komen we weer in beweging.
 
Wij hier bij elkaar begrijpen misschien wat er in al die tien maanden precies gebeurd is, maar ik vrees niet dat dit voor de meeste Nederlanders niet geldt.

En mevrouw Paternotte, van de oudervereniging

Bij mij thuis vroeger was politiek ook geen groot onderwerp. Dat werd het pas toen mijn ouders steeds vaker tegen de overheid aanliepen. Mijn broer was gediagnosticeerd met wat toen heette MBD: ‘minimal brain dysfunction’, een containerbegrip voor kinderen die vanwege gedrag, of iets onduidelijks, niet helemaal mee konden komen op school. Ieder kind is weleens druk, zo werd het afgedaan. De oplossing was soms een advies om geen snoep meer te eten.
 
Mijn moeder had het daar lastig mee. Hoe kan het nou dat dokters eigenlijk niet weten wat er met hem is?
 
Het was voor haar een signaal om in actie te komen. En ze wilde andere ouders in een vergelijkbare situatie ook helpen. Ze raakte betrokken bij de oudervereniging Balans, tegenwoordig een vereniging van en voor ouders met kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen zoals ADHD, dyslexie en autisme.

Autisme als zodanig bestaat niet meer, worden nu ‘Autisme Spectrum Stoornissen’ genoemd, zoals Asperger, PDD-NOS en klassiek autisme.

Mijn moeder was niet academisch opgeleid. Ze ging naar de school voor maatschappelijk werk in Baarn. Maar ze wilde wel echt álles weten van leer- en gedragsstoornissen. Hoe meer ze de wetenschappelijke literatuur las, hoe meer ze zich afvroeg: “Wat hebben ouders hier nu aan?”
 
Ze besloot zelf te gaan schrijven. Boeken vol. Voor de ouders, zodat ze hun kinderen beter konden helpen. Haar eerste boek heette: “Doe Normaal!” Dat was namelijk de verwensing die kinderen met ADHD zo vaak te horen krijgen, en waar ze natuurlijk helemaal niks mee kunnen.
 
Door haar werk mocht ze meeschrijven aan adviezen van de gezondheidsraad. Dan stond onder zo’n advies de commissie opgesomd.
–      Prof. Dr. De Beaufort: hoogleraar medische ethiek.
–      Prof. Dr. Boer. Hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
–      Prof. Dr. Oosterlaan. Hoogleraar Psychiatrische Neuropsychologie.
 
En mevrouw Paternotte. Van de oudervereniging. 
 
Haar boeken sloegen aan, ouders waren er blij mee, maar deze kinderen hadden ook een overheid nodig. Want het maakt nogal wat uit als je als kind extra tijd krijgt bij een examen, en vaker een mondelinge toets mag doen. Dat er extra begeleiding kan zijn op school. Dat medicijnen vergoed worden.
 
Steeds meer ging het thuis over het Binnenhof, over politiek. Zij en haar collega’s realiseerden zich dat als je iets wilde veranderen, dat je dan in Den Haag moest zijn. Zo kwam dat uurtje extra er voor kinderen met dyslexie. 
 
Haar strijd in Den Haag bracht de politiek bij ons aan tafel.
Op een dag werd mijn moeder gebeld door een politieke partij die er goed voorstond in de peilingen. Met een knappe jonge krullenbol als fractieleider. Een partij die ook vaak opkwam voor onderwijs en de ouders. Of ze belangstelling had voor de Tweede Kamer. U raadt het al: ik heb het over het GroenLinks van Paul Rosenmöller.
 
Mijn moeder leek dat alleen niks. Ze dacht voor politiek te weinig geduld te hebben en bleef liever echt alleen de stem van de ouders. Maar door haar verhaal weet ik heel goed dat politiek pas werkt als het uitgaat van mensen en wat zij nodig hebben om vooruit te komen. Dat dus niet uitgaat van het systeem. En dat is nou precies wat ik verwacht van dit kabinet.

D66-fractievoorzitter Jan Paternotte spreekt vertelt tijdens het debat over de regeringsverklaring over de houding van de D66-fractie. - Beeld: Tweede Kamer

Bescherming van de democratische rechtsstaat

Mevrouw de voorzitter, wat ik ook verwacht van dit kabinet is dat het de democratische rechtsstaat repareert en beschermt. Want die staat onder druk. Overal in de wereld.
 
Onvrije landen worden nog autocratischer: zie Rusland en China. Vrije landen worden minder vrij. De Verenigde Staten likken de wonden van de bestorming van het Capitool, aangejaagd door de eigen verliezende President. Orbán misbruikte de coronacrisis om zijn macht nog verder te concentreren. De Poolse regeringspartij deed een illegale poging de verkiezingen naar zijn hand te zetten.
 
Wat daar gebeurt kan hier ook gebeuren. Het veilig voortbestaan van onze democratie is geen natuurverschijnsel. En er zijn genoeg dreigingen om ons zorgen over te maken. Van buitenaf én van binnenuit.
 
Van buiten zien we de agressie van buitenlandse mogendheden en het gevaarlijke potentieel van Big Tech. In het regeerakkoord wil dit kabinet buitenlandse beïnvloeding dan ook tegengaan.
Het wil een sterke Europese defensie en trekt veel geld uit voor de krijgsmacht en cyberveiligheid. Omdat we weten dat Rusland niet terugdeinst voor annexaties en geweld. En dat surveillance aan de Oekraïense grens nu door de Britten en Amerikanen wordt gedaan, terwijl Europa zélf ook in de eigen achtertuin zou moeten kunnen bijdragen.
 
Van binnen zien we tot onze afschuw dat de overheid zich tegen de eigen burgers kan keren, van toeslagenouders tot Groningers, waarbij de toegang tot het recht tekortschiet. We zien ook dat de samenleving verhardt en verruwt, naar inspiratie en voorbeeld van wat er zich in ons parlement maar ook in de lokale democratie afspeelt.
 
De democratie staat onder druk van een radicaliserende antidemocratische beweging. Het is een beweging die cynisch gebruik maakt van gevoelens van wantrouwen; een beweging die niet constructief is maar destructief; die de schuld van wezenlijke problemen altijd neerlegt bij de Ander.
 
Deze beweging eist tribunalen en hitst mensen op met weerzinwekkende complotten, waarmee ze bijdragen aan een sfeer waarin politici en andere publieke figuren met de dood worden bedreigd.
 
Het kabinet gaat daarom het systeem van bewaken en beveiligen verbeteren, en daar veel geld in steken. Dat moet, omdat in ons land een advocaat en een journalist zijn vermoord.
 
Omdat het eerste wat sommige ministers nu zien als ze de deur uitlopen, een politiepost is.
 
Omdat wetenschappers, die voor ons allemaal werken, bedreigd worden.
 
De vrije pers, zoals de journalisten van de NOS, die werken onder een stevig redactiestatuut dat hun onafhankelijkheid garandeert, worden nu opeens gehinderd in hun werk dat zo’n belangrijke rol vervult in een vrije samenleving.
 
Dat is niet normaal en zolang dat zo is, moeten wij grenzen blijven trekken, opstaan tegen extremen.
 

Nieuwe politieke cultuur

Tegenover de verwachting van het kabinet staat dus ook een verwachting van wat wij zelf kunnen doen in het belang van een goed functionerende democratische rechtsstaat met een gezonde politieke cultuur.
 
Mijn fractie zal in het belang van de democratie altijd blijven proberen tot samenwerking te komen met alle redelijke krachten. Dat kan ook, want het coalitieakkoord is natuurlijk niet alleen het resultaat van twee maanden onderhandelen met vier partijen. Wat de coalitie nu van plan is te doen heeft vaak een lange geschiedenis. Een geschiedenis die partijen en coalities overstijgt.
 
Het idee van gratis kinderopvang, essentieel voor de emancipatie, komt oorspronkelijk uit de koker van de PvdA. Motie Bos/Van Aartsen. Nu komt het er eindelijk.
 
Constitutionele toetsing was een idee van GroenLinks, de wet Halsema, een goed idee dat in directe zin de balans terugbrengt in ons democratisch systeem. Nu wordt het realiteit.
Het afschaffen van de bio-industrie was een belangrijke reden voor oprichting van de Partij voor de Dieren. Deze coalitie neemt dat dankbaar over.
 
Het CO2-plafond voor de luchtvaart ter bescherming van de schepping heb ik samen met Chris Stoffer van de SGP voorgesteld; nu wordt het regeringsbeleid.
 
Ik vind het zelf soms ook lastig om niet cynisch te denken dat de politieke cultuur een gegeven is. Dat het nou eenmaal altijd hard tegen hard is, dat de nuance ontbreekt, dat je niet echt vrij kunt praten. En dat geldt misschien wel voor iedereen hier in de zaal.
 
We zouden beter af zijn met een andere cultuur. Een politieke cultuur waarin we niet in de loopgraven zitten, maar in een oerhollandse kring.
 
Oude gewoontes slijten langzaam. Dat zal vast ook voor mij gelden. En politieke strijd blijft noodzakelijk. Over de inhoud.

Maar als we hier vandaag kunnen vaststellen dat de coalitie open zal kijken naar de ideeën van de oppositie en dat de oppositie niet alles bij voorbaat afwijst, kan het parlement weer worden wat het hoort te zijn: een plek waar alle wensen en ideeën vanuit de hele samenleving bijeenkomen, zodat mensen zich gehoord voelen en zodat we samen onze toekomst bepalen, soms met grote stappen, en vaak met kleine.
 
En soms, ik sluit het helemaal niet uit, heeft de oppositie het meer bij het rechte eind dan de coalitie. Ik herinner me dat Lodewijk Asscher bij de start van het vorige kabinet het plan voor loondispensatie voor arbeidsbeperkten ter discussie stelde en de coalitie een jaar later samen met hem die smet op het blazoen wegpoetste.

Uitvoering coalitieakkoord

Voorzitter, ik las het coalitieakkoord en ik dacht: hoe sneller dit uitgevoerd wordt, hoe beter. Want het is uitgesproken sociaal, ambitieus en progressief. Alles is erop gericht mensen eerlijk en voortvarend door een overgangstijd te loodsen.
 
Het is ambitieus als ik alleen al denk aan de klimaatopgave van 60 procent minder uitstoot in 2030 waar Rob Jetten nu met steun van al zijn collega’s voor staat. Minister Jetten zal alles uit de kast moeten trekken en heeft daar al zijn collega’s voor nodig: van de vliegbelasting tot de CO2-heffing en van van duurzame woningen tot windmolens op zee.
 
Het is ambitieus vanwege de revolutie in de landbouw, die ons land voorgoed zichtbaar zal veranderen, met minder megastallen en meer natuur en schone lucht.
 
Het is ambitieus waar het de wetenschap betreft: eindelijk krijgen onderzoekers en universiteiten weer de ondersteuning die zij nodig hebben voor hun cruciale werk.
 
Het is sociaal, met een nieuwe impuls voor de rechtsbijstand. Met een forse verhoging van het minimumloon. Met de grootste structurele investering ooit in gelijke kansen door goed onderwijs en bijna gratis kinderopvang.

Het is sociaal omdat we weer geduld gaan betrachten met kinderen en met studenten.
 
Het is progressief, met forse investeringen in cultuur. Met ruimte voor de Kamer om antwoord te geven op vragen van leven en dood, zoals de wet Voltooid Leven en andere medisch-ethische vraagstukken. En met de eerste staatscommissie XTC ter wereld.
 
Dit is een kabinet dat meer dan ooit eruitziet zoals Nederland. Met de diversiteit die onze kracht is. Daarom worden racisme en vrouwenhaat aangepakt, en komt er aandacht voor álle pagina’s van onze geschiedenis met een nationaal historisch museum én een slavernijmuseum.
 
En met de afspraken in het coalitieakkoord probeert het kabinet in alles wat het uitstraalt ruimte te scheppen voor mensen die anders zijn, die net even wat meer tijd nodig hebben, die verder komen met geduld en aandacht.

Dat is ook wat mijn moeder in de kern probeerde te doen, eerst voor mijn broer, en toen voor zoveel anderen. Dat is wat mij drijft in de politiek.
 
De richting is dus goed, maar dat is nog geen garantie voor het resultaat. Mijn fractie wil daarom komende jaren een onafhankelijke aanjager zijn.

In de opvatting van D66 gaat politiek niet over wie de mooiste plannen kan bedenken, het gaat er om wat je ervan kunt wáármaken. Dus één waarschuwing wil ik het kabinet wel meegeven: mijn fractie is een ongeduldige fractie.
 
Dus ik vraag het kabinet:

  • Wanneer zet de eerste mega-uitstoter een handtekening onder een afkick-contract met de klimaatminister?
  • Wanneer zet Hugo de Jonge de eerste nieuwe schop in de grond bij Amsterdam, Utrecht of een van die andere steden waar mensen klem zitten door ridicule prijzen?
  • Wanneer heft de minister-president het glas met Macron en Scholz op een strategisch autonoom Europa?
  • Wanneer krijgt de eerste student z’n basisbeurs bijgeschreven?
  • Wanneer ontvangen leraren op de basisschool hun eerste salarisstrook op gelijk niveau met hun collega’s van de middelbare school?
  • Wanneer komt die grote stad erbij die mag starten met gereguleerde wietteelt?

En, als basis voor alles wat wij willen bereiken, hoe wil het kabinet de krapte oplossen op de arbeidsmarkt? Of, met andere woorden, hoe zorgen we dat we genoeg mensen snel opleiden om onze plannen voor de kinderopvang, het klimaat en het onderwijs te realiseren?

De opdracht van onze fractie

De democratische rechtsstaat die ons zo dierbaar is zal alleen blijven bestaan als mensen er vertrouwen in hebben. Vijanden van de democratie vertellen het verhaal dat de democratie geen oplossingen brengt voor mensen. Zij hebben ongelijk. Dat willen wij laten zien. Dat is ook de ambitie die spreekt uit het akkoord en uit de verklaring die het kabinet vandaag heeft gegeven. Dat is de opdracht die mijn fractie van harte omarmt.