tekst Lisanne van ’t Riet
Dit stuk verscheen in februari 2022 in Democraat, het ledenblad van D66.
Wieke Paulusma
Wieke Paulusma is sinds april 2021 lid van de Tweede Kamer voor D66.
Van huis uit is Wieke Paulusma wijkverpleegkundige. Plannen maakt ze liever niet vanachter een bureau. Sinds april 2021 is ze lid van de Tweede Kamer. Democraat sprak met haar over de verbinding tussen politiek en samenleving, Long Covid en de kracht van goede zorg, dichtbij mensen.
tekst Lisanne van ’t Riet
Dit stuk verscheen in februari 2022 in Democraat, het ledenblad van D66.
“Het heeft mij, voor mijn werk in de Tweede Kamer, erg geholpen om eerst deel uit te maken van de lokale politiek. Je leert daar snel het politieke handwerk kennen, hoe de lijntjes lopen en hoe je bepaalde zaken moet aanpakken. Ook heb ik in de gemeenteraad kunnen zien hoe Haags beleid invloed heeft op wat er lokaal gebeurt. Daarom kijk ik nu ook met deze kennis in het achterhoofd naar de beslissingen die wij nemen in de Tweede Kamer.”
“Mijn ervaring als wijkverpleegkundige is heel nuttig geweest. Voor het raadswerk en mijn huidige rol als Kamerlid. Ik kan mij vooral goed inleven in de situatie van zorgmedewerkers en weet wat voor effect het beleid heeft op hun werk. We kunnen in de Tweede Kamer een heleboel mooie plannen bedenken. In de praktijk kan dit totaal onhaalbaar zijn om uit te voeren.
Ik weet nog goed hoe mijn allereerste debat verliep over thuisondersteuning voor zwangeren. Veel partijen waren het erover eens dat deze zorg heel zorgvuldig moest worden uitgevoerd en dat daar de nodige checks bij horen. Maar waar iedereen op dat moment een beetje blind voor was, is dat de zorg al met heel veel checks en regels te maken heeft. Ik liep de zaal van de Tweede Kamer in met alle screeninglijsten die er al zijn. Dat vonden de partijen erg ongemakkelijk. Veel politici vinden dat de zorg te veel administratieve druk heeft, maar op deze manier heb ik laten zien dat we het als politiek ook zelf veroorzaken.”
“In de kern sta ik nog steeds achter de decentralisatie van de laag-complexe zorg. Denk bijvoorbeeld aan huishoudelijke hulp voor thuiswonende ouderen. Ondersteuning bij mensen thuis met sociale wijkteams vind ik een goede aanpak. Dit hoort ook echt bij de gemeente als taak, want het Rijk kan onmogelijk net zo dicht bij de mensen staan. Voor de hoog-complexe zorg, zoals de GGZ en jeugdzorg, ligt dat denk ik anders. Deze zorg is complex en specifiek. Dan kun je soms juist beter de krachten bundelen, dan het aan kleinere gemeenten overlaten. We zien dat juist voor dit type zorg veel mensen nu veel te lang op een wachtlijst staan. Bij de GGZ zien we dat mensen soms onnodig worden verplaatst van de ene zorgverlener naar de andere. Gelukkig biedt het nieuwe coalitieakkoord wat ruimte om die hoog-complexe zorg anders te organiseren. Misschien kan een deel zelfs terug naar landelijke organisaties. Iedereen is het erover eens dat er iets moet veranderen.”
“De afgelopen twee jaar heeft corona alle zorgcapaciteit en aandacht opgeslokt. We zitten al heel lang in de crisisstand. Het nieuwe kabinet ziet in dat corona niet meer weggaat en onderdeel blijft van ons leven. Om ervoor te zorgen dat we weer voorruit kunnen moeten we eerst met de inhaalzorg aan de slag, en daarnaast de zorg voor patiënten met Long Covid goed te organiseren. We moeten meer weten over Long Covid zodat er meer ruimte komt voor patiënten om te kunnen herstellen. Bijvoorbeeld met een duidelijke, medische richtlijn. Ook moeten we ervoor zorgen dat mensen met Long Covid terecht kunnen bij de arbo-arts, zodat alles rondom werk tijdens en na herstel soepel verloopt.”
“Allereerst wil ik met alle mooie plannen die in het regeerakkoord staan aan de slag. We moeten focussen op het leven mét corona en hoe we de zorg daarvoor inrichten. Bijvoorbeeld het in goede banen leiden van de inhaalzorg en dat er meer aandacht komt voor Long Covid. We moeten daarbij verpleegkundigen en verzorgenden helpen zodat ze weer op een fijne manier hun werk kunnen doen. De zorg toekomstbestendig maken is waar ik mij voor wil inzetten.”