We creëren grotere natuurgebieden
Veel natuurgebieden in Nederland zijn van elkaar gescheiden in kleine en geïsoleerde gebieden. Dit brengt dier- en plantensoorten in gevaar. Populaties worden te klein, dieren kunnen elkaar niet meer bereiken. Grotere leefgebieden, betere verbindingen en groene bufferzones zorgen voor sterkere populaties en een grotere overlevingskans van soorten. En lossen tegelijkertijd stikstofconflicten voor de lange termijn op.
- We zorgen dat in 2050 alle natuur in goede staat is. Als tussenstap willen we dat in 2030 50 procent stikstofreductie is gerealiseerd.
- In 2030 is 30 procent van ons land- en zeeoppervlak effectief beheerd natuurgebied. Dit Natuurnetwerk is een combinatie van beschermde gebieden en andere gebieden die behoud van biodiversiteit als hoofddoel hebben.
- We creëren tot 2025 50.000 hectare extra beschermde natuur en 160.000 hectare tot 2040. Dat is een derde meer natuur dan we nu hebben. Natuurgebieden worden uitgebreid en verbonden.
- We maken ruimte voor natuur van gebieden met arme, dalende en verzilte grond. Deze gebieden zijn het minst interessant voor landbouw, terwijl de reguliere landbouw er de meeste milieuschade doet. Dat betekent dat een groot deel van het Groene Hart weidevogelgebied wordt en er bossen bij komen op de hoge zandgronden van Drenthe, Twente en de Achterhoek tot de Brabantse Peel.
- D66 wil de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug verbinden met een natuurcorridor tussen Garderen en Austerlitz, net als de Veluwe met de Oostvaardersplassen. We werken samen met Duitsland en België om natuurgebieden te verbinden.
- Rond natuurgebieden zorgen we voor groene bufferzones die de natuur beschermen tegen stikstofuitstoot en verdroging. We leggen jaarlijks 20.000 hectare groene bufferzone aan om in 2040 op 400.000 hectare uit te komen. Het overgrote deel krijgt een landbouwfunctie. In deze bufferzones wordt industrie geweerd, ligt het waterpeil hoger dan op normale landbouwgrond en worden mest en bestrijdingsmiddelen tot het minimum beperkt.
- Landbouwgrond kan soms meer biodiversiteit herbergen dan natuurgebieden. Maar dan moet er wel plek zijn voor poelen, bloemrijke slootkanten of een struikrand. D66 wil boeren ondersteunen om zulke elementen terug te brengen.
- Als onderdeel van de stikstofmaatregelen van het huidige kabinet worden boeren rond Natura 2000-gebieden uitgekocht. D66 wil een deel van deze grond teruggeven aan de natuur. Het andere deel bestemmen we voor natuur-inclusieve landbouw. D66 wil kijken naar de mogelijkheden voor een groene ruilverkaveling. Daarbij willen we boerenbedrijven zonder opvolger opkopen en deze doorverkopen aan boeren die rond Natura 2000-gebieden worden uitgekocht.
- Voor de uitvoering van deze grondoperatie wordt een grondbank opgericht. De extra natuurgebieden komen in staatseigendom, maar de 400.000 hectare groene bufferzones worden verkocht of verpacht aan kringloopboeren en natuurcollectieven. Grond kan alleen onteigend worden als er anders grote vertragingen optreden voor het aansluiten van natuurgebieden. Het bestaande wettelijke instrumentarium, zoals de WILG wordt hiervoor ingezet.
- Natuurbeheerorganisaties zijn verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het natuurnetwerk. Daar horen hogere vergoedingen én eisen voor onderhoud bij.
- De Markerwadden worden uitgebreid om de natuur- en waterkwaliteit van het Markermeer te versterken, waarbij tevens ruimte gevonden kan worden voor natuurinclusieve woningbouw tussen IJburg en Almere.
- Niet alleen het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en de Bossenstrategie worden omarmd en uitgevoerd, maar D66 zet zich in voor wereldwijde bindende biodiversiteitsdoelstellingen in navolging van het Parijsakkoord, een ‘Parijs’ akkoord voor de natuur. In dit akkoord wordt opgenomen dat de wereldwijde achteruitgang van biodiversiteit in 2030 gestopt moet zijn.
- In programma’s voor grote wateren nemen we prioriteit en middelen voor natuurbehoud- en verbetering mee, ook met het oog op klimaatverandering. Met ons werelderfgoed de Waddenzee zijn we voorzichtig. Economische activiteiten tasten de natuur en het open landschap niet aan. Intensieve visserij en mijnbouw bouwen we af. We willen een helder beleidskader waaraan het beoogde natuurherstel kan worden getoetst en waarop kan worden gehandhaafd.