We investeren weer in wetenschap

Wetenschap vergroot de kennis van onszelf en de wereld om ons heen. Het staat aan de basis van een bloeiende, creatieve en nieuwsgierige samenleving. Je kunt vooraf niet voorspellen welke ideeën, inzichten of nieuwe technieken uit de wetenschap komen. Toch is het een onmiskenbare pijler van de kenniseconomie. Maar wetenschap is meer en meer een race geworden om schaars onderzoeksgeld, waardoor veel wetenschappers keihard werken aan onderzoeksvoorstellen en uiteindelijk toch misgrijpen. Dat is een verspilling van talent en gaat ook ten koste van de onderwijstaak van universiteiten. D66 wil fors investeren in wetenschap en wetenschappers, met ruimte voor verschillende achtergronden en perspectieven, en in een veilige werkomgeving waar iedereen tot zijn of haar recht komt. Dat draagt bij aan het geluk, het welzijn en de welvaart van de toekomst.

We verhogen het wetenschapsbudget

Nederlandse onderzoekers zijn overvraagd. De studentenaantallen op de universiteiten en hogescholen zijn enorm gegroeid. En de samenwerking van onderzoekers met maatschappelijke organisaties en bedrijven is steeds intensiever. Ondertussen is het onderzoeksbudget maar beperkt meegegroeid. We willen daarom fors investeren in wetenschap en meer rust en continuïteit creёren voor universitaire wetenschappers.

  • We verhogen het vaste budget voor onderzoek. Zo werken we toe naar de Lissabon-doelstelling om 3 procent van ons nationaal inkomen aan onderzoek en innovatie te besteden.
  • Een fors deel van de budgetverhoging gaat direct naar universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen. Zij kunnen zo meer ruimte voor excellent onderzoek creëren. Samen met instellingen maken we plannen om te voorkomen dat dit leidt tot extra druk op het subsidiesysteem.
  • We geven meer zekerheid aan universiteiten en hogescholen over hun budget. Een kleine verandering in studentenaantallen leidt op dit moment tot te grote schokken voor het beschikbare onderzoeksgeld.
  • We stimuleren bedrijven en maatschappelijke organisaties om meer te investeren in onderzoek en innovatie (zie: “wij maken werk van missiegedreven innovatie”).

Speel de wetenschappen niet tegen elkaar uit

Als de politiek over de wetenschap spreekt, zien we haar soms van de slechtste kant. Opleidingen worden weggezet als ‘pretstudies’. Onderzoeksrichtingen als een ‘hobby’. En de betrouwbaarheid van onderzoekers wordt in twijfel getrokken. Elke onderzoeksrichting is van waarde. We staan pal voor alle disciplines en vormen van onderzoek.

  • We stoppen het zinloze aanvraagcircus. Onderzoeksprogramma’s en NWO-beursaanvragen waarbij onderzoekers concurreren zijn niet per se slecht, maar verhogen onderzoeks- en publicatiedruk zodanig dat kwantiteit soms boven kwaliteit gaat. Bovendien liggen de slagingspercentages zo laag dat meedoen zinloos voelt. Daarom zorgen we voor meer directe financiering, maar verhogen we ook het budget van deze programma’s en stimuleren we versimpelde, efficiëntere aanvraagprocedures.
  • We stimuleren samenwerking tussen opleidingen en onderzoekersgroepen. Sectorplannen die hieraan bijdragen krijgen een vaste plek in de financiering.
  • Een deel van het onderzoeksgeld wordt geoormerkt voor (ongebonden) fundamenteel onderzoek.
  • De overheveling van financiering van de medische wetenschap, geesteswetenschappen en sociale wetenschappen naar bètatechniek wordt voor de eerste drie wetenschapsvelden volledig gecompenseerd. In coronatijd is weer bewezen dat Nederland een essentiële rol speelt als innovatief land voor medische wetenschap. De geestes- en sociale wetenschappen krijgen bovendien slechts 10 procent van het onderzoeksbudget, terwijl zij meer dan de helft van het aantal studenten opleiden.
  • Hogescholen krijgen een volwaardig budget voor toegepast onderzoek. We stimuleren professionele doctoraten waarbij onderzoek gedaan wordt dat direct toepasbaar is in de praktijk.

Herstel de relatie onderwijs en onderzoek

Docenten die onderzoek doen, kunnen studenten de meest recente kennis meegeven. Door zelf te onderzoeken, kunnen studenten probleemoplossend te werk gaan. Toch blijft de waardering voor het docentschap op de universiteit achter. Voor D66 gaan onderwijs en onderzoek hand in hand. Daarom herstellen we de relatie tussen onderwijs en onderzoek. Dat geldt ook voor de financiёle behandeling: docenten werken nu te vaak onbetaald over voor hun onderwijstaak.

  • We maken meerdere carrièrepaden in het hoger onderwijs mogelijk. We maken het bijvoorbeeld voor uitstekende docenten op universiteiten ook mogelijk om als docent promotie te maken en (onderwijs-)gerelateerd onderzoek te doen. Aan universiteiten worden loopbaanpaden naar onderwijsgerichte hoogleraarschappen uitgestippeld.
  • We zijn tegen het behandelen van promovendi als studenten. Promovendi doen onderzoek en geven vaak onderwijs. Ze verdienen daarom de rechten en zekerheden van het werknemerschap. Ook verdienen jonge onderzoekers (postdocs) meer baanzekerheid wanneer zij na hun promotie aan de universiteit blijven werken. We roepen universiteiten op om jonge onderzoekers langere contracten te bieden en eerder een vast contract aan te bieden. Daarom geven wij universiteiten meer zekerheid over hun budget vanuit de hogere uitgaven voor wetenschap.
  • We verwachten dat universitair (hoofd)docenten en hoogleraren minimaal de helft van hun tijd aan onderzoek kunnen besteden. Meer docenten op zowel hogescholen als universiteiten krijgen een onderzoeksaanstelling van minimaal één dag per week. We stimuleren dat zowel hoogleraren als lectoren minimaal één dag per week doceren. Hiermee bevorderen we dat onderwijs en onderzoek verweven zijn.
  • Ook tijdelijke docenten en promovendi krijgen de kans hun onderwijsvaardigheden te ontwikkelen. Docenten moeten voldoende begeleidingstijd krijgen per student.
  • Hogescholen en universiteiten mogen experimenteren met een meer flexibelere opzet van het studiejaar. Op een manier die past bij de onderwijsvisie, bijvoorbeeld met een kortere zomervakantie en langere kerstvakantie. Zo kunnen zij de druk op student én docent verlagen.

Open wetenschap, zichtbaar en waardevol in de samenleving

De coronacrisis laat zien hoe belangrijk open wetenschap is. Wetenschappers werken wereldwijd samen en delen kennis zonder betaalmuren. Mede daardoor weten ze in een korte tijd reuzestappen te maken. Of het nu gaat om onderzoek naar klimaatverandering of naar de kwaliteit van de zorg, we hebben er allemaal baat bij dat kennis vrij gedeeld wordt en niet gehinderd wordt door commerciële, kortetermijnbelangen. Wij maken van open wetenschap daarom ‘het nieuwe normaal’.

  • We pleiten voor vrije toegang tot onderzoeksartikelen voor al het publiek gefinancierde onderzoek. We sluiten ons daarom aan bij het internationale samenwerkingsverband cOAlition S. Hierbij hanteren we het principe “open als het kan, gesloten als het moet”.
  • We geven onderzoekers het recht om onderzoeksdata openbaar te maken. Data zijn vaak de grondstof voor algoritmes. Door grote hoeveelheden data te combineren kunnen we sneller wetenschappelijke doorbraken bereiken. We voorkomen dat data achter een betaalmuur verdwijnen.
  • Veel onderzoeksprogramma’s stellen als voorwaarde dat onderzoekers samenwerken met private partijen. We kijken kritisch waar een bijdrage van private partijen echt wenselijk is.
  • Wetenschappers krijgen meer hulp van kennisbenuttingscentra (KTO’s) om te zorgen dat hun onderzoek meer impact heeft in de maatschappij.