Meer kansen voor alle studenten

Je studententijd is een bepalende fase. Je leert jezelf goed kennen, krijgt een basis mee voor je werk en je maakt vrienden voor het leven. Sluipenderwijs is echter de selectie aan en na de poort toegenomen. Doorstroming wordt geblokkeerd. Studenten hebben te maken met een stapeling aan selectieprocedures en moeten zo snel mogelijk hun studie afmaken. Dit pakt met name slecht uit voor studenten die als eerste uit hun gezin gaan studeren en/of een biculturele achtergrond hebben. Wij pleiten voor minder focus op snelheid en standaardroutes en meer ruimte voor maatwerk en persoonlijke ontwikkeling. Voor alle studenten, van mbo tot hbo tot universiteit.

Meer kansen en kwaliteit in het onderwijs

Niet elke student ontwikkelt zich op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Onderwijs van goede kwaliteit is onderwijs dat het beste uit elke student haalt. D66 wil voorkomen dat een gemiste eerste kans ook meteen de laatste kans was. We bieden studenten meer kansen om succesvol door te stromen. Zo gaat geen talent verloren.

  • We stellen paal en perk aan de wildgroei van toelatingscriteria en selectieprocedures. Bacheloropleidingen, schakelprogramma’s, pre-masters en masteropleidingen mogen alleen studenten selecteren als er te veel aanmeldingen voor de beschikbare plekken zijn. Bijvoorbeeld als studentenaantallen onverwacht harder groeien dan de capaciteit toelaat. De selectiemethoden moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn.
  • Het bindend studieadvies (BSA) mag alleen gemotiveerd worden ingezet en beperken we tot maximaal 40 studiepunten (ECTS). Het huidige BSA zonder voorwaarden stopt de ontwikkeling van studenten vaak te vroeg. Dit raakt met name studenten die als eerste uit hun familie gaan studeren. De oplossing is dan meer begeleiding in plaats van stoppen met de studie. We staan open voor alternatieven waarbij een advies geen verkapt verbod is, maar zowel de mogelijke ontwikkeling als de doorstroming worden bevorderd.
  • We stimuleren instellingen om overstappen tussen vo, pro/vso, mbo, hbo en wo makkelijker te maken. Schakeltrajecten maken we onderdeel van de normale financiering. Daarnaast worden er passende en effectieve leerroutes ingericht tussen vo(pro/vso)-mbo en bijvoorbeeld hbo-mbo. Dit door het verlenen van vrijstellingen voor bijvoorbeeld havo- of hbo-studenten bij een mbo-opleiding. De student en leerroute staan centraal en financiën volgen. Hiervoor is ontschotting tussen de leerdomeinen noodzakelijk.
  • We versterken de positie van de mbo-student. Er komen gelijke kansen op studentenhuisvesting, gelijke aanspraak op studentenkortingen en -voordelen, gelijke toegang tot sport en cultuur en gelijke stagevergoedingen voor mbo- en hbo-studenten in de publieke sector. Daarnaast verlagen we voor kwetsbare studenten de drempel naar het mbo door kosten, zoals de aanschaf van boeken en een laptop, deels te ondersteunen.
  • We omarmen digitaal onderwijs als nuttige aanvulling op onderwijs op de campus. We zetten in op de ontwikkeling van nationale standaarden en platforms. Zo hoeven docenten niet zelf opnieuw het wiel uit te vinden. Ook is het belangrijk dat docenten de software en apparatuur krijgen om digitaal onderwijs te geven en dat er geld beschikbaar komt om ondersteuning te verbeteren. We vragen onderwijsinstellingen om privacy goed te verankeren door bijvoorbeeld met opensource-software te werken.
  • Het krijgen van of de zorg voor kinderen mag de onderwijskansen niet in de weg staan. We pleiten daarom voor landelijke regels voor zwangerschap in alle onderwijsvormen. Zo worden niet alleen mbo’ers, maar ook studenten in het hbo, wo en andere langdurige onderwijsvormen in staat gesteld om te kunnen en blijven studeren.

Uitbreiding van de studiebeurs

D66 kiest voor een nieuwe studiebeurs. Uit de evaluatie blijkt dat het leenstelsel niet voor alle studenten even goed werkt. Die knelpunten pakken we aan. Daardoor kunnen we fors blijven investeren in de kwaliteit van het onderwijs en laten we niemand vallen.

  • Studenten ontvangen net als andere volwassenen de verzilverbare belastingkorting in plaats van toeslagen. Als studenten niet voldoende verdienen, krijgen ze de belastingkorting uitbetaald. Voor de meeste studenten betekent dat een beurs van € 300 per maand.
  • Ouders met een middeninkomen kunnen niet altijd bijdragen wat van hen verwacht wordt. Daarom maken we de studiebeurs voor meer studenten beschikbaar. Voortaan hebben alle studenten van wie de ouders tot € 70.000 per jaar verdienen recht op een studiebeurs van maximaal € 400 euro. Hierdoor zou ongeveer zes van de tien studenten de nieuwe studiebeurs gaan ontvangen.
  • Trapsgewijs zullen we de studiefinanciering, bijstand en AOW door een verzilverbare heffingskorting vervangen. De eerste stap hierin is een verzilverbare heffingskorting voor alle studenten, die vóór 2030 zal worden ingevoerd. Deze compenseert minimaal de aanvullende beurs en de weggevallen toeslagen. In plaats van allerlei verschillende beurzen, kredieten, toeslagen en aftrekposten met ingewikkelde voorwaarden krijgt de student één bedrag op z’n rekening gestort.
  • We geven studenten meer flexibiliteit en een reëler beeld van de studielening. Voortaan bekijkt DUO na elk jaar hoeveel studiepunten de student heeft gehaald en zet de studiebeurs en het OV- reisrecht om in een gift. We versoepelen de huidige prestatie-eisen aan de studiebeurs.
  • Studenten blijven recht houden op de OV-studentenkaart.
  • We verlagen de financiële drempels voor studenten uit het Caribisch deel van het Koninkrijk om in Nederland te kunnen studeren.
  • D66 verdubbelt het bedrag van de studievoucher voor studenten en geeft hen de mogelijkheid deze te verzilveren om de studieschuld te verlagen.

Studenten ontwikkelen zich breed

Sommige studenten zoeken naar uitdagingen buiten de collegebanken. Ze doen vrijwilligerswerk, starten een onderneming of worden actief bij een vereniging. Of ze kiezen voor verdieping en volgen een extra vak, een tweede studie of studeren een semester in het buitenland. We willen dat elk talent zich kan ontplooien en ontwikkelen.

  • We stellen dat voltijd studeren de norm blijft, maar maken aanvullend flexstuderen in de wet voor alle voltijdstudenten na het eerste studiejaar mogelijk. Studenten maken afspraken met de opleiding over welke vakken ze het volgende jaar volgen. Alleen voor die vakken betalen ze.
  • Iedereen krijgt de kans om een tweede studie tegen het wettelijk, lage collegegeldtarief te volgen (in plaats van het instellingstarief).
  • Niet elke opleiding trekt volle klassen. Toch koesteren we ook kleine en unieke opleidingen. Denk bijvoorbeeld aan bijzondere ambachten of unieke taal- en cultuurstudies. Om deze expertise in de toekomst te houden willen we dat er aparte afspraken kunnen bestaan om deze opleidingen te behouden.
  • We zetten in op studenten(sport)verenigingen die voor alle studenten uit de stad toegankelijk zijn. Obstakels die verenigingen ervaren bij het toelaten van diverse groepen studenten, zoals het gebrek aan financiering voor mbo-studenten of kunstacademiestudenten, halen we weg.

De vruchten van een internationale ervaring

Studenten leren door internationale contacten meer over de ander en zichzelf. Internationale studenten versterken de kenniseconomie. We kiezen volmondig voor internationalisering, op voorwaarde dat het kwaliteit toevoegt en niet alleen een middel is om de onderwijsfinanciering op te krikken.

  • We geven elke student – ongeacht richting of niveau – de mogelijkheid om minimaal één stage of semester in het buitenland te volgen. Bijvoorbeeld door het verbeteren van de toegang tot het Europese uitwisselingsprogramma Erasmus+ en de mogelijkheid om aanvullend te lenen, om de extra kosten van een studie of stage in het buitenland deels te dekken. We enthousiasmeren studenten die daar nu weinig gebruik van maken, waaronder mbo’ers en kwetsbare leerlingen. Via bi- of multilaterale afspraken zorgen we ervoor dat het arbeidsrechtelijk kader internationale stages niet in de weg staat.
  • We maken het makkelijker voor mbo’s, hogescholen en universiteiten om internationaal nauw samen te werken. Een opleiding zou tegelijkertijd op meerdere plekken op de wereld gegeven moeten kunnen worden. Een student krijgt dan van meerdere instellingen tegelijkertijd een diploma.
  • Engels mag de voertaal van een opleiding in Nederland zijn. We stellen als voorwaarde dat Engelstalig onderwijs van meerwaarde is. Financiële prikkels om op Engelstalig onderwijs over te stappen worden zo veel mogelijk uit de bekostiging van het onderwijs gehaald. Engelstalige opleidingen hebben de verantwoordelijkheid om internationale studenten wegwijs in Nederland te maken.
  • Onderwijsinstellingen stellen samen met de gemeente een streefgetal voor het maximum aantal internationale studenten vast, gebaseerd op de capaciteit aan huisvesting en voorzieningen. De instellingen worden geacht internationaal promotiebeleid te voeren dat hierbij past. Zij hebben ook een plicht om internationale studenten gratis te helpen bij het vinden van een studentenkamer.

De beste controle op goed onderwijs zijn studenten en docenten

Goed onderwijs komt tot stand als degenen meebeslissen die er dag in dag uit mee te maken hebben. D66 wil een open cultuur en échte invloed van studenten en docenten op hún onderwijs. D66 wil bij het mbo, de hogescholen en universiteiten, de opleidingscommissies en studentenraden versterken en rechten en plichten voor deze raden uitbreiden. Meer aandacht voor scholing, goede faciliteiten en vol- doende beschikbare uren is hiervoor onmisbaar. Medezeggenschap moet zowel centraal als decentraal sterk zijn.

  • Het budget dat bij de invoering van het leenstelsel is toegevoegd aan de verbetering van de kwaliteit van onderwijs blijft structureel behouden voor het hoger onderwijs. D66 neemt zich voor ook toekomstige investeringen bij de onderwijsinstellingen structureel te maken. Daarbij geven we vertrouwen aan studenten, docenten en onderwijsbestuurders om gezamenlijk het budget in te zetten. We verzetten ons tegen prestatieafspraken met boetes.
  • Medezeggenschappers van opleidingscommissie tot centrale (studenten)raad horen goede ondersteuning, faciliteiten en tijd te krijgen. We pleiten daarom voor een landelijk kader voor de ondersteuning. In dat kader wordt tenminste een hoger minimumaantal uren voor alle medezeggenschapslagen, een minimumbudget voor scholing en een minimumbedrag om studievertraging te compenseren vastgelegd. Ook worden onderwijsinstellingen geacht de medezeggenschap te informeren over deze faciliteiten. Zo weten studenten op mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten waar zij tenminste op mogen rekenen.
  • Studenten en docenten gaan op opleidingsniveau meebeslissen over de inhoud van de studiekeuzecheck van de opleiding.
  • Wij zorgen ervoor dat Raden van Toezicht meer binding hebben met onderwijs en/of onderzoek. Minstens de helft van de leden wordt daarom geselecteerd uit het veld. Aan universiteiten telt de Raad van Toezicht dus vooral academici, aan het mbo vooral betrokkenen bij mbo-onderwijs. Ook wordt er aan elke Raad van Toezicht een student toegevoegd, waardoor de studentenstem bij cruciale (financiële) overwegingen niet verloren gaat.
  • We zorgen voor een veilige leer- en werkomgeving door te investeren in studentbegeleiders en vertrouwenspersonen.