Mbo in de lift
Nederland heeft een prachtig en sterk beroepsonderwijs. Het mbo zorgt ervoor dat onze meer dan noodzakelijke vakmensen goed worden opgeleid. De coronacrisis heeft laten zien dat onze samenleving steunt en draait op onze vakmensen. Of dit nu in de zorg, kinderopvang, ict of techniek is. Daarom moeten we ons beroepsonderwijs verstevigen en zo de kansen, waardering en talenten van mbo-studenten verder tot hun recht laten komen.
- We willen een einde maken aan rendementsprikkels in het mbo. Geen bekostiging meer op basis van behaalde diploma’s, maar op basis van het hoogst haalbare niveau. We willen scholen ruimte geven om maatwerk te bieden, zodat scholen de mogelijkheid krijgen om alles in het werk te zetten om tot een studiesucces te komen. Een bindend studieadvies is hierbij niet passend en wordt afgeschaft.
- Er komt maatwerk binnen de startkwalificatie. De huidige eisen van de startkwalificatie sluiten een deel van de mbo-2-studenten uit, vooral vanwege de generieke taal- en rekeneisen. Het risico is dat jongeren zonder diploma de opleiding verlaten en daardoor minder kansen hebben op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Om dit te veranderen wordt maatwerk mogelijk in combinatie met leermogelijkheden na het diploma.
- De schoolkosten voor minderjarige mbo-studenten worden geschrapt.
- Er komt een regionaal afgestemd en dekkend aanbod van vmbo-mbo-trajecten. Voor sommige jongeren is de overstap van kleinschalig onderwijs naar een grote mbo-instelling een overgang die ze niet meteen kunnen maken. Voor deze jongeren moet er een aanbod zijn waarbij ze op één school zowel een vmbo als een mbo entree of niveau 2 diploma halen.
- D66 wil iedere student een eerlijke kans op een opleiding geven. Onderwijsinstellingen moeten de ruimte krijgen om via maatwerk flexibel voortgang te bereiken met studenten. Alleen zo kan het mbo inclusief worden en krijgen alle studenten een kans.
- Op het mbo moeten alle vakken worden gegeven door een gekwalificeerde docent. De weg naar kwalificatie staat open voor zij-instromers en hybride docenten. Ook voor het vak burgerschap wordt op het mbo een bevoegdheid een vereiste. Dat kan zijn een bevoegdheid voor maatschappijleer, geschiedenis, of omgangskunde. Voor docenten die al burgerschap geven en dat willen blijven doen, wordt een versneld maatwerktraject mogelijk om de bevoegdheid te halen.
- De samenwerking tussen mbo-instellingen en het voortgezet onderwijs en hbo wordt versterkt. Door een nauwere samenwerking wordt de overstap voor studenten ook gemakkelijker.
- We bevrijden het mbo van de doorgeslagen bureaucratisering. De urennorm wordt losgelaten en in overleg met de sector worden regels geruimd. Hierin staat de autonomie van de school(leider) voorop om binnen duidelijke kwaliteitseisen en in het belang van de studenten te kunnen handelen.