Markten die werken voor iedereen

We hebben een sterke economie en een succesvol bedrijfsleven nodig voor een bloeiende samenleving. Alleen zo hebben we de middelen om te investeren in onderwijs, zorg en al die andere mooie dingen. Alleen zo zijn er genoeg banen en kansen voor mensen om zich te ontwikkelen. Door de coronacrisis zijn we in een ongekende recessie geraakt met snel oplopende werkloosheid en een groot aantal faillissementen. Het is niet duidelijk hoe snel de economie weer zal aantrekken, het is nu alle hens aan dek om de schade te beperken.

Tegelijk weten we ook dat, op de lange termijn, de economie niet ongecontroleerd kan doorgroeien. De grenzen van het huidige economisch model komen in zicht, we stuiten op ecologische grenzen: grondstoffen raken op, de aarde warmt op en biodiversiteit neemt af. Uiteindelijk raakt dit het verdienvermogen van Nederland.

Moderne marktmeesters op moderne markten

Ons kapitalistische systeem heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van onze welvaart. Wij kennen geen enkel ander systeem dat zo veel vrijheid en vooruitgang heeft voortgebracht. Maar ‘de markt’ raakt steeds meer op drift: we zien dat ongebreidelde marktwerking leidt tot ongelijke welvaart, tot ongelijkheid in kansen en zeggenschap en tot steeds grotere machtsconcentraties. Juist in deze tijd moeten we een nieuwe balans zoeken: wij willen een markteconomie die niet alleen sterk, maar ook duurzaam en weerbaar is. Met een investeringsagenda voor groen herstel.

Wij willen een nieuw progressief kapitalisme, met markten die werken voor iedereen. Hiervoor hebben we een overheid nodig die haar impact niet alleen maar meet in economische welvaart, maar ook in welzijn, kwaliteit van leven, gezondheid, leefomgeving en klimaat. Ook blijft de overheid in moeilijke tijden investeren in de structurele transities van onderwijs, klimaat, arbeidsmarkt en de hervorming van het toeslagenstelsel. Zo nodig nemen we meer tijd om onze schulden af te bouwen.

We maken van de overheid een moderne, stevige marktmeester die uitwassen in de markt, bijvoorbeeld bij Big Tech en Big Pharma, beteugelt. Zij zorgt er ook voor dat de ware maatschappelijke kosten van producten duidelijk zichtbaar zijn en waar mogelijk worden doorberekend.

Ruim baan voor waardenvol bedrijfsleven

Het bedrijfsleven is de ruggengraat van onze economie. Kleine ondernemers, middenstanders en familiebedrijven zijn de motor van onze werkgelegenheid. Hoewel er terecht kritiek is op uitwassen bij sommige bedrijven, zijn er steeds meer ondernemingen die naast winst voor de aandeelhouder juist ook zo veel mogelijk maatschappelijke waarde willen creëren in de keten. Niet alleen voor klanten, medewerkers en toeleveranciers, maar ook voor de samenleving. Juist deze bedrijven willen we een extra steun in de rug geven, bijvoorbeeld door grotere transparantie over maatschappelijke impact, nieuwe rechtsvormen en eerlijke prijzen.

We versterken de kaders waarbinnen het bedrijfsleven moet werken, maar zorgen ook voor een goed geschoolde beroepsbevolking, een hoogwaardige infrastructuur, een eenvoudig belastingstelsel, goede handelsverdragen en meer publiek-private samenwerking. Het stimuleren van innovatie, met name bij het mkb, start-ups en scale-ups blijft bovenaan de agenda staan.

Nederland circulair in 2050

Wij ondersteunen de transitie naar een circulaire economie en stellen niet alleen voor 2050 maar al voor 2025 doelen: dan willen wij 30 procent minder grondstoffen gebruiken. Dit bereiken wij door op alle fronten circulair te denken: van productontwerp tot een recht op reparatie en een marktplaats voor materialen.

Nederland als koploper in de digitale economie

Wij willen dat Nederland koploper blijft in de digitale economie. Dit betekent dat we systematisch digitale vaardigheden opbouwen bij de hele bevolking, zorgen voor een goede digitale infrastructuur en vechten voor één Europese digitale markt. Tegelijkertijd beteugelen we samen met onze Europese bondgenoten actief de schaduwkanten van digitalisering: met name de marktmacht van internetgiganten, cybersecurity-bedreigingen, nepnieuws en verlies van privacy – het één gaat niet zonder het ander.