Psychische zorg is een mensenrecht

Ruim vier op de tien Nederlanders krijgen in hun leven te maken met een of meerdere psychische aandoeningen. En wie zelf niet ooit worstelde met psychische klachten, heeft wel een vriend of familielid geraakt zien worden door een depressie, burn-out of angststoornis. Deze mensen verdienen vanaf de eerste signalen de allerbeste zorg, zonder wachtlijsten. Laten we met elkaar het taboe doorbreken en deze aandoeningen bespreekbaar maken.

Meer zorg, minder wachtlijsten

De afgelopen jaren kampte de ggz met grote personeelstekorten en oplopende wachtlijsten. Daardoor krijgen veel patiënten niet de zorg die ze nodig hebben. Dat moet anders.

  • D66 wil centrale of regionale regie van de wachtlijsten door verzekeraars, zodat ggz-aanbieders samen kijken waar de beste behandeling moet plaatsvinden en of mensen niet dubbel of verkeerd op wachtlijsten staan. Indien mensen door de basis GGZ doorverwezen worden naar gespecialiseerde GGZ, kunnen zij onverhoopt op een wachtlijst terechtkomen. In dat geval dient de basis GGZ de zorg voort te blijven zetten tot de zorg bij de gespecialiseerde GGZ van start gaat. Mensen met een hulpvraag mogen niet zonder hulp komen te zitten wanneer zij doorverwezen worden.
  • In de psychiatrie werken nu te veel mensen als zelfstandige. Daardoor zijn crisiszorg en andere diensten niet goed te vullen. De druk bij psychiaters in loondienst loopt op. Daarom wil D66 het werk in loondienst aantrekkelijker maken.
  • Op dit moment is het voor zorgaanbieders financieel aantrekkelijk zich vooral te richten op patiënten met minder zware problemen. Zo zijn patiënten met zwaardere klachten de dupe. D66 steunt de plannen om de bekostiging te veranderen. We moeten een manier vinden om de bekostiging van de zorg aan te sluiten bij de complexe problemen die nu eenmaal voorkomen in de ggz.
  • Om de capaciteit van de bedden in de GGZ zo optimaal mogelijk te gebruiken, moet er een beddenbeschikbaarheidssysteem worden ontwikkeld waarbij inzichtelijk wordt gemaakt waar opnamecapaciteit is.

Vroeg hulp bieden bij psychische problemen

Een deel van de mensen dat in aanraking komt met de GGZ heeft maatschappelijke problemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan schulden en eenzaamheid. De maatschappelijke problemen en de psychische aandoeningen beïnvloeden elkaar over en weer in negatieve zin. We moeten deze problemen her-, erkennen en aanpakken. Zo kunnen we vaker voorkomen dat psychische problemen uitgroeien tot ernstige, chronische aandoeningen of crisissituaties.

  • Er komt een landelijk preventie-akkoord Mentale Gezondheid, met aandacht voor het vergroten van de mentale vaardigheden van jongeren door onderwijs en sport, inzet op vroege signalering van psychische problemen bij jongeren en verslavingspreventie bij risicogroepen.
  • We zetten in op nazorg, om te voorkomen dat iemand terugvalt na een traject in de GGZ. We willen GGZ-instellingen en zorgverzekeraars stimuleren meer te innoveren op het gebied van nazorg mogelijkheden. Nazorg kan ook plaatsvinden door begeleiding in de eerstelijnszorg, of bij een herstelacademie als laagdrempelige opvang voor mensen die intensief willen werken aan herstel.
  • Om de kennis in de eerstelijnszorg te vergroten, komt er een uitgebreide consultatie-functie ggz- en verslavingszorg.

Goede zorg voor patiënten met Ernstig Psychiatrische Aandoeningen

Binnen de GGZ is sprake van een groep patiënten met Ernstig Psychiatrische Aandoeningen (EPA), geschat op ongeveer 210 duizend personen. Herdiagnostiek, zoals bij GGNet, brengt inzichtelijk dat patiënten niet altijd de juiste zorg krijgen, vooral door verkeerde of verouderde diagnostiek. Het stimuleren van dergelijke programma’s past binnen een project Zinnige Zorg en Juiste Zorg op de Juiste plek.

Weg met het taboe

Nog altijd ervaren mensen met psychische aandoeningen vooroordelen, sociale uitsluiting of simpelweg onbegrip. Dat belemmert hun kansen, hun vrijheid om mee te doen in de samenleving.

  • Aandacht voor psychische aandoeningen op de werkvloer is onverminderd nodig. We willen werkgevers stimuleren aandacht te hebben voor het voorkomen van stigma en het bieden van goede hulp waar nodig.
  • Maatschappelijke acceptatie kan gebaat zijn bij publieke aandacht, via publiekscampagnes die informeren en agenderen.