Een krijgsmacht voor een vrij en veilig leven

De Nederlandse krijgsmacht beschermt wat ons dierbaar is: vrede, veiligheid en vrijheid in Nederland en in de wereld. Daarnaast biedt juist de Europese Unie, met haar veel bredere palet aan middelen om vrede en veiligheid te bevorderen, een uitgelezen kans om naast deze militaire middelen ook de civiele middelen voor vredeshandhaving en bevordering van de veiligheid verder te ontwikkelen. De inzet van de krijgsmacht is immers pas aan de orde als alle andere middelen tot beslechting van het conflict gefaald hebben.

Wat D66 betreft ligt de toekomst van defensie in Europa en binnen de NAVO. Wij zijn voorstander van een Europese krijgsmacht. Nu wij niet meer kunnen rekenen op de vertrouwde militaire veiligheidsparaplu van de Verenigde Staten is het zaak dat we zelf onze broek kunnen ophouden. D66 wil een defensieapparaat dat professioneel en slagvaardig kan inspelen op alle nieuwe uitdagingen die de huidige wereld brengt.

Europese krijgsmacht

D66 wil een Europese krijgsmacht. Voor een vrij en veilig Europa, maar ook omdat we samen meer militaire slagkracht hebben en militaire missies beter kunnen uitvoeren. Zo is de EU in staat het eigen grondgebied te verdedigen en wordt de EU werkelijk een sterke, onafhankelijke speler op het wereldtoneel.

Een Europese krijgsmacht betekent schaalvoordelen waarmee uitgaven aan defensie beter terechtkomen. Door gezamenlijke ontwikkeling, inkoop en investeringen vergroten we de kwaliteit en financiële voordelen. Een Europese krijgsmacht versterkt bovendien onze gezamenlijke positie binnen de NAVO.

  • Er komt een fysiek Europees militair hoofdkwartier, waar militaire operaties worden aangestuurd.
  • Elke lidstaat stelt vast welke bijdrage het doet aan militaire capaciteiten voor de bescherming en verdediging van de EU. Deze militaire capaciteiten vormen samen de Europese krijgsmacht.
  • De Europese krijgsmacht wordt ingezet voor civiele, militaire en vredesmissies.
  • Er komt een volwaardige Commissie Veiligheid en Defensie in het Europees Parlement voor het democratisch toezicht op missies. De inzet van een toekomstige Europese krijgsmacht vereist instemming van het Europees Parlement.
  • Er komt een interparlementair netwerk van Vaste Kamercommissies voor Defensie en Veiligheid, dat toeziet op de defensiesamenwerking en bijeenkomt wanneer sprake is van dreiging.
  • Nationale defensiemarkten groeien naar elkaar toe door samen te investeren in de productie van materiaal en daar allemaal profijt van te hebben. Zo beconcurreren we elkaar niet en profiteert niet één lidstaat ten opzichte van de ander.

Een modern defensieapparaat

Jarenlang is defensie van ondergeschikt belang geweest in Nederland. Nu bouwen we weer aan een krachtig en flexibel inzetbaar defensieapparaat, dat inzetbaar is wanneer het nodig is. De Nederlandse strategische keuzes worden gebaseerd op het Europese buitenland- en veiligheidsbeleid en de inzet binnen de NAVO. De klassieke onderdelen van de krijgsmacht – de landmacht, marine en luchtmacht – worden aangevuld met nieuwe onderdelen zoals cyber en ruimte. Investeren in al deze pijlers gebeurt in Europees verband.
Het bestaande en nog altijd groeiende tekort aan personeel blijft een probleem. Duizenden onvervulde vacatures bedreigen de slagkracht van Defensie. De organisatiestructuur en -cultuur moet fundamenteel veranderen om tot een krachtig Defensieapparaat te komen.

  • We laten de uitgaven aan Defensie toegroeien naar het Europees gemiddelde van het BNP. Tegelijkertijd gaat de Nederlandse regering een bottom-up analyse doen van wat er nodig is voor een adequate, slagvaardige defensie die zijn grondwettelijke taken kan vervullen, een afdoend antwoord geeft op de verslechterende veiligheidssituatie in en om Europa en in de verdere wereld. Hierbij nemen we de door de Minister van Defensie op 15 oktober 2020 gepubliceerde visie “Vechten voor een Veilige Toekomst” als leidraad.
  • Om onze vitale infrastructuur te beschermen tegen cyberaanvallen investeren we in cybercapaciteiten bij Defensie. Kennis hierover bij de Nederlandse krijgsmacht kan zowel in EU- als NAVO-verband worden ingezet.
  • Buitenlandse investeringen in strategisch belangrijke sectoren worden gescreend en in uiterste gevallen, zoals bij gevaar voor de nationale veiligheid, tegengehouden. Dezelfde criteria moeten voor de hele Europese markt gelden.
  • Defensie werkt samen met de private sector om als krijgsmacht flexibeler en beter aangepast aan onverwachte omstandigheden te kunnen functioneren.
  • Defensie moet een veilige werkomgeving bieden. De organisatie blijft werken aan de interne veiligheidscultuur zodat defensiepersoneel veilig het werk kan doen. Daarbij hoort zorg voor het bestaande personeel en veteranen.
  • Defensie voert actief beleid om een diverse organisatie te worden, in de breedste zin van het woord.
  • Er komen meer mogelijkheden voor deeltijd en reservisten. Leeftijdsbelemmeringen worden geschrapt.
  • We stellen onze krijgsmacht open voor burgers van andere EU-lidstaten.
  • Het inkoop- en vastgoedbeleid van Defensie wordt zoveel mogelijk verduurzaamd. Op deze manier wordt de krijgsmacht bovendien minder afhankelijk van fossiele brandstoffen.

Internationale regels voor moderne wapens

D66 staat voor een kernwapenvrije wereld. Internationaal maakt Nederland zich sterk voor wederzijdse ontmanteling en het voorkomen van uitbreiding van het kernwapenarsenaal. Het uiteindelijke doel is dat alle kernwapens worden vernietigd en verwijderd. Handhaving en versterking van de afspraken over ontwapening zijn daarom noodzakelijk, te beginnen met ondertekening van het Verdrag voor verbod op kernwapens (TPNW). De JSF krijgt als vervanger van de F-16 niet langer een nucleaire taak.

  • De komst van nieuwe wapensystemen verandert het klassieke oorlog voeren. Regelgeving voor het gebruik van deze wapens is er nog weinig. D66 wil daarom internationale afspraken voor het gebruik van semi-autonome wapensystemen, zoals drones. We zijn tegen het gebruik van volledig autonome wapensystemen waar geen mens bij betrokken is, zoals killerrobots. Het gebruik hiervan wordt, net als bij kernwapens, internationaal in juridische en ethische kaders verboden.
  • De ruimte is officieel een nieuw strategisch domein binnen de NAVO geworden. Met name de ontwikkeling en bescherming van satellieten is cruciaal voor het gebruiken en verwerken van data en diensten. D66 wil dat de EU een eigen ruimtestrategie opstelt. Hierbij hoort onder andere wetgeving over oorlogvoering in de ruimte, investering in het ruimtevaartprogramma en een gedragscode in de ruimte-infrastructuur.
  • Wapenexportbeleid wordt Europees. Dit vergroot de invloed en slagkracht van de EU op dit punt. Er wordt daarom een onafhankelijke Europese wapenexportautoriteit ingesteld. Deze toetst leveringen van lidstaten, adviseert en heeft een doorslaggevende stem wanneer lidstaten verschillend denken over het leveren van bepaalde wapensystemen aan anderen. De huidige wapenexportcriteria en controle na levering van wapens worden aangescherpt. Tot slot worden leveringen automatisch bevroren bij een wapenembargo.