
Een rijke schooldag voor ieder kind
De kansenongelijkheid wordt versterkt na schooltijd: word je voorgelezen, krijg je hulp bij huiswerk en ga je muziekles, of niet? Met een rijke schooldag kunnen we deze ongelijkheid terugdringen.
Onze arbeidsmarkt verandert continu, met name door de mogelijkheden van nieuwe technologieën en door vraagstukken als klimaatverandering, uitputting van de aarde en de transitie naar een circulaire en duurzame economie en samenleving. Robotisering en automatisering zijn niet te stoppen. Hierdoor zullen banen verdwijnen, maar er zal ook nieuw soort werk ontstaan. Daarom moeten we vol inzetten op onderwijs waarmee we mensen klaar maken voor de toekomst. Dat vraagt een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, maar ook méér onderwijs op de arbeidsmarkt. Ook de veranderende leeftijdsopbouw van de beroepsbevolking, de toenemende flexibilisering van loopbanen en arbeidsvraag vragen om betere mogelijkheden voor en verdere stimulering van loopbaanontwikkeling en om – en bijscholing, zodat duurzame inzet van (ook oudere) werknemers mogelijk wordt. We hebben daar de afgelopen jaren stappen in gezet, maar er is nog veel te doen. Vooral mensen met een praktische opleiding hebben te weinig financiële middelen, mogelijkheden en tijd om bij te leren tijdens hun werkzame leven. Ook de coronacrisis draagt bij aan de noodzaak tot snelle omscholing. Dit moet aantrekkelijker en toegankelijker worden.
Nederland heeft een prachtig en sterk beroepsonderwijs. Het mbo zorgt ervoor dat onze meer dan noodzakelijke vakmensen goed worden opgeleid. De coronacrisis heeft laten zien dat onze samenleving steunt en draait op onze vakmensen. Of dit nu in de zorg, kinderopvang, ict of techniek is. Daarom moeten we ons beroepsonderwijs verstevigen en zo de kansen, waardering en talenten van mbo-studenten verder tot hun recht laten komen.
Bedrijven, scholen, onderzoeksinstellingen en overheid zijn samen verantwoordelijk voor de juiste aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Wie van een beroepsopleiding komt, moet een
fatsoenlijke kans hebben op werk. Beroepsgericht onderwijs zal moeten inspelen op de veranderende samenstelling van de beroepsbevolking en moet zich ook richten op bekwaamheden en persoonlijke ontwikkeling, om op een veranderende arbeidsmarkt een flexibel carrièrepatroon te kunnen volgen. Andersom moeten werknemers gemakkelijk kunnen bijleren, zodat hun kennis en vaardigheden blijven aansluiten op de snel veranderende (technologische) eisen op de werkvloer.
Een nieuwe (deel-)opleiding op latere leeftijd volgen, zou net zo normaal moeten zijn als naar school gaan wanneer je jong bent. Hoe sneller de wereld verandert, hoe noodzakelijker het is om mensen de kans te geven zich daarop voor te bereiden.