Campagne kick-off over de klimaatcrisis – Sigrid Kaag

Op 13 februari 2021 trapte D66 de campagne voor de Tweede Kamerverkiezing af. D66-leider Sigrid Kaag stond stil bij dé uitdaging van deze tijd: de klimaat- en natuurcrisis.

“Wat mij hoop geeft is het optimisme van jonge mensen die de straat op gaan voor het klimaat. Van grootouders voor het klimaat. Het is aan de politiek om te luisteren. Om naast die overweldigende meerderheid van de Nederlanders te gaan staan.”

Kijk de speech terug.

D66-leider Sigrid Kaag spreekt over de klimaatplannen van D66. Beeld: Jeroen Mooijman

Partijgenoten,

Ik wil dat wij elkaar bij deze campagne-start iets beloven. Dat we breken met de oude politiek. Met het voorspelbare geharrewar. Dat we vertrouwen op onze eigen idealen. De politiek heeft zichzelf klein gemaakt. Inhoud en idealen staan stof te vergaren in het magazijn, terwijl de waan van de dag pronkt in de etalage. Visie is een vies woord. Dat is beangstigend, want als de politiek iets moet doen in deze tijd, dan is het koers zetten.

Nederland is geen machine die we onderhouden met een beetje draaien aan moertjes en boutjes. Nederland is geen breekbaar vaasje dat onaangeraakt moet blijven staan waar het staat. Nederland is een schip op zoek naar houvast aan de horizon. Naar richting. Naar een antwoord op een simpele vraag: wat voor land willen we na deze crisis zijn?

Ik zie het helder voor ogen. Een land dat groter is dan onze bescheiden plek op de wereldkaart. Een land dat iedereen vrijlaat om het leven zelf in te richten. Van de geboorte tot de liefde tot de dood. Een land waar ieder kind dezelfde kans krijgt op een goed bestaan.
Waar je waardig oud kan worden.

Maar dat land kunnen we alleen worden als we groot durven denken. Het gekrakeel achter ons laten. Als we kiezen, ook als de keuze moeilijk of ongemakkelijk is. We zitten in een grote crisis. Maar daar achter schuilen nog veel grotere crises. De kansencrisis, die we alleen te lijf kunnen met grote investeringen in onderwijs en innovatie. Wij hebben onze kaarten op tafel gelegd met een miljarden- en meerjarenplan. Hopelijk doen andere partijen dit keer ook mee. Alles voor gelijke kansen voor onze kinderen en jongeren.

De wooncrisis. Want ondanks de vele huizen die de afgelopen jaren zijn gebouwd, is een fijn huis voor te veel mensen – vooral jonge mensen – een fata morgana. We zullen meer dan één miljoen woningen moeten bouwen de komende jaren.

En achter de coronacrisis schuilt ook de klimaat- en natuurcrisis.
En dat is waar ik het vandaag uitgebreid over wil hebben.

Sinds mijn jeugd is de wereld ingrijpend veranderd. De opwarming van de aarde heeft diepe wonden geslagen. De landijsmassa’s smelten. De dooi van de permafrost zorgt voor enorme grondverzakkingen in het arctisch gebied. Hoge temperaturen wakkeren bosbranden aan in Australië en de Verenigde Staten.
De natuur en het dierenrijk lijden onder het veranderende klimaat.
Sinds 1970 is bijna zeventig procent van alle dieren uitgestorven.
Sinds 1990 driekwart van alle insecten.

Nederland lijdt zelf ook al onder de opwarming. In 2019 werd in Gilze-Rijen op 25 juli een temperatuur van 40.7 graden gemeten. Een absoluut record. Die week verloren driehonderd mensen meer het leven dan in een gemiddelde zomerweek. Afgelopen april werden we opgeschrikt door grote branden in Limburg en Brabant. Zo’n 1000 hectare aan natuur brandde af.

Nederlanders betalen nu al de prijs van het veranderende klimaat. Letterlijk. Eén enkele Brabantse hagelstorm in de zomer van 2016 heeft tot 675 miljoen schade geleid. In Zeeland waar meer dan driekwart van de grond wordt gebruikt voor landbouw is de grond zo zout geworden dat het steeds moeilijker wordt om nog groenten te laten groeien.

Van alle Europese landen wordt Nederland door de stijging van de zeespiegel het meest acuut bedreigd. Als we doorgaan op de huidige voet is er een reële kans dat wij ons dierbare land niet voor volgende generaties kunnen behouden. Dat ieder laatste stukje koraal verdwijnt bij Curaçao. En dat de Waddenzee, ons precaire en schitterende erfgoed, bezwijkt onder de grote druk op haar biodiversiteit.

Dit is de realiteit. Wij zien het niet onder ogen, maar het staart ons al een tijd recht in het gezicht. Onze leefomgeving raakt zo uit balans dat een goed, stabiel en veilig leven in gevaar komt voor deze en volgende generaties. De mens zelf is het grootste slachtoffer.

In de woorden van de Engelse natuurheld David Attenborough:
‘We spreken vaak over het redden van de planeet.
Maar het gaat eigenlijk over het redden van onszelf.
De wildernis zal terugkomen.’

De vraag is daarom allang niet meer of we iets moeten doen. De vraag is nu of we de moed hebben om te handelen naar de feiten. Of we keuzes durven te maken.

Als politiek leider van D66, Nederlander, Europeaan, mens en moeder kan ik jullie zeggen: ik ga daar alles aan doen. We hebben geen minuut te verliezen. Het is tijd om te handelen alsof ons huis in brand staat, omdat dit ook daadwerkelijk zo is.

Ik zal handelen. En ik doe dat vanuit een politieke traditie. D66 is altijd klimaatpartij geweest. Na de Club van Rome zette Hans van Mierlo wat toen ‘het milieu’ werd genoemd op de politieke agenda. Een generatie later ontfermde Jan Terlouw zich over de natuur. Stientje van Veldhoven en Alexander Pechtold brachten in 2017 de grote ommezwaai in de Nederlandse klimaataanpak. Gerben-Jan Gerbrandy in de Europese. Rob Jetten bracht de klimaatkentering in praktijk.

Het blijft voor ons D66’ers nooit bij woorden. Het agenderen van een probleem is niet genoeg. Wie verandering wil moet daaraan werken. Dat kan alleen via de weg van de macht. Die weg hebben wij de afgelopen jaren bewandeld. Ons kabinet investeerde meer in natuur en klimaat dan welk eerder kabinet ook.

De doelen van Parijs zijn vastgelegd in de wet. We hebben een van de eerste en meest ambitieuze Klimaatakkoorden van de wereld. De Groningse gaskraan gaat dicht. Alle kolencentrales sluiten de deuren. En tegelijkertijd schieten er zoveel windmolens uit de zee dat het nog maar acht jaar duurt voordat meer dan de helft van onze groene stroom direct komt van windmolens op de Noordzee. Ons kabinet introduceerde eindelijk het ultiem liberale principe dat de vervuiler betaalt. Een CO2-heffing voor de zware industrie. En een belasting op vliegen.

Niemand dacht dat het kon. Maar dan werd er niet gerekend met de kracht van progressieve politiek, van politieke samenwerking en van maatschappelijke overtuiging. Die kracht heeft ook een kentering teweeggebracht in de jarenlange versloffing en verstikking van de natuur. Het is ons gelukt het natuurbudget te verdubbelen en we zijn begonnen met de halvering van de stikstofuitstoot.

Na jaren van klimaatstilstand is Nederland begonnen aan een inhaalslag. Zon -en windenergie groeien nergens in Europa zo hard als in Nederland. Ieder jaar realiseren we hier nu een kleine kerncentrale aan zonnestroom. En nergens ter wereld kun je zo makkelijk een laadpaal vinden om je elektrische auto op te laden als in Nederland.

Maar het is niet genoeg. De jonge klimaat-stakers willen niets liever dan nooit meer klimaat-staken, maar de politiek heeft nog geen reden gegeven tot een staakt-het-vuren. Het mag ons nooit meer gebeuren dat er een rechter aan te pas moet komen om de Nederlandse staat aan haar kerntaak te houden: de bescherming van het leven en het welzijn van haar burgers.

De politiek moet de keuzes maken die nodig zijn, ook als het moeilijk wordt of impopulair is. Dat is leiderschap. Mijn plan van aanpak rust op drie pijlers. Het moet alomvattend zijn, gericht op de urgente verandering van het hele systeem. Het moet eerlijk en rechtvaardig zijn, gericht op de welvaart en het welzijn van eenieder. En het moet internationaal zijn, met een leidende rol voor Nederland in Europa en in de wereld.

In de eerste plaats moet de klimaat-discussie het kleine individuele schuldgevoel ontstijgen. Te lang heeft de politiek mensen voorgehouden dat een beter milieu begint bij jezelf. Een beter milieu begint bij politieke actie en bij overheidsingrijpen.

Ik ben mijn carrière dertig jaar geleden begonnen bij Shell. Als jonge beginner heb ik er veel geleerd. Maar als geen ander weet ik dat de fossiele industrie nu een achterhoede-gevecht voert. Het business-model is eindig. En het had in ons aller belang, allang beëindigd moeten zijn.

Daarom zeg ik: stop alle subsidie, belastingkortingen en hulp in welke vorm dan ook aan de fossiele industrie en gebruik het voor duurzame alternatieven. In de samenleving van morgen is er geen plek voor het verbranden van olie of voor CO2-uitstoot.

Kolencentrales draaien alleen nog maar dankzij subsidie. De groei van zonne-energie en wind gaat razendsnel en het prijskaartje van CO2-uitstoot stijgt. Het heeft dan ook geen zin om die roetzwarte kolen-centrales te blijven subsidiëren.

Het voornemen is nu om in 2030 alle kolencentrales te sluiten.
Maar ik zeg vandaag: Het moet sneller. Met heldere regels, belasting op vervuiling en prikkels voor vergroening, worden ook grote bedrijven weer een bron van trots. Werkgevers van velen in een nieuwe economie. Daar ben ik van overtuigd. En weet je wat? Bedrijven willen dit! Ze snakken naar helderheid. Naar politieke consistentie. Na vier jaar als handelsminister kan ik dit met gezag stellen.

Grote vervuilende bedrijven, begrijpen dat de politiek moet ingrijpen. Dat er kansen schuilen in eerlijke en heldere regels. Dat als we de klimaatcrisis echt goed aanpakken, dat we er ook aan kunnen verdienen. Maar dan is het nu ook tijd om fors te investeren in de energie en de kennis van morgen. We kunnen zonnepaneel leggen op ieder dak van Nederland. We kunnen de grootste windenergie-producent in Europa worden met windmolens op zee. En we kunnen de MBO-studenten van nu opleiden om de vaklui te worden in de economie van morgen.

In die economie zullen we nog steeds vliegen. We zullen ook nog steeds vlees eten. De vraag is of het minder en beter kan. En het antwoord is ja. Een eerlijke prijs is een eerste stap. Investeringen in innovatie wijzen de weg vooruit, voor klimaat en economie. Vliegen op waterstof of elektriciteit is een droom voor morgen, maar wel eentje die uit kan komen als we blijven investeren in fundamenteel onderzoek en innovatie. In Maastricht wordt nu al vlees gekweekt zonder schade aan natuur en klimaat.

In de economie van morgen zal er ook nog steeds plek zijn voor de landbouw. Maar dan moet het systeem wel overhoop. De verhoudingen zijn nu te scheef. Nederland is qua grootte het 132-ste land ter wereld, maar de op een-na grootste landbouw-exporteur.
Boerderijen zijn verworden tot fabrieken, waar efficiëntie noodgedwongen belangrijker is dan zorg voor dier en natuur.
En voor boeren is een eerlijke prijs net zo zeldzaam geworden als een grutto in de weide.

Ik wil dat we de veestapel halveren en dat er binnen nu en tien jaar een einde komt aan de bio-industrie. Het boeren blijft een Nederlandse traditie om te koesteren, maar wel zoals het ooit is bedacht. Met oog voor het welzijn van boer, natuur en klimaat.

We kunnen de groene revolutie niet aan laten komen op individuele keuzes, hoe belangrijk die ook zijn. We doen het samen. Voor iedereen, met iedereen. Dus moet het systeem op de schop. Vervuiling moet moeilijk en duur zijn. Schone keuzes makkelijk en goedkoop. Reizen van hier naar Berlijn moet makkelijker en goedkoper zijn met de trein dan met het vliegtuig. Gekweekt vlees moet goedkoper zijn dan geslacht vlees. Duurzame energie goedkoper dan fossiele brandstoffen. Elektrische auto’s goedkoper dan vervuilende auto’s.

Als wij die keuzes samen maken kunnen we de oude systemen doorbreken. Een keuze, een druppel in de oceaan, kan een golf in beweging brengen die de hoogste muren van stilstand en vervuiling doorbreekt.

Ik geloof dat we die keuzes kunnen maken. En ik geloof dat het ook eerlijk kan. Op een manier die de ongelijkheid niet vergroot maar verkleint. De klimaattransitie is een sociale transitie. Of beter gezegd: kan een sociale transitie worden.

Maar politiek Den Haag draagt de last om het te bewijzen. Er is meer nodig voor diegenen die minder hebben. Wie een tochtig huis heeft krijgt als eerste hulp met isolatie. Wie in een flat bij een druk verkeerspunt woont, merkt als eerste dat het stiller en schoner wordt. Wie z’n fossiele baan verliest krijgt toegang tot ander en gezonder werk. De politiek heeft de plicht te laten zien dat dit een project voor iedereen is.

Het is mijn overtuiging dat we deze grote omwenteling alleen kunnen maken als mensen niet alleen mee mogen praten, maar ook beslissen.
Als wij het vertrouwen krijgen van de kiezer zullen we dat vertrouwen daarom linea recta teruggeven.

Hoe? Met een burgerforum van oud én jong. Een grote groep willekeurig gekozen burgers krijgt een echte stem in het hoe en het wat, ook na de verkiezingen. Na zes maanden zal dit Burgerforum onze eerste klimaatagenda richting geven zodat we kunnen beginnen aan de uitvoering.

Nederland kan in dit alles een leidende rol nemen in de wereld. Verandering begint met een goed voorbeeld. Nederland is eindelijk op weg. Maar we moeten ook realistisch zijn. Nederland alleen kan geen vuist maken in de wereld. Daarom wil ik dat we als een van de oprichters van de Europese Unie onze reputatie weer eer gaan doen.

Na de vertwijfeling van de afgelopen jaren wil ik beginnen met een schone lei. Niet alleen omdat dit past bij onze geschiedenis, maar ook omdat het in het belang is van ons heden. En onze toekomst.

Samen met onze Europese bondgenoten kunnen we meer dan alleen.
Spaanse zonnekracht, Scandinavische waterkracht, Nederlandse windkracht: het is een machtige combinatie op de weg naar klimaat-neutraliteit. Daar komt bij: hoe beter we samenwerken in de opwekking van onze eigen energie, hoe minder afhankelijk we zijn van oliestaten. En hoe beter geïntegreerd de Europese markt, hoe meer de nieuwe generatie Nederlandse ondernemers daarvan profiteert.

Zonneauto’s uit Helmond kunnen de Europese snelwegen veroveren.
Groningen wordt de groene waterstof-fabriek van Europa.
Chipmakers uit Eindhoven besparen straks misschien wel de hele wereld energie.

De ouderwetse Hollandse fiets en nieuwerwetse elektrische varianten veroveren steden in Europa en ver daarbuiten.
Bovendien kan Nederland de agenda helpen bepalen namens 450 miljoen Europeanen. Als minister heb ik samen met mijn Franse collega een nieuwe Europese handelsaanpak ontwikkeld.
Als wij met Europa als grootste interne markt ter wereld beginnen aan een onder-handeling dan is verduurzaming onze eerste onwrikbare eis.

Wie toegang wil tot onze economie moet het klimaat voorrang geven.
Dat is ook mijn boodschap aan onze geestverwant Joe Biden.
Kom naar Europa, en je krijgt het groenste handelsakkoord ooit!
Samen met de Amerikanen kunnen we een blok vormen tegen de krachten die de fossiele wereld in stand willen houden.
Bolsonaro heeft niet alleen Parijs afgeschreven, maar ook de Amazone. Poetin verkoopt een verslaving aan Russisch gas.
En zelfs in Australië, het land dat deze zomer in brand stond, wordt nu nog gewerkt aan de opening van de grootste kolenmijn ter wereld.
Met dezelfde ambitie zullen we de internationale strijd tegen natuurvernietiging oppakken.

Wat ‘Parijs’ in 2015 voor het klimaat was, moet ‘Kunming’ in China nog dit jaar worden voor biodiversiteit. Een politiek kantelpunt met afrekenbare doelen voor natuur-bescherming.

De geschiedenis kent zo nu en dan momenten waarop een samenleving zich radicaal hervormt. Dit is zo’n moment.
We constateren nuchter: Nederland en Europa doen veel, maar lang niet genoeg. Voor uitstel is geen tijd meer. Van ontkennende politici die twijfel zaaien over de wetenschap hebben we genoeg gehad. Voor vertragende politici die ieder excuus aangrijpen om het nu even niet te doen, hebben we het geduld niet meer. Voor weifelende politici die weg-lopen als het erop aankomt hebben we de luxe niet meer.

De coronacrisis kan een keerpunt zijn. We hebben de technologie. We hebben de overtuiging en de mensen. We hebben de kans om onze manier van leven drastisch te verbeteren.

Jan Terlouw zei vorige maand: “Ik ben een optimist. Dat wil zeggen: ik geloof niet in pessimisme, want dat lost niets op.” De pandemie is bedreigend. De economische crisis beklemt. De klimaatcrisis verstikt. Maar wat mij hoop geeft is het optimisme van zoveel mensen in Nederland die richting willen geven aan het schip. Die niet bij de pakken neer gaan zitten.

Wat mij hoop geeft is het optimisme van jonge mensen die de straat op gaan. Van grootouders voor het klimaat. Van al die ouders met drukke banen die de tijd en de ruimte vinden om uit te zoeken hoe zij ook iets kunnen doen. Van al die ondernemers die hun toekomst investeren in de nieuwe economie. Het is aan de politiek om te luisteren. Om naast die overweldigende meerderheid van de Nederlanders te gaan staan.

Wij hebben de plannen en de idealen om het optimisme een stem geven. Maar idealen zijn niks zonder macht. Daarom moeten we alle kiezers naar de stembus krijgen. Daarom is ons doel bij deze verkiezingen duidelijk.

Regeren.
Weer regeren.
Maar dit keer als grootste.