Opinie: Student gebaat bij begeleiding en soepeler bindend studieadvies

Recent maakte minister Dijkgraaf bekend dat hij het bindend studieadvies versoepelt. Zo wil hij de prestatiedruk op studenten verlagen. Critici zijn bang dat de kwaliteit van het onderwijs hiermee achteruitgaat. Onterecht, betoogt Jeanet van der Laan. Een soepeler bindend studieadvies vraagt om goede studiebegeleiding. Hogescholen en universiteiten moeten aan de bak met goed en persoonlijk advies aan studenten.

Een versie van dit opinieartikel stond op 23.05.2023 in Trouw.

Het eerste studiejaar is spannend. Studenten wennen aan hun nieuwe opleiding en studentenleven. Maar voor sommige studenten wordt dit proces abrupt beëindigd door een bindend studieadvies. Zij mogen niet door met hun opleiding en moeten een andere studie gaan zoeken. Terwijl juist in dit eerste jaar studenten gebaat zijn bij persoonlijk advies, rust en ruimte.

Onderwijs is meer dan alleen punten halen

Het versoepelen van het bindend studieadvies past bij een bredere opvatting over onderwijs. Natuurlijk draait onderwijs ook om het halen van vakken en je diploma. Maar onderwijs is veel meer dan dat alleen. Onderwijs gaat ook om het vinden van een plek in de samenleving. En over vrienden maken, vallen en opstaan. Daar horen goede en persoonlijke adviezen aan studenten bij, gebaseerd op méér dan alleen studiepunten. Zo ontstaat ruimte en perspectief om echt te ontwikkelen.

De afgelopen jaren is er veel druk op studenten gelegd om vakken zo snel mogelijk te halen en snel de arbeidsmarkt op te kunnen. Deze kabinetsperiode wordt er hard gewerkt om de druk op studenten te verlichten. Onder andere door het invoeren van de basisbeurs en de herwaardering van praktisch onderwijs. En dat is broodnodig: uit onderzoek blijkt dat meer dan de helft van alle studenten psychische klachten ervaart. Een beetje stress hoort erbij, maar dit is niet hoe de studietijd bedoeld is. Het versoepelen van het bindend studieadvies is hierin een volgende stap omdat het druk van de ketel haalt.

Met name de universiteiten zijn kritisch op het plan van Dijkgraaf. Bestuurders en rectoren reageren zelfs dat het aanpassen van het bindend studieadvies niet goed zou zijn voor studenten. Het zal leiden tot méér uitval in het tweede jaar, steeds vollere collegezalen en hogere werkdruk bij studiebegeleiders en docenten. Ook wijzen zij naar de portemonnee: we kunnen dit niet betalen.

Aan de slag met goede begeleiding

Aan het geld ligt het niet. Ruimte geven aan docenten en studiebegeleiders om studenten beter te begeleiden is een bedrijfsmatige keuze die bestuurders kunnen en moeten maken. Zeker met de recente investeringen is er voldoende ruimte om het onderwijs zo in te richten dat docenten en studiebegeleiders voldoende tijd hebben om deze rol te vervullen. Daarnaast is de maatschappelijke opdracht ook voor universiteiten breder dan enkel kennisoverdracht.

Uit de praktijk blijkt dat het kan. Hogeschool Fontys concludeerde naar aanleiding van onderzoek tijdens corona dat veel studenten onterecht werden weggestuurd en schaft daarom het bindend studieadvies helemaal af. Hogescholen Zuyd en Windesheim maakten eenzelfde beslissing. Universiteitsbestuurders hoeven dus niet het wiel opnieuw uit te vinden: de blauwdruk ligt al klaar bij hun collega’s.

Tot slot getuigen veel kritische reacties van een te beperkte blik. Bijna de helft van de studenten met een negatief bindend studieadvies volgt een jaar later dezelfde studie aan een andere universiteit of hogeschool. De vakken die studenten wél gehaald hebben, mogen ze niet altijd meenemen naar de nieuwe opleiding. Dat levert onder de streep alleen maar meer werk op voor studenten en docenten. Goede studiebegeleiding is daarom in ieders belang.

Waar een wil is, is een weg

Met de versoepeling van het bindend studieadvies bieden we studenten meer ruimte om hun weg in de samenleving te vinden. Onderwijs stoomt jonge mensen klaar voor de rest van hun leven. Daarvoor is tijd, ruimte en aandacht nodig. Geen psychische klachten of verlammende druk. Het geld is er, de ideeën zijn er. En waar een wil is, is een weg.