Sigrid Kaag biedt Miljoenennota aan

Sigrid Kaag - Beeld: Ministerie van Financiën

Minister van Financiën Sigrid Kaag bood op dinsdag 20 september voor het eerst de Miljoenennota aan aan de Tweede Kamer. Na Prinsjesdag debatteert de Tweede Kamer over de plannen van het kabinet. Hieronder lees je de toespraak van minister Kaag in het parlement.

2022 werd niet het jaar waarop we hoopten

Mevrouw de Voorzitter, ‘Angst zonder gedachten, de geest loopt als een pakezel de verschroeide aarde op – niets valt er te overpeinzen nu. Voldongen feiten om ons heen.’

Dit zijn de eerste woorden uit het gedicht dat Dichter des Vaderlands Lieke Marsman schreef, de dag na de Russische inval in Oekraïne.

We werden die ochtend wakker in een andere wereld. Voldongen feiten, die we liever niet gekend hadden. Angst, voor velen in ons deel van de wereld een grote onbekende, drong nu toch binnen in de huiskamers. Zijn we wel zo veilig als we dachten? Wat betekent dit voor onze vrijheid?

2022 werd niet het jaar waarop we hoopten. Allereerst en bovenal voor de Oekraïners, die nu al meer dan 200 dagen vechten in een oorlog die zij niet gekozen hebben. En al lijkt het tij te keren, het einde is nog lang niet in zicht. De precieze aantallen kennen we niet, maar er zijn talloze doden te betreuren, mensen uit hun huizen verdreven, steden verwoest. Onze steun aan Oekraïne staat buiten kijf – en die zullen we voortzetten.

Ook gevolgen voor ons land

Inmiddels weten we ook dat de oorlog gevolgen heeft in ons land.
Gevolgen van een andere orde, maar niettemin met grote impact. Al voor de oorlog nam de inflatie toe. Maar de prijzen lopen nu nog verder op, in het bijzonder op de energierekening. Daardoor komen veel Nederlanders in de knel.

Het raakt iedereen, maar niet iedereen even hard. Voor mensen die al moeilijk rondkwamen, is de stijging in hun vaste lasten niet meer te dragen. Meer dan een miljoen huishoudens loopt het risico om niet meer rond te kunnen komen. En het aantal kinderen in armoede neemt sterk toe.

Geen feestelijke dag

Vandaag bied ik u de Miljoenennota voor het komend jaar aan.
Ik doe dat voor het eerst als minister van Financiën voor het kabinet Rutte-IV. Dit is van oudsher een feestelijke dag, vol traditie. Die traditie beleven we vandaag.

Maar voor veel Nederlanders is het geen feestelijke tijd – verre van dat. Daarom komt het kabinet met een groot pakket aan maatregelen om met name voor de mensen met de laagste en middeninkomens de gevolgen van de inflatie te verzachten – en op langere termijn de inkomens van mensen te verbeteren.

Prijsplafond voor gas- en energieprijzen

De Miljoenennota gaat over onze plannen in 2023. Maar mensen die nu in nood zijn, kunnen daar niet op wachten. Daarom kwam het kabinet eerder dit jaar al met een pakket van 7 miljard euro voor koopkrachtverbetering.

En werken we nu aan een prijsplafond voor gas- en energieprijzen. Door een samenspel tussen overheid, energieleveranciers en besluitvorming in Brussel is het namelijk geworden om hier meer in te doen dan eerder voorzien.

Het prijsplafond is een tijdelijk maximum aan de gas- en energieprijzen om zo de energierekening behapbaar te houden. De energieleveranciers houden daar nu al rekening mee, zodat mensen hier snel profijt van zullen hebben. Zo bieden we een beetje meer zekerheid in deze onzekere tijden.

Ook hulp voor de langere termijn

We helpen mensen niet alleen met de acute problemen van dit moment, maar ook voor de langere termijn: door het minimumloon al in 2023 met ruim 10 procent te verhogen.  En door de lasten op arbeid te verlagen, zodat werken meer loont. Want dit is ook het moment om belasting op arbeid en vermogen meer met elkaar in balans te brengen. Het gaat om een pakket van in totaal 17,2 miljard euro. De doorrekening van het CPB laat gelukkig zien dat dit pakket de koopkracht van met name de meest kwetsbare groepen zal versterken.

Maar het blijft zoeken naar de balans op een heel smal koord. We kunnen niet alle gevolgen van de inflatie wegnemen. We zullen niet alle mensen bereiken. En we moeten ook constateren dat er een grens is aan de wendbaarheid van onze overheid. Desalniettemin mag u van ons als kabinet verwachten dat we alles in staat stellen om de weerbaarheid te vergroten en de welvaart eerlijker te verdelen.
Het is onze taak om de gevolgen van onze besluiten te overzien en deze uit te leggen. Ook, misschien wel juist, wanneer dit moeilijk is.

Het is ook onze gezamenlijke plicht als politiek om te waken voor overmoedige besluiten. Extra overheidsuitgaven kunnen de inflatie immers aanwakkeren.

En ten slotte, maar niet onbelangrijk, geld dat we nu investeren in bestaanszekerheid van mensen, kan niet naar zorg, onderwijs of de koopkracht voor toekomstige generaties.

Ondanks de nijpende situatie van een grote groep mensen en de onzekerheden die bestaan over de economische ontwikkeling, is het fundament van onze economie nog steeds sterk. De overheidsfinanciën staan er relatief goed voor. En het bedrijfsleven toonde grote veerkracht na de pandemie. Dat fundament geeft hoop voor de toekomst en ruimte in het heden.

We kunnen dit aan. Want deze uitzonderlijke tijden, vragen om uitzonderlijke maatregelen. Om een uitgestoken hand. En om solidariteit.

Investeren in de vraagstukken van morgen

De stijgende prijzen en de problemen van nu staan scherp op ieders netvlies. Het houdt ons voortdurend bezig, het houdt mij voortdurend bezig.

Maar de problemen van nu mogen ons het zicht op de toekomst niet ontnemen. Juist wij als bestuurders hebben de plicht om ook de lange termijn voor ogen te houden. Om problemen van vandaag niet door te schuiven naar volgende generaties. En om te blijven investeren in de vraagstukken van morgen.

De droogliggende rivieren, verwoestende bosbranden en dodelijke overstromingen van deze zomer laten zien dat we niet af kunnen wachten. Daarom investeren we de komende 10 jaar 35 miljard euro voor een klimaatneutraal Nederland in 2050.

Ieder kind heeft recht op goed onderwijs, onafhankelijk van waar je opgroeit of hoeveel je ouders verdienen. Daarom gaan er miljarden naar onderwijs en gelijke kansen.

Het is de laatste tijd vaak gezegd, maar de oorlog in Oekraïne heeft ons werkelijk doen beseffen dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn. Daarom is er 5 miljard euro beschikbaar voor Defensie.

Ook op het gebied van wonen en infrastructuur doen we forse investeringen. En we doen er alles aan om de stikstofuitstoot te verminderen en de agrarische sector perspectief te bieden.

De ambities liggen er, nu hebben we de taak om dit voor de langere termijn in beleid te vertalen en uit te voeren. Het tekort aan arbeidskrachten in veel sectoren maakt onze opdracht niet eenvoudig. Toch zijn wij als kabinet aan zet om deze ambities waar te maken.

Scherpe keuzes

Een gecompliceerde tijd, vraagt om scherpe keuzes. Daarom presenteren we vandaag een Miljoenennota, waarin we geld uitgeven aan bestaanszekerheid, onderwijs, klimaat en veiligheid. Dit zal niet alle problemen van mensen wegnemen. Daartoe is de overheid ook niet bij machte.

De toekomst is nog ongewis. Wat we wel weten, is dat we het niet alleen kunnen. Nederland is een veerkrachtig land. Als politiek, bedrijfsleven en maatschappij samenwerken, als sterke schouders de zwaarste lasten dragen, kunnen we veel bereiken. Dat overstijgt politieke opvattingen en ideologie en vraagt om vertrouwen in elkaar – en in onze gezamenlijke toekomst.

Mevrouw de Voorzitter,
Het gedicht van Lieke Marsman waar ik mee begon, was nog niet af. Het gaat als volgt verder:
Hoop is een alchemist: de dichtste steen
ontzegelt het. Als uit een ei: klein
verenpakketje, bebloed nog, onooglijk.
Het eerste verzet wordt het luidste protest.
Er is een nieuwe wereld mogelijk.’


De problemen van nu, maken veel mensen moedeloos. Ze werpen een schaduw op de hoop op een betere toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen. Het kabinet wil met de plannen een deel van de onzekerheid wegnemen. Hoe moeilijk de situatie voor sommigen nu ook is, er is een nieuwe wereld mogelijk.

In samenwerking met u kijk ik uit naar een beloftevolle toekomst.
Dan bied ik u nu graag de Miljoenennota voor 2023 aan

9 onverwachte vragen aan Sigrid Kaag

Sigrid Kaag - Beeld: D66