D66-koppel: Sander en Ticho

Sander van Diepen en Ticho Goossens - Beeld: Jeroen Mooijman

Zoals in elke vereniging, bloeit er bij D66 regelmatig iets moois op
tussen actieve leden. In dit nummer portretteren we Ticho Goossens
en Sander van Diepen uit Leiden.

tekst Lisanne van ’t Riet

Waar en hoe hebben jullie elkaar ontmoet?

Ticho: ‘Op de D66 nieuwjaarsborrel van 2020 in Amsterdam. Ik was net afgestudeerd en op zoek naar een andere baan, het liefst in de politiek. Maar ik wist niet zo goed hoe ik moest beginnen, dus ben ik naar de borrel gegaan om wat mensen te leren kennen. Het was erg lastig om met mensen te spreken. Door de drukte kwam ik niet overal gemakkelijk tussen. Toen zag ik een jongen even in z’n eentje staan, dat was Sander. Even een praatje mee maken dacht ik. Meteen was het heel gezellig. Ik ging naar de borrel voor een baan maar ging naar huis met een man, haha.’

En jullie wonen nu samen in Leiden, dat is al best snel! Hoe is dat zo gekomen?

Sander: ‘We zaten na een paar maanden al voor de grap eens te kijken naar een woning in Leiden. Als fractievoorzitter en raadslid kan ik niet verhuizen uit de gemeente, dus dit betekende voor Ticho dat hij vanuit Amsterdam naar Leiden zou moeten verhuizen. Uiteindelijk zijn we serieus gaan zoeken en bij dit huis uitgekomen. We wonen nu net iets langer dan een jaar samen.’

Ticho: ‘We hadden eerst het idee om mijn studentenkamer in Amsterdam aan te houden, omdat we vaak in Amsterdam zijn. Mijn oude kamer hebben we vanwege de kosten toch opgezegd, maar we zijn nu weer aan het kijken. Ook voor mij is dat handiger, omdat ik in Amsterdam voor de gemeenteraadsfractie werk. Mijn leven in Amsterdam hoef ik dus niet helemaal te missen.’

Het huishouden is uitgebreid met jullie hondje Gijs. Hoe is Gijs in jullie leven gekomen?

Ticho: ‘Dat heeft Sander besloten, haha.’

Sander: ‘Ik had al eventjes zitten lobbyen voor een hondje bij Ticho. Die vond het ‘’op termijn ook wel een leuk idee’’, en die termijn verliep vrij snel want ik had Gijs al gevonden.’

Ticho: ‘Het verhaal begon met een wachtlijst van acht tot tien maanden voor een Friese Stabij, dat vond ik op dat moment wel prima. En toen ineens, na ongeveer een week, had Sander via een LTO-collega een hondje gevonden, dat was Gijs.’

Sander: ‘Gijs is een fantastische hond, je hebt er bijna geen omkijken naar. Maar hij komt duidelijk van de boerderij, want het is echt een waakhond. Als de deurbel gaat, dan laat Gijs wel van zich horen. Gijs is snel na onze verhuizing erbij gekomen en boven in de slaapkamer zit ook nog een kat, genaamd Trooper. Dus nu zijn we met zijn vieren in Leiden.’