Koninklijk Huis

D66 wil de ceremoniële waarde van het koningschap behouden, maar ziet geen waarde in de politieke rol die de koning nog steeds bij wet vervult. Daarnaast zou het voor het draagvlak voor het koningshuis goed zijn als het inkomen van de koning wordt bijgesteld en de koning, net als andere Nederlanders, belasting en sociale premies betaalt.

  • De koning hoort geen onderdeel te zijn van de regering noch van de Raad van State. Ondertekening van wetten en ‘Koninklijke’ besluiten zijn overbodig. Kamerleden hoeven geen trouw meer aan de koning te zweren om beëdigd te worden. Bewindspersonen worden niet langer op een paleis beëdigd, maar in het parlement.
  • De koning wordt niet anders behandeld dan andere Nederlanders. De koninklijke inkomens moeten aan de normering van topinkomens voldoen. De koning hoort gewoon belasting en sociale premies te betalen. Ook de overige vergoedingen op grond van de Wet financieel statuut koninklijk huis moeten opnieuw tegen het licht worden gehouden. De totale kosten van het koningshuis moeten transparant zijn. Het nauwelijks gebruikte Paleis op de Dam krijgt een publieke functie.