Prinsjesdag 2020

Op Prinsjesdag maakt het kabinet haar plannen bekend voor het komend jaar. D66-fractievoorzitter Rob Jetten reageert op de plannen en de belangrijkste resultaten voor D66.

Het is een gekke Prinsjesdag. Geen gast mee in de Ridderzaal, geen publiek, geen stoet. Dat de feestelijkheden uitblijven betekent niet dat deze Prinsjesdag minder belangrijk is. Juist niet. Het is crisistijd. Juist nu is het van groot belang dat de politiek samenwerkt. Zodat zoveel mogelijk mensen hun baan behouden, ook jonge mensen kans maken op een betaalbaar huis en we echt investeren in de toekomst: in innovatie en de aanpak van de klimaatcrisis.

De troonrede was een verhaal dat mij als Democraat zeer aanspreekt. ‘Over de crisis heen de toekomst blijven zien’, zei de koning. Dat is belangrijk, want de toekomst is al begonnen. Werken aan ons land betekent nú de economie oplappen met nieuwe investeringen, de klimaatcrisis te lijf gaan, een betaalbaar dak boven ons hoofd. Met zo’n verhaal kunnen we als land werken aan perspectief. Aan iets om naar uit te kijken na een moeilijke tijd.

Juist in deze crisistijd moet de politiek de handen ineenslaan. Dat deden we al met drie enorme economische steunpakketten, zodat zoveel mogelijk mensen hun baan kunnen behouden en veel bedrijven het hoofd boven water kunnen houden. Het is nu zaak dat we blijven investeren. Dat is verstandig én bovendien keihard nodig.

Jonge mensen kunnen vaak alleen met financiële hulp een huis kopen. Dat is oneerlijk. Ze moeten het vaak zelfs opnemen tegen beleggers. Daarom wordt de overdrachtsbelasting, die je betaalt bij het kopen van je huis, voor starters afgeschaft. Hierdoor betalen starters al snel duizenden euro’s minder als ze een huis kopen. De pandjesbazen gaan juist meer belasting betalen.

De cultuursector krijgt flink extra geld. Eerder al 700 miljoen euro voor de makers, nu opnieuw 15 miljoen euro voor kleinere theatergezelschappen en muziekgroepen. Kleine theaters en podia zijn hiermee nu geholpen. Hier treden veel talentvolle theatermakers op en zij kunnen met dit geld hun prachtige beroep behouden.

Er komt een speciaal groeifonds voor de toekomst. Met een bedrag van maar liefst 20 miljard euro wil het kabinet investeren in het openbaar vervoer, de aanpak van klimaatverandering, in wetenschap en innovatie. Tijden veranderen, dus we moeten de economie klaarmaken voor de toekomst. Want de banen van nu zijn lang niet altijd de banen van de toekomst.

Juist kleinere bedrijven, die zorgen voor veel banen in ons land, hebben het zwaar in de coronacrisis. Om ze te helpen verlagen we de belasting. Zo krijgen ook zij ademruimte om te investeren.