Maidenspeech Sjoerd Warmerdam: “Niets over ons, zonder ons”

De tekst van de maidenspeech van Sjoerd Warmerdam lees je hier.

Sjoerd warmerdam geeft zijn maidenspeech

Beeld: D66

Niets over ons, zonder ons. Nothing about us, without us. Dit democratische principe vindt haar oorsprong in de jaren ‘90, in de strijd voor de rechten van mensen met een beperking. Met de uitspraak streden mensen met een beperking ervoor dat er met hen, in plaats van over hen werd gesproken. Deze fantastische activisten vonden dat meebeslissen essentieel is bij het komen tot oplossingen die ook in de praktijk werken. Hun overtuiging inspireert en drijft mij: niet alleen óver mensen praten, maar mensen écht betrekken en direct mee laten beslissen over wetten en regels die hún raken in hún leven. 

Want, hoe zou Nederland eruit zien wanneer we meer met mensen zouden spreken in plaats van over mensen? Wat zou er gebeuren als vluchtelingen in Ter Apel niet als decors dienden voor een talkshowuitzending over de opvangcrisis, maar als zij zelf aan de talkshowtafel zaten? Of als redacteur het programma zouden vormgeven? Het zou een interessanter en relevanter verhaal opleveren. Hoe zou Nederland eruit zien als de mensen die geraakt worden door beleid echt mee mogen beslissen? Hoe zou toeslagfraudebeleid eruit gezien hebben? Hoe zou de participatiewet eruit zien? Ik geloof dat we als samenleving zullen profiteren van de oplossingen van mensen zelf.

De invasie van Oekraïne

Niets over ons, zonder ons. Ik geef toe, de overheid doet echt haar best in het betrekken van doelgroepen. Ministeries en gemeenten organiseren focusgroepen en klantreizen, en de deelnemers uit de doelgroep ontvangen netjes een boekenbon voor hun deelname. Goede intenties, lekker bezig. Maar het kan beter. En die goede voorbeelden zijn er ook.

Direct na de invasie van Oekraïne besloot het ministerie van Sociale Zaken een jonge vrouw in dienst te nemen die enkele weken daarvoor was gevlucht uit het Oekraïense Kupiansk, vlakbij de Russische grens. Omdat ik Directeur Oekraïnecrisis was bij het ministerie ontmoetten Mariia en ik elkaar. In ons gesprek realiseerden wij ons dat niemand beter wist wat Oekraïense vluchtelingen op dat moment nodig hadden dan Mariia. Met haar advies over hoe de overheid het beste kon communiceren met Oekraïners en met haar ideeën over hoe Oekraïners het beste naar werk begeleid konden worden, werd Mariia Zhernovnikova misschien wel de belangrijkste adviseur van de ministers van Sociale Zaken. En wat zagen we? Het werkt. Mede door Mariia wisten tienduizenden Oekraïense vluchtelingen werk te vinden.

Volle eettafel

Verschillende perspectieven verrijken ons wereldbeeld. Ik vind het machtig interessant. Wellicht is dit, omdat ik als antropoloog altijd benieuwd ben naar de denkbeelden van degene die zo anders is dan ikzelf. Misschien boeit de denkwereld van de ander mij vanwege het huis waarin ik ben groot gebracht. Een plek waar zoveel verschillende mensen samenkwamen. Letterlijk. Iedereen was welkom. Gereformeerden, kroegtijgers, artsen, mensen die in de gevangenis hadden gezeten; elke dag zat onze eettafel vol. En rond de tafel renden nog een aantal pleegkinderen. Een complete chaos, maar altijd gezellig. Het waren verschillende mensen met verschillende levenservaringen. En het zijn die levenservaringen die vervolgens onze waarden, denkbeelden en ook onze politieke visie vormgeven.

Dat besef is belangrijk in de politiek. Het zijn mijn specifieke levenservaringen die mij bij een sociaal liberale partij hebben doen landen. Want het feit dat ik getrouwd met een man kan samenleven, dat komt door D66. Dat mijn moeder een belangrijke stem had in de wijze waarop zij zou sterven, dat dank ik aan D66. 

Die levensbepalende ervaringen maken dat ik mij ervoor wil inzetten dat iedereen zichzelf kan zijn en in vrijheid keuzes kan maken. Maar ik realiseer mij goed dat andere levenservaringen je tot andere waarden en een andere politieke visie brengen.

Niets over ons, zonder ons. Het zal mijn leidende waarde en mijn missie zijn hier in de Tweede Kamer. 

Één loket

Zo ook bij mijn reactie op deze wetswijziging. Ik ben blij dat wij hier vandaag spreken over een wetswijziging die een belangrijke stap zet richting gelijke kansen voor mensen met een visuele beperking op de arbeidsmarkt. Dit gaat om een grote groep, ruim 300.000 mensen waarvan nu minder dan een derde betaald werk heeft. Dit zijn mensen die soms extra ondersteuning nodig hebben. Voor de een is dit een technisch hulpmiddel, voor de ander is dit vooral een loket waar je vragen kunt stellen. Het is goed dat de minister zich inzet voor mensen met een beperking.

Hoe waardevol deze wetswijziging ook is, voorzitter, vraag ik me toch af of het niet nóg beter kan. Veel regelingen in Nederland zijn veel te complex. Er zijn veel te veel lokketten, en mensen weten gewoon niet waar ze moeten zijn. En dat is zonde, want zo krijgen mensen vaak niet waar ze wel recht op hebben, of waar ze wel behoefte aan hebben. Ik vind dat we sowieso alles een stuk simpeler zouden moeten maken, maar zeker voor mensen met een beperking moeten we het maximale doen om het zo toegankelijk mogelijk te maken. Dit begint met weten waar je aan moet kloppen. Dit begint niet met 3 verschillende contactpersonen. Dit begint met één loket. En wat ik zo jammer vind, is dat ik overal lees dat het uitgangspunt is om één loket te hebben, maar dat het in de praktijk toch niet zo lijkt te zijn. Dat snap ik niet.

  • Mijn vraag aan de minister is dan ook, waarom is er niet gekozen voor 1 loket?
  • Waarom wordt niet ook de jobcoach ondergebracht bij het UWV? Ik lees dat gemeenten en het UWV akkoord zijn met de voorgestelde taakverdeling.
  • Maar zijn de mensen waar we het hier vandaag over hebben, personen die slecht zien, hier ook bij betrokken?
  • Want in hun reacties lees ik namelijk overal de vraag om één echt loket.
  • En hoe zit het eigenlijk met vervoer. Wie gaat dat straks regelen.
  • En als dit niet het UWV is, waarom niet?
  • Mijn oproep aan de minister is dan ook, maak het nou alsjeblieft makkelijk voor deze mensen. Zorg voor echt één loket!

Werkgevers

Dan, voorzitter, de werkgevers. De heer de Kort had het er al over. Ook voor hen geldt, ze willen echt wel. Werkgevers willen mensen met een beperking aannemen, maar ook zij hebben ondersteuning nodig. Ook zij moeten weten waar ze informatie kunnen krijgen over wat het betekent om iemand in dienst te hebben met een beperking.

  • Mijn vraag aan de minister is daarom: hoe kijkt zij hier tegenaan?
  • Wat wordt er nu gedaan om werkgevers hierbij te ondersteunen?
  • En vooral, welke mogelijkheden ziet zij om hen hier beter bij te ondersteunen?

Vertegenwoordiging slechtzienden

Tot slot, wie is er meer geschikt om te weten hoe mensen met een visuele beperking het best ondersteund kunnen worden, dan zij van die groep zelf. De Landelijke Cliëntenraad bepleit in reactie op het voorstel het volwaardig borgen van participatie. Dat betekent het specifiek benoemen in de wet dat vertegenwoordigers van de doelgroep mede het beleid in de uitvoering van de wet tot stand brengen en blijven toetsen. De minister zegt nee. Nee, dat gaan we niet doen. Periodieke overleggen, interviews en consultaties, zo ver mag participatie gaan en niet verder.

  • Waarom kiest de minister er niet voor om de daadwerkelijke participatie van de doelgroep wettelijk te verankeren? Ik lees namelijk geen inhoudelijke argumenten. Ik vind dit echt een gemiste kans en overweeg een amendement in te dienen om dit alsnog te regelen.

Niets over ons, zonder ons. Dank u wel.