Meer transparantie in benoeming ministers
D66 wil dat de Tweede Kamer hoorzittingen met kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen houdt voordat zij worden beëdigd. Door hoorzittingen met kandidaat-bewindspersonen te houden, ontstaat meer transparantie over hun benoeming.
D66-kamerlid Paul van Meenen: “De formatie is nu nog omgeven door geheimzinnigheid. Er lekken wat namen en opeens is er een kabinet. Dat past niet meer bij deze tijd. Als de Tweede Kamer een kandidaat-minister kan bevragen, krijgen de kandidaat-ministers de gelegenheid om aan te geven waarom ze geschikt zijn en wat hun visie is. Dat draagt bij aan meer vertrouwen in onze democratie.”
Vandaag wordt gesproken over het reglement van orde van de Tweede Kamer. D66 rekent op een meerderheid voor het voorstel.

“De formatie is nu nog omgeven door geheimzinnigheid. Er lekken wat namen en opeens is er een kabinet.”
Paul van Meenen, Tweede Kamerlid voor D66
Versterk democratische controle
Bewindspersonen vervullen een belangrijke functie in onze democratische rechtsstaat. Toch is het niet duidelijk op basis waarvan zij worden geselecteerd. Met een hoorzitting krijgen volksvertegenwoordigers de kans om de kandidaten te bevragen. Door de hoorzitting kan de Tweede Kamer en de samenleving vooraf kennismaken met een nieuwe bewindspersoon. Zo wordt de democratische controle én het mandaat van de kandidaat-bewindspersoon versterkt.
Volg lokaal en Europees voorbeeld
In veel gemeenteraden worden wethouders al gehoord voordat zij worden benoemd. En ook het Europees Parlement houdt openbare hoorzittingen met de beoogde Eurocommissarissen. Daarbij biedt het eigen Reglement van Orde het Europees Parlement voldoende handvatten om de toekomstig bestuurders stevig te ondervragen op hun kunnen en kennis. Tijdens de recente formatie van de Europese Commissie werd de kandidatuur van drie Eurocommissarissen teruggetrokken nadat twijfels over hun geschiktheid waren gerezen. Ook in Nederland is het voorgekomen dat bewindspersonen na zeer korte tijd moesten opstappen. Door een hoorzitting kunnen dergelijke incidenten worden voorkomen.
De benoeming van de bewindspersonen blijft in navolging van artikel 48 van de Grondwet voorbehouden aan de minister-president en de Koning.