Aanpassingen coronawet

Een coronawet is nodig: het virus is nog niet voorbij en de huidige maatregelen worden gemaakt zonder veel democratische controle. Dat is een probleem, zeker omdat de maatregelen onze grondrechten inperken. En als er bij een toename van besmettingen nieuwe noodmaatregelen nodig zijn, kunnen we nu niets anders dan weer terugvallen op noodverordeningen. Dat is onwenselijk. 

01.10.2020

Over het eerste wetsvoorstel van het kabinet waren we nog niet tevreden. D66 heeft daarom samen met zeven andere partijen van de coalitie en oppositie gewerkt aan grondige verbeteringen voor de coronawet.

17.08.2020

Meer over de inzet van D66 in de uitbraak van het coronavirus lees je op onze overzichtpagina. Daar nemen we je ook mee in onze zorgen over de juridische basis van maatregelen.

Op dit moment gebruikt onze overheid regionale noodverordeningen, die bedoeld zijn voor een korte tijd. Die maatregelen beperken onze grondrechten, zijn weinig democratisch tot stand gekomen en zijn soms onduidelijk. In de eerste fase van acute spoed viel dat nog te begrijpen, maar nu de maatregelen langer duren begint dit te knellen. Dat vindt ook de Raad van State. D66 wil dat daarvoor in de plaats een goede wettelijke regeling komt, waar het parlement in openbaarheid over debatteert en stemt. Wat mag de Minister wel, en wat niet? En als er beperkingen nodig zijn: welke dan, en onder welke voorwaarden. Nu is onder de noodverordeningen te veel verandering mogelijk zonder democratische controle. Maar het feit dat D66 een wet noodzakelijk vindt, betekent niet dat wij zomaar met een nieuwe Coronawet instemmen. De Coronawet moet aan een aantal eisen voldoen.

Het kabinet heeft nu een nieuw wetsvoorstel gepresenteerd dat grondig is aangepast; alleen de naam van de wet is hetzelfde gebleven. Gelukkig maar. Want er was veel mis.
Zo vond D66 de duur van de tijdelijke wet, één jaar, nog veel te lang. De wet moet geen dag langer geldig zijn dan nodig is voor de bestrijding van het virus. Ook heeft D66 ernstige bezwaren tegen het handhaven van de anderhalve meter afstand achter de voordeur. Ook is er wat ons betreft geen ruimte in deze wet voor een zogenaamde Corona-app. Daarnaast moet de Tweede Kamer een grote rol krijgen bij het instellen van nieuwe maatregelen ter bestrijding van corona. De wet moet er niet voor zorgen dat de Minister van Volksgezondheid méér bevoegdheden krijgt, maar dat zijn rol juist kleiner wordt en die van het parlement groter.

Op deze punten is de wet nu gewijzigd: de rol van het parlement is stevig vergroot. Als de Minister maatregelen wil nemen, moet hij die eerst voorleggen aan de Kamer. Zo heeft de Kamer het laatste woord. En zo hoort het. Daarnaast is handhaven achter de voordeur niet meer mogelijk en wordt de wet maar zes maanden geldig. Dat is een stap in de goede richting. Toch betekent dit niet dat D66 direct akkoord is. Er zijn echter nog steeds punten waarop verbetering nodig is.

– Zo vinden we de duur van de wet nog steeds te lang. De wet biedt mogelijkheden om beperkende maatregelen te nemen, en daarom moet de wet alleen geldig zijn wanneer dat nog nodig is voor de bestrijding van het coronavirus. We weten niet goed hoe lang dat zal zijn. Daarom willen we dat de wet slechts drie maanden geldig wordt (in plaats van zes). Daarna is verlenging mogelijk, mocht dat nodig zijn -vanwege bijvoorbeeld een tweede golf-, maar alleen met instemming van het parlement. Zo blijft de Tweede Kamer in control.

– Ook vinden we de boetes erg hoog. We willen dat mensen niet worden geconfronteerd met torenhoge boetes als ze een keer de fout ingaan. Daarnaast mag zo’n boete nooit meetellen voor je Verklaring Omtrent Gedrag.

– Verder maakt D66 zich zorgen over mensen in verpleeghuizen en andere zorginstellingen. Als zij geen bezoek kunnen krijgen en feitelijk op hun kamer moeten blijven is dat een vergaande beperking van vrijheid van mensen. Die worden in feite opgesloten. D66 maakt zich daar zorgen over.

– De norm om buitenshuis een veilige afstand in acht te nemen geldt terecht niet voor mensen met hetzelfde adres. Bij studenten of mensen met een alternatieve woonvorm leidt dit tot onduidelijkheid. D66 wil dat glashelder is dat de norm ook voor hen niet geldt.

Omdat het virus nog niet voorbij is en de maatregelen nu niet goed geregeld zijn. Dat is problematisch, zeker wanneer het virus mogelijk weer oplaait en maatregelen moeten worden opgeschaald. De huidige noodverordeningen worden vastgesteld door de voorzitters van de veiligheidsregio’s, waarbij zij geen toestemming nodig hebben van de gemeenteraden. Er is dus geen democratische betrokkenheid en alleen enige democratische controle achteraf. In de eerste fase van acute spoed viel dat nog te begrijpen, maar nu de maatregelen langer duren begint dit steeds te knellen. Dat vindt ook de Raad van State. Zeker omdat het gaat over het inperken van belangrijke vrijheden, zoals het recht op privacy en godsdienstvrijheid.
Daarom is het belangrijk dat de nieuwe wet de regels maakt voor dit soort noodmaatregelen. Wat mag de Minister wel, en wat niet? Nu is onder de noodverordeningen te veel verandering mogelijk zonder democratische controle.

Wel is het zo dat de wet geen dag langer moet gelden dan nodig is. Daarom wil D66 dat de wet maar drie maanden geldt, en dat het parlement een rol heeft bij het verlengen van de wet. 

Het nieuwe voorstel is een stap vooruit, want de wet geldt gelukkig niet achter de voordeur. Een boete omdat je in je woning geen afstand houdt, is dus niet mogelijk. Daar is D66 heel blij mee. Ook wordt er in deze wet geen basis gelegd voor een corona-app. Ook dat is mooi, want D66 heeft veel bezwaren tegen zo’n app.

Laten we voorop stellen dat vanwege de bestrijding van het virus er soms maatregelen nodig zijn die vrijheden beperken. Daar moeten we realistisch in zijn. We hebben ook een verantwoordelijkheid naar elkaar toe. Maar D66 vindt wel: dan moeten we dat goed regelen en steeds afwegen wat nodig is en wat niet. Waarbij er strenge kaders zijn waar de Minister zich aan moet houden, het parlement bij elk besluit betrokken is, en de wet geen dag langer duurt dan nodig is. Op al deze punten zijn we kritisch. We stemmen pas in als de wet goed is.

We vinden nog steeds: er is een wet nodig, maar die moet wel goed zijn. De vorige versie was simpelweg niet goed. Gelukkig zien we nu dat de wet ingrijpend is gewijzigd. De rol van het parlement is vergroot en daarmee is de macht van de Minister aan voorwaarden verbonden. Ook het handhaven achter de voordeur is niet meer mogelijk en de wet is korter geldig.

– De duur van de wet is nog steeds te lang. De wet biedt mogelijkheden om beperkende maatregelen te nemen, en daarom moet de wet geen dag langer geldig zijn dan nodig is voor de bestrijding van het coronavirus. Daarom wil D66 dat de wet slechts drie maanden geldig wordt (in plaats van zes), met mogelijkheid tot verlenging.

– De boetes moeten omlaag.

– Een boete mag niet meetellen voor je VOG.

– Verder maakt D66 zich zorgen over mensen in verpleeghuizen en andere zorginstellingen. Als zij geen bezoek kunnen krijgen en feitelijk op hun kamer moeten blijven is dat een vergaande beperking van vrijheid van mensen. Die worden in feite opgesloten. D66 maakt zich daar zorgen over.

– De norm om buitenshuis een veilige afstand in acht te nemen geldt terecht niet voor mensen met hetzelfde adres. Bij studenten of mensen met een alternatieve woonvorm leidt dit tot onduidelijkheid. D66 wil dat glashelder is dat de norm ook voor hen niet geldt.