Eerste speech Sigrid Kaag als D66-leider

Op zaterdag 5 september 2020 gaf Sigrid Kaag haar eerste speech als D66-leider: ‘Het is tijd voor nieuw leiderschap’.

Kijk de speech van D66-leider Sigrid Kaag terug.

Sigrid Kaag - Sigrid Kaag tijdens haar eerste speech als partijleider in Papendal op 5 september 2020. Beeld: Jeroen Mooijman

Drie jaar geleden zei ik ja tegen de politiek. Ja tegen het ministerschap namens u. Nu zegt u ja tegen mij. Ik dank u voor het vertrouwen en uw overweldigende steun.

Wie idealen heeft moet verantwoordelijkheid nemen. Haar nek uitsteken op het moment dat het ertoe doet. Dat moment is nu. 
 
Ik heb u de afgelopen tijd beter leren kennen. Mijn rondgang door de partij – online en fysiek—heeft bevestigd wat ik al wist. Met onze debatcultuur en onze ideeënrijkdom is niets mis. 
 
Er waren ook verrassingen. Zo heb ik kennis gemaakt met die andere Haagse outsider, Ton Visser. Dank voor je inzet.

Wat ik ook niet had verwacht was dat ik bij mijn kandidaatstelling niet alleen werd bevraagd over mijn echtgenoot, maar ook over mijn sekse. 
 
Laat ik hier dan nog maar eens zeggen dat ik kandidaat ben voor het Torentje, maar dat die ambitie niet voortkomt uit mijn vrouw-zijn. 
 
Die ambitie stoelt op mijn overtuigingen en opvattingen over het Nederland dat ik in de toekomst voor me zie. 
 
Als mens.

U kiest mij voor de toekomst. Maar wie de toekomst wil bepalen moet het verleden begrijpen. 
 
Van mijn voorgangers probeer ik dan ook het goede te behouden. 
 
De vernieuwingsdrang van Hans van Mierlo. 
De vooruitziende blik van Jan Terlouw. 
De vrijzinnigheid van Els Borst. 
De onderwijsliefde van Thom de Graaf. 
En natuurlijk de strijdlust, daadkracht en het rechtvaardigheidsgevoel van Alexander Pechtold.
 
In meer dan een halve eeuw Democratische politiek is veel hetzelfde gebleven. Wij zijn blijven wikken en wegen. We grijpen met overtuiging naar het schijnbaar onmogelijke. Wij respecteren waarheid en dilemma’s. En we gaan soms onderuit.
 
Maar wat is veranderd is even fundamenteel. We zijn – gelukkig – gegroeid. 
 
Wat wij nu beter begrijpen is dat vertrouwen in democratie valt en staat met bewezen resultaten. Dat het geen zin heeft voor mensen naar de stembus te gaan als er daarna nooit iets verandert. 
 
Die lessen hebben we de achterliggende jaren in dit kabinet toegepast. Daar ben ik trots op, maar op sommige momenten beviel het beter dan op andere. 
 
Tegen de mensen die zeggen dat we het daarom nooit hadden moeten doen, zeg ik dit:
 
Praat met de leraar die zijn salaris zag stijgen met tien procent. Ga op bezoek bij het familiebedrijf dat al haar mensen tijdens de lockdown in dienst kon houden. 
Knoop een gesprek aan met een Syrische nieuwkomer die door taalles al vanaf dag één kan meedoen. 
 
Leg uw oor te luister bij de kersverse vader die nu zes weken betaald verlof krijgt voor de eerste momenten met zijn kind. Verdiep u in de nieuwe generatie ondernemers die aan de slag kunnen met het klimaatakkoord. Denk aan de lach van het negenjarige jongetje Nemr toen hij hoorde dat hij en honderden lotgenoten voor altijd mogen blijven in het land waar ze thuis zijn. In Nederland. 
 
Zonder D66 was dat allemaal niet gebeurd. Al die tastbare verbeteringen heeft u bereikt. Al die stappen naar een betere wereld en een vrijer land heeft u gezet. Zonder uw steun, ideeën en rechte rug was het niet gelukt.

Politiek werkt als het werkt voor mensen. Dat heb ik als minister gezien. Maar de politiek werkt niet altijd zoals het moet. Er heeft me de afgelopen jaren iets getroffen op het Binnenhof. Te vaak wordt gegrepen naar een magisch beschermend schild dat alle moeilijke keuzes als vanzelf afweert.

Dat magische schild noemen ze ‘draagvlak’. Als de peilingen laten zien dat sommige mensen zich zorgen maken over de kosten van klimaatbeleid, wakker je onrust aan over de wetenschap. Als de peilingen laten zien dat sommige mensen zich zorgen maken over de Europese economie, maak je de Italianen verdacht. Als de peilingen laten zien dat sommige mensen geen prioriteit zien in het uitbannen van institutioneel racisme, zeg je dat Zwarte Piet alleen maar een traditie is. 
 
Partijgenoten, dat is geen leiderschap. Dat is peilingenpolitiek. Dat is mensen gewoonweg niet serieus nemen. Dat is het begin van een vicieuze cirkel. 
 
Want ook in de politiek geldt: je oogst wat je zaait. Als mensen debat na debat bang worden gemaakt voor nieuwkomers en Nederlanders met een biculturele achtergrond, moet het niet verbazen dat bijna niemand meer weet hoe goed het gaat met de integratie, zelfs zo goed dat één op de drie kinderen met een Marokkaanse achtergrond naar de havo of het vwo gaat. 
 
Als de Tweede Kamer het theater wordt van respectloze retoriek, moeten we niet verrast opkijken dat het vertrouwen in de politiek afbrokkelt. Dat is waar peilingenpolitiek toe leidt. 
 
Dat moet dus anders. Dat vraagt de inzet van ons allemaal. Maar dat vraagt vooral nieuw politiek leiderschap. 
 
Politiek die probeert te overtuigen vanuit eigen kracht, ook voordat de peilingen voldoende draagvlak laten zien. Politiek die door idealen en argumenten weet te binden. Weet te verbinden.

Partijgenoten,
 
Mijn drijfveren om nu hier voor u te staan, als lijsttrekker en als partijleider, hebben alles te maken met de crisis die wereldwijd gaande is en ook Nederland diep raakt. Het heeft ook alles te maken met de toenemende verdeeldheid in ons land en met de afkalvende positie van Nederland in Europa. 

De crisis hakt erin. We weten niet wat er nog op ons afkomt. Het kan meevallen, het kan nog erger worden. 
 
De verkiezingen zullen gaan over hoe de politiek omgaat met deze onzekerheid. Hoe we mensen het gevoel geven dat hun lot bij ons in veilige handen is. 
 
De verkiezingen zullen voor mij dus gaan over de jonge mensen die hun eerste baan of eerste huis niet kunnen vinden. 
 
Over de ondernemers die kampen met de economische gevolgen van het virus. Over meer dan de helft van de Nederlanders die willen bijdragen aan onze economie en samenleving, maar worden gediscrimineerd bij hun sollicitatie op grond van leeftijd en afkomst. Over kinderarmoede, toenemende dakloosheid en ongelijke kansen. 
 
Wij kunnen weer samen vooruit. Daar ben ik van overtuigd. En dat hangt niet alleen af van wie dit land leidt. Ik geloof boven alles in mensen. In de kracht van hun samenwerking die grote tegenslagen helpt overwinnen. In hun vermogen samen te leven.
 
Mensen willen uit de crisis komen met perspectief.  Middenstanders die ondanks tegenslag en oneerlijke concurrentie plannen maken die dorpen en steden levendig houden. Boeren die ons eten op tafel willen zetten met oog voor mens en natuur. Gemotiveerde leraren die na maanden van kunst- en vliegwerk eindelijk weer terug zijn in hun klas. 
 
Laten we hen welkom heten in een nieuwe economie. Een menswaardige economie. Een dynamische en moderne economie waarin niemand achterblijft. Waarin ondernemers en mensen in publiek werk de ruimte krijgen om te doen waar ze goed in zijn. En waarin de belangen van de planeet in balans worden gebracht met de belangen van onze economie.

We kunnen trots zijn op ons land. We kunnen trots zijn op onze geschiedenis, en onze plaats in de wereld. Maar we moeten er niet vanuit gaan dat dat vanzelfsprekend is. We moeten er wat voor doen. Want de wereld verandert. Oude wegen lopen dood. 
 
Onze bondgenoten in de Engelssprekende wereld drijven af. De kwaliteit van onze informatievoorziening kraakt onder het gewicht van techmonopolies. De uitputting van de aarde dreigt het leven onleefbaar te maken—voor mens én dier. 
 
In Belarus willen mensen nu zelf hun toekomst bepalen, maar de schaduw van Rusland hangt over het land. Het Midden-Oosten draagt met haar smalle schouders nog altijd de zwaarste last van de vluchtelingencrisis. En China springt in het zijden gat dat wij Europeanen hebben laten ontstaan. In die omstandigheden valt nu ook de grootste mondiale economische crisis in honderd jaar. 
 
Democraten, wat ik maar wil zeggen: dit is dus het moment om naar buiten te kijken. Dit is het moment om eer te doen aan onze internationale blik.
 
Onze strijd tegen het virus winnen we alleen door wetenschappers die wereldwijd samenwerken. Onze welvaart is afhankelijk van internationale handel. De lucht die we inademen en het water dat we drinken zijn afhankelijk van afdwingbare internationale klimaatafspraken. 
 
Waar het met zachte afspraken niet kan, moet het met regels en recht. Daarom zijn we vanaf onze oprichting pleitbezorgers van de integratie van Europese landen. Vanaf het begin heeft Nederland gebouwd aan het Europese huis. Nu het overal in de wereld begint te regenen is het tijd om er een dak op te zetten.

Laat Nederland het voortouw nemen. Het is tijd voor echte Europese democratie. Tijd voor echte Europese defensie. 
 
Betekent dat een opoffering van nationale soevereiniteit? Ja, daar moeten we eerlijk over zijn. 
 
Maar het betekent ook het aannemen van een grotere soevereiniteit – een Europese soevereiniteit – die de weg plaveit naar welvaart én welzijn voor iedereen.
 
Wij zijn Nederlanders. En dus zijn wij ook Europeaan. Bij onze nationale driekleur horen de gele sterren net zo goed als de oranje wimpel.

Partijgenoten, als uw politiek leider zal ik alles geven voor waar we samen in geloven. Waar we samen voor staan. 
 
Voor de rechten en kansen van ieder mens om te worden wie ze willen zijn. Voor de verbinding die ontstaat tussen mensen als we bereid zijn elkaar te zien. Voor het Nederland dat zich openstelt voor mensen die het minder hebben dan wij, vanuit de overtuiging dat het dekken van een langere tafel altijd beter uitpakt dan het bouwen van een hoger hek. 
 
We kunnen een sterker en rechtvaardiger land bouwen. Het kan. Maar de vernieuwing die nodig is komt niet vanzelf. We hebben iedereen nodig. 
 
Daarom doe ik u vandaag een belofte: Bij ons is iedereen welkom. Iedereen.
 
Het doet er niet toe van welke partij, vakbond of omroep je lid bent. Het doet er niet toe hoe je eruitziet of met welk accent je spreekt. Nederland is van iedereen. D66 is er voor iedereen.
 
Ik zal ongetwijfeld ook mensen teleurstellen. Maar het soort politiek dat mensen bij ons – bij mij — zullen vinden hebben we zelf in de hand. 
 
We dragen het helder uit: 
 
Politiek die niet vastloopt in ideologie, maar draait om de zaak zelf. Politiek die zich niet richt op deelbelangen, maar op de som der delen. Alledaagse politiek van brood en banen, en tijdloze politiek van waarden. 
 
Wij komen sterker uit de crisis als we zorg dragen voor elkaar en de ander. Groot denken en groots doen.
 
Dat is onze belofte aan de kiezer. 
 
Dat is de opdracht die u mij vandaag geeft. 
 
Dat is nieuw leiderschap voor Nederland. 
 
Ik dank u voor het vertrouwen.