Het is tijd om een eind te maken aan discriminatie en racisme
Wij gaan strijd voeren om de muren die ons verdelen af te breken. Bij racisme en bewuste discriminatie vraagt dat om harde straffen. Bij onbewuste discriminatie om bewustwording.
Op 8 maart 2021 spreekt Sigrid Kaag bij het Els Borst Netwerk op Internationale Vrouwendag. Voor gelijke kansen en gelijke rechten voor vrouwen en mannen. Tegen vrouwenhaat.
“Laat je niet klein maken. Droom groot. Sta op. Ontdek wie je bent, wat je kan en wat je wilt zijn. Heb lef en grijp je kansen. Hou nooit je mond. Laat je stem klinken. Wij zijn met velen.”
Voor gelijke kansen en gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Niks wereldschokkends, zou je denken. Weinig opvallend ook. Want wie is daar nou nog tegen anno 2021?
Ik zeg jullie eerlijk, ik had ook niet gedacht dat ik op dit punt zou komen. Dat ik de noodzaak zou voelen de gelijkheid van vrouw en man in Nederland te bepleiten. Maar de laatste jaren, de laatste maanden, en in het bijzonder afgelopen week, ontbrandde in mij het vuur om me uit te spreken.
We treffen elkaar in een bijzondere tijd, op een bijzonder moment. Anderhalve week voor de verkiezingen. Twee dagen voor Internationale Vrouwendag. Toen ik bezig was met deze toespraak moest ik natuurlijk denken aan Els Borst, de naamgever van jullie netwerk. Ik voel mij verwant met Els Borst.
Omdat zij politiek bedreef zonder politicus te zijn. Omdat zij zich haar hele leven heeft ingezet voor de vrijheid en de autonomie van het individu. Zij was een vrouw in de politiek, zeker. Maar ze voelde zich vooral arts in de politiek. En werd door Hans van Mierlo de politiek ingehaald vanwege haar uitputtende kennis. Haar kwaliteiten.
De tijd waarin we leven vraagt ook nu veel van de kwaliteiten van politici. Want dit land staat voor grote keuzes op 17 maart. Over de aanpak van de coronacrisis, over het terugdringen van klimaatverandering, over het herstel van de rechtsstaat en de economie, over de ongelijke kansen in het onderwijs, en over de positie van Nederland in Europa.
De verkiezingen gaan over die keuzes. Keuzes die we nu moeten maken. Keuzes die onze toekomst bepalen. Keuzes ook voor een Nederland waar alle mensen niet alleen gelijke rechten, maar ook gelijke kansen hebben. Waar mensen worden beoordeeld op hun karakter, hun inzet, hun werk, hun bijdrage aan de samenleving.
Maar waar ze nooit beoordeeld worden op basis van één toevallig kenmerk van hun identiteit. Niemand gaat mij voorschrijven welke vrouw ik mag zijn, maar ik heb wel ideeen over welk land we moeten zijn. Ik streef naar een Nederland waar niemand doelwit wordt van kleinerende retoriek. Waar mensen geen etiketje krijgen opgeplakt. Waar de politiek een goed voorbeeld geeft en normeert als de grens wordt overschreden. Waar geen plek is voor intolerantie.
Dat is het Nederland waar ik in geloof. Dat is ook het Nederland wat ik in mijn internationale werk altijd heb uitgedragen. Het Nederland dat ik altijd heb geprobeerd te belichamen. Het Nederland waar ik als minister overal in de wereld voor heb gestaan.
Maar we moeten aan de vooravond van de verkiezingen nuchter constateren dat die gelijkheid van alle Nederlanders een streven is en nog geen realiteit.
Te veel Nederlanders hebben nog geen volwaardige plek hebben in onze samenleving. Racisme en antisemitisme is aan de orde van de dag. Discriminatie bij het zoeken van een baan of een woning is pijnlijke realiteit voor veel Nederlanders.
En wat we ook niet kunnen ontkennen: seksisme speelt nog altijd een venijnige rol. Het wordt vrouwen moeilijker gemaakt zich uit te spreken in het publieke debat. Wie zijn mond open doet krijgt een stortvloed van haat terug, met name van de anonieme toetsenbordridders op Twitter.
De Groene Amsterdammer liet in samenwerking met data-wetenschappers aan de Universiteit Utrecht zien dat tien procent van alle tweets gericht aan vrouwen haatdragend zijn. Welke onsmakelijke woorden daar ook bij worden gebruikt, de boodschap is altijd hetzelfde: praat niet, heb geen mening, en durf er niet voor te staan, want wij weten jou te vinden.
In een ideale wereld zou het Els Borst Netwerk nooit zijn opgericht. Alles wat het Els Borst Netwerk wil, zou vanzelfsprekend moeten zijn. Maar zolang vrouwen worden aangevallen, klein gehouden, beschimpt, beoordeeld op het toevallige gegeven van hun geboorte, moet het georganiseerde tegengeluid worden gehoord. Zolang ons in Artikel 1 van de Grondwet tot uitdrukking gebrachte democratische wil en hoogste beginsel nog geen dagelijks doorleefde en vanzelfsprekende praktijk is, zijn jullie nodig.
Niet alleen de vrouwen die nu luisteren. Maar zeker ook de mannen. Er zal pas echt sprake zijn van gelijkheid, en we gaan deze strijd pas echt winnen, als mannen aan de zijde van vrouwen staan. Maandag is het thema van Internationale Vrouwendag: ‘choose to challenge’.
Die uitdaging neem ik vandaag al van harte aan. Ik daag alle vaders, kleinzonen, broers, opa’s, zwagers en zonen uit: spreek je uit tegen seksisme.
Bevecht het waar je het tegenkomt. Dagelijks. Waar je het ook ziet. Seksisme groeit in de voedingsbodem van de stilte. En die stilte moet worden doorbroken. Trek een streep voor je vriendin, voor je zusje, voor je moeder, voor je vrouw en voor je oma.
Hier spreekt geen slachtoffer. Hier spreekt iemand die zich verzet. Die normeert namens de politiek, ook in eigen geledingen. Iedere uiting van seksisme – vulgair of subtiel – gebruik ik als brandstof om dichterbij het ideaal te komen van de gelijkheid tussen alle mensen.
We hebben een lange weg te gaan. Decennialang conservatieve politiek heeft vrouwen achtergesteld bij mannen. Vrouwen zijn lang gezien en behandeld als tweederangsburgers. Met aanrechtbonussen, verlofregelingen en negatieve belastingprikkels zijn vrouwen thuisgehouden. De gevolgen daarvan zijn nog altijd zichtbaar. Merkbaar. Voelbaar.
Welke vrouw met een fulltime-baan herkent niet de afkeurende blik op het schoolplein? Welke werkende moeder krijgt niet de vraag hoe ze werk en gezin combineert? Welke carrièrevrouw krijgt niet de vraag ‘en wat vind je man ervan’?
En we zien het niet alleen in hoe we met elkaar omgaan. We zien het ook in harde cijfers. Bij de honderd grootste Nederlandse bedrijven zijn er meer topmannen die Peter heten dan topvrouwen. In het bedrijfsleven gaat slechts 3,5% van investeringen naar vrouwelijke ondernemers. De politiek doet het beter, maar nog steeds onvoldoende. De Tweede Kamer bestaat slechts voor 39% uit vrouwen. De Eerste Kamer doet het nog slechter met 33%.
Die ongelijkheid zien we terug in de samenleving. De helft van alle Nederlandse vrouwen is financieel afhankelijk van haar partner. De helft! Laat dat eens op je inwerken.
Waar komt die afhankelijkheid vandaan? Het antwoord laat zich lezen in de statistieken. Vrouwen verdienen nog altijd minder voor hetzelfde werk. Gemiddeld verliezen vrouwen bijna veertig procent inkomen na de geboorte van het eerste kind. Dat heeft te maken met de deeltijdcultuur die in Nederland is ontstaan. Bijna veertig procent van de vrouwen gaat minder werken na de bevalling. Waar twee op de tien Nederlandse mannen in deeltijd werken, geldt dat bij vrouwen voor zeven op de tien. En we doen het ook slechter in Europa. Vrouwen werken gemiddeld vier uur minder dan onze West-Europese buren.
Die financiële afhankelijkheid maakt vrouwen kwetsbaar. Ze lopen een groter risico op armoede. Wie financieel afhankelijk is verbreekt geen relatie of wisselt niet snel van baan.
De belofte van de Grondwet – dat iedereen gelijk is – is nog niet ingelost. Ik wil deze ongelijkheid bestrijden. Chimamanda Ngozi Adichie zegt: ‘Een feminist is iemand die gelooft in sociale, politieke en economische gelijkheid.’ Die aanduiding zal ik met trots dragen.
Als we alles laten bij het oude, accepteren we dat de geschiedenis het heden domineert. Maar als we nu ingrijpen kunnen we kansen benutten die tot nu toe voorbij zijn gegaan. Dat is niet alleen goed voor ieder individu, het is ook goed voor Nederland. Het economisch potentieel van vrouwen is noodzakelijk om Nederland sterker uit de crisis te brengen.
Maar daar moeten we wel wat voor doen. De kost gaat voor de baat uit, zoals mijn moeder altijd zei. Ik ben daarom voorstander van gratis kinderopvang, zodat moeders kunnen blijven werken.
Ik ben voorstander van een uitbreiding van het ouderschaps- en partnerverlof, zodat het voor werkgevers geen verschil maakt of je een jonge man of een jonge vrouw in dienst neemt.
Ik ben voorstander van gelijke beloning voor vrouwen én mannen, zodat werken ook voor vrouwen eerlijk loont.
En ik ben voorstander van een tijdelijk vrouwenquotum. Een middel dat niet nodig zou moeten zijn en dat zeker niet zal blijven. Een middel dat historisch onrecht recht zet en daardoor nooit zelf een onrecht kan zijn. Een middel dat een kick-start zal geven aan de doorstroom van het vrouwelijk talent dat nog veel te vaak en in veel te grote mate onbenut blijft, waardoor we als samenleving schade lijden en onszelf chronisch te kort doen. Om vrouwelijk talent en kwaliteit boven te kunnen laten drijven in onze economie en ons bestuur, moet het eerst wel het water in kunnen duiken. Desnoods met een zetje. Een rechtvaardig doel heiligt de middelen.
Mensen maken de samenleving. Mensen maken cultuur. Mensen veranderen, ontwikkelen, groeien en hun samenleving en cultuur groeit en ontwikkelt mee. Door de tijd. Door kennis. Door ervaring. Door groeiende inzichten. Politiek is het middel om die verandering vorm te geven, te realiseren, een bedding te geven en uiteindelijk te verankeren in de structuren van de samenleving.
Met D66 streef ik naar verandering, naar een samenleving van vrijheid, gelijkheid, broeder- en zusterschap. Dat zijn voor mij de hoogst denkbare idealen. Die idealen wil ik in de politiek – de kunst van het mogelijke – waarmaken. Daarom wil ik ook de maximale invloed hebben en ga ik voor het hoogste.
Overal om ons heen zien we vrouwelijke leiders aan het hoofd van hun land. Ik kijk met ontzag naar de rust, de moed tegen de stroom in te gaan én het Europese ideaal van Angela Merkel. En jullie en ik, wij allemaal hebben genoten van de krachtige entree van Kamala Harris als vice-president van de Verenigde Staten.
Wat er ook gebeurt, ik zal me altijd ten volle inzetten voor de rechtvaardige strijd voor het vervolmaken van de gelijkwaardige positie van de vrouw in alle geledingen van onze samenleving. En dan reken ik ook op de steun van alle mannen.
Tot slot, voor alle vrouwen en meisjes die nu luisteren heb ik een speciale boodschap. Laat je niet klein maken. Droom groot. Sta op. Ontdek wie je bent, wat je kan en wat je wilt zijn. Heb lef en grijp je kansen. Hou nooit je mond. Laat je stem klinken. Wij zijn met velen.