Jeanet van der Laan geeft haar maidenspeech: “Sport is voor iedereen.”

Jeanet van der Laan gaf haar maidenspeech tijdens het debat over misstanden in de turnsport. De hele tekst van haar speech lees je hier.

13.10.2021

Ik ben makkelijk uit te tekenen aan de hand van 4 onderwerpen: familie, voetbal, onderwijs en politiek. Ik ben geboren op landgoed Keukenhof en dus opgegroeid in Lisse, in de prachtige bollenstreek, met mijn ouders, broer en zus. Kenmerkend voor Bollenstrekers is dat het nuchtere, harde werkers zijn. Dat hebben mijn ouders ook aan ons doorgegeven.

Wij brengen als familie veel tijd door op de voetbal. FC Lisse is onze club en ons gezin komt daar graag. Voor mij is er bijna niks mooiers dan de geur van versgemaaid gras, een zonnetje en dat je weet dat je dan een wedstrijd mag spelen. Op mijn achtste ben ik begonnen met voetballen, na een lange zoektocht van ballet, atletiek, turnen, zwemmen, vond ik eindelijk mijn passie in het voetbal. En dat is het nog steeds. Ik bleek talentvol en ging met de jongens voetballen om nog beter te worden. We hadden een heel leuk team en pakten het praktisch aan. Ik kleedde me thuis om, douchte in een scheidsrechtershokje of de trainer liet gewoon alle jongens wachten zodat de dame in hun team zich eerst kon omkleden. Uiteindelijk werden we in 1995 kampioen van de hoofdklasse en zouden we promoveren naar de 3e divisie landelijk. En uit die tijd citeer ik het volgende:

“Maar nu komt het punt discriminatie naar voren. Ik mag volgend seizoen waarschijnlijk niet met mijn maten naar de landelijke divisie, want wat wil het geval, ik ben een meisje dat wel op regionaal niveau bij de jongens mag voetballen, maar niet op landelijk niveau. Daar beslissen een paar grijze heren over, die mij nog nooit hebben zien voetballen en ze laten in een brief doorschemeren dat ik maar bij een damesvereniging moet gaan voetballen.”

Voorzitter, dit komt uit mijn handgeschreven tekst van jaren geleden. Om precies te zijn, is het 26 jaar oud en ik had het tegen de bobo’s van de KNVB. Zij hadden mij kort daarvoor verteld dat meisjes geen perspectief hebben in het voetbal.

In een vol restaurant aan de boulevard in Noordwijk en later ook live op radio 1 hield ik eigenlijk mijn echte maidenspeech, als 15-jarige Jeanet. In het hol van de leeuw vocht ik voor een kans om met mijn teamgenoten (jongens) te kunnen blijven voetballen. Mijn protest was in niet te misverstane woorden. Ik betichtte de bestuurders van discriminatie en vocht ik voor gelijkwaardigheid. En dat lukte. Ik kreeg toestemming en na mij volgden vele meisjes. Hierdoor heb ik het voetballeven van veel meisjes en jongens enigszins kunnen veranderen.

Voorzitter, er volgden mooie jaren van topsport, reizen, succes, verlies, winnen en falen. Allemaal belevenissen die me gevormd hebben. Vrouwelijke internationals konden in die tijd nog niet rondkomen van het voetballen. Dus ging ik ernaast studeren. Ik had gekozen voor de lerarenopleiding Nederlands, want, zo dacht ik, als ik nu heel netjes Nederlands leer praten, kan ik altijd nog Studio Sport gaan presenteren.

Maar ik werd bevangen door het onderwijsvirus. Jarenlang heb ik met heel veel plezier op het Fioretticollege les gegeven naast mijn actieve topsportcarrière. Het allermooiste aan het onderwijs vind ik dat je de leerlingen kunt meegeven dat ze meer kunnen en meer aankunnen dan ze zelf denken.

Studio Sport is er trouwens nooit meer van gekomen.

Op mijn 27e ben ik gestopt met voetballen op topniveau. Bevreesd als ik was voor het zwarte gat ben bestuurskunde gaan studeren en de lokale politiek ingerold waar ik me op een andere manier voor sport ging inzetten.

Voorzitter, ik maak me sterk voor een sport waar iedereen zich thuis en veilig voelt, want sport is voor iedereen. Het politieke zaadje daarvoor is dus in 1995 geplant. Het ontstak in mij een ontembaar vuur om gelijkwaardigheid na te streven. Niet alleen voor mezelf, maar voor iedereen. Ik wil Nederland in beweging krijgen voor gelijke rechten en gelijke kansen. Helaas is dat nog niet voor iedereen weggelegd.

Seksisme speelt nog een verdrietige rol in ons land. Het wordt vrouwen op allerlei manieren moeilijk gemaakt om zich uit te spreken. Op het sportveld, op de werkvloer en ook hier, voorzitter, in de politiek.

Als Kamerlid heb ik gemerkt: wie haar mond opendoet, krijgt soms een flinke tackle van achter. Open Twitter maar even. 10 % van alle tweets aan vrouwelijke politici bevat haat of agressie. Ik heb het zelf ook ondervonden met alle reacties als bijsluiter. Als vrouw, als voetbalster en als fulltime-werkende moeder. Dat schrikt flink af, terwijl het omgekeerde nodig is.

Voorzitter, ik wil graag zoveel mogelijk vrouwen en meisjes inspireren om te gaan werken of om meer te gaan werken en zo een bijdrage te leveren aan de grote maatschappelijke vraagstukken van dit moment, zoals ongelijkheid in de portemonnee, de personeelstekorten in het onderwijs en de zorg. Of in de techniek: er is bv geen elektricien te krijgen. De helft van de Nederlandse vrouwen is financieel afhankelijk van hun partner. Er is nog steeds sprake van een grote loonkloof en ondervertegenwoordiging in de top.

Extra blij ben ik dat de Eerste Kamer heeft ingestemd met het tijdelijk quotum van vrouwen in bestuur en raad van commissaris.

Voorzitter, ik strijd voor een gelijk speelveld, want echte emancipatie gaat ons allemaal aan! Maar dat gelijke speelveld, dat was er niet binnen de turnsport.

Geen schijn van kans, voorzitter, hadden de turnsters. In goed vertrouwen afgezet door hun ouders bij de trainingen, die in vaak plaatsvonden in afgeplakte zalen. Het doorduwen bij lenigheidsoefeningen. Pijn bestaat niet. Het doortrainen met gebroken middenvoetsbeentjes. Deels onder het mom: het hoort bij hard trainen. Uitschelden voor dikke koe. Aanzetten tot afvallen.

Negeren. Vernederen. Intimideren. Chanteren. Fysiek geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een turnbond die weg keek. NOC NSF die wegkeek. Het was kindermishandeling.

Voorzitter, via u, zeg ik tegen de turnsters hier in de zaal en thuis die kijken: jullie hadden geen schijn van kans.

Opgeslokt en opgevreten door het systeem en dank voor jullie moed, want het doet zeer wat jullie is overkomen.

Het doet zeer.

Voorzitter, mijn dank gaat uit naar de onderzoekers en de aandacht die ervoor gekomen is. Zij hebben een aantal aanbevelingen gedaan in Ongelijke Leggers die ik goed snap. Fijn dat er excuses zijn gemaakt door de KNGU en het NOC NSF en dat er gewerkt wordt aan een collectieve erkenningsregeling.

Het allerbelangrijkste vind ik het dat sporters misstanden gaan melden.

Dat gebeurt te weinig. Je leest het in bijna alle rapporten die gaan over ongewenst gedrag in de sport. Er wordt te weinig gemeld.

Dat komt ook omdat het niet onafhankelijk genoeg kan of onduidelijkheid wáár dat kan.

Daarom pleit ik voor het volledig onafhankelijk maken van het Centrum Veilige Sport.

Een veilige en professionele plek waar alle sporters terecht kunnen.
Helemaal los van de sportbonden.

NOC*NSF wil het. Ongelijke Leggers beveelt het aan.
Dus vraag ik de staatssecretaris: waar wachten we nog op? We zullen hiervoor een motie indienen in tweede termijn.

Ook de positie van het Instituut voor de Sportrechtspraak moet duidelijker worden. Die keten van melding tot uiteindelijk tuchtzaak moet glashelder zijn. Wie heeft welke verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden? Is het ISR er voldoende op toegerust?

Daarnaast zijn er onder andere aanbevelingen die gaan over topsportfinanciering, professioneel toezicht, vergroten grip op trainers, visie op topsport voor kinderen, voorwaardenscheppende rol voor gemeentes. Daar kan de politiek zeker iets van gaan vinden. Maar op dit moment is sport geen publieke taak en is het zeer lastig om overheidsbemoeienis rondom de georganiseerde sport vorm te geven.

Voor mij zijn dit goede thema’s om in een sportwet op te nemen.
Welke stappen kunt u nu zetten om de sport veiliger te maken? En ziet u dat de sportwet een rol hierin zou kunnen spelen?

We mogen onze ogen niet sluiten. Er zijn meldingen van grensoverschrijdend gedrag binnen diverse sporten en wegkijken is geen optie. Ik wil weten wat er speelt. Zeggen dat de politiek hier niet over gaat, vind ik niet voldoende. De meldingen zijn er onder andere van Kim Koumans; moedige klokkenluider uit de danswereld. Wat mij betreft, doen we met prioriteit, voor de danswereld ook een onafhankelijk onderzoek. Ook hier heb ik een motie op voorbereid.

Graag een reactie van de staatssecretaris of hij hiertoe bereid is.

Tot slot voorzitter, we weten nu dat de sport ook donkere kanten heeft. Dat kan ik niet wegnemen. Wel kan ik mijn politieke verantwoording nemen en dat is wat ik probeer te doen. Dank u.