In Memoriam:
Olga Scheltema-de Nie (1939-2023)

Beeld: Staten-Generaal

Voorvechtster van bestuurlijke en staatsrechtelijke vernieuwing.

Door Thom de Graaf

Oud-Tweede Kamerlid en oud (waarnemend) partijvoorzitter Olga Scheltema-de Nie overleed op 13 september jongstleden op 84 jarige leeftijd. Zij werd al lange tijd geplaagd door gezondheidsproblemen. Niettemin bleef zij ook de laatste jaren van haar rijke leven altijd goedgemutst, hartelijk en enthousiast. Olga had veel vrienden in D66 en heeft de partij in meer dan vijftig jaar veel gegeven. Niet alleen met haar hoofd maar ook met haar hart. Ik mis nu al haar warme vrolijke belangstelling.

Olga studeerde rechten in Leiden en was daar aansluitend wetenschappelijk medewerker. Ze trouwde met de latere Groningse hoogleraar bestuursrecht en D66-staatssecretaris van Justitie Michiel Scheltema; samen kregen zij drie zonen en uiteindelijk acht kleinkinderen. Zij werkte onder meer als jurist op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en werd al vroeg actief in D66. Zo was zij achtereenvolgens raadslid in Leidschendam en Haren (Gr) waar ze ook wethouder werd.

Ik leerde Olga kennen in de bloeitijd van haar politieke leven. Van 1985 tot haar verkiezing als Tweede Kamerlid in 1989 was zij lid van het D66-hoofdbestuur. Als vicevoorzitter Politiek, zoals dat toen heette, was zij samen met de Secretaris Politiek verantwoordelijk voor de politieke lange termijnkoers en de totstandkoming van het eerstvolgende verkiezingsprogramma. In1986 was zij ook enige maanden waarnemend partijvoorzitter. In dat jaar werd ik Secretaris Politiek en dat was het begin van een intensieve samenwerking en een langdurige, innige vriendschap. Olga was leuk, inspirerend en creatief, kon met iedereen goed opschieten (behalve als oppositioneel Kamerlid met een enkele minister) en had een aanstekelijke lach. Ze kon bovendien goed denken, en zocht en vond argumenten voor het debat in plaats van snelle en vluchtige oneliners. In 1988 nam zij het initiatief tot een toekomstverkenning door een Commissie 2000 onder haar voorzitterschap, met daarin onder meer Hans van Mierlo, Jan Vis en Ineke Lambers. Een Commissie 2001, met jongere leden tot 35 jaar, mocht ik voorzitten. De commissies leverden grondstof voor het programma waarmee D66 de vervroegde verkiezingen van 1989 in ging.

Tot haar grote vreugde werd Olga in dat jaar zelf in de Tweede Kamer verkozen. Zij bleef Kamerlid tot 2002 en leverde dertien jaar lang in drie achtereenvolgende fracties gedegen en ambitieus politiek vakwerk, eerst in de oppositie en vanaf 1994 in de coalitie tijdens Paars. Van de mogelijkheid om vrijzinnig te regeren zonder het CDA hadden zij en haar generatie lang gedroomd en zij deed er alles aan om die droom ook te laten slagen.
Een verbindende vrouw in de D66-fractie en de paarse coalitie die het persoonlijk overigens ook prima kon vinden met volksvertegenwoordigers van oppositiepartijen als ChristenUnie en GroenLinks. Olga zocht niet zelf de limelights, maar droeg de ideeën aan waarmee D66 naam maakte. Illustratief was dat zij bij het grote publiek zelfs na 13 jaar Kamerlidmaatschap slechts geringe bekendheid genoot, maar bij collega’s, ambtenaren, wetenschappers en journalisten een dijk van een naam had.

Bestuurlijke organisatie en staatsrechtelijke vernieuwing waren in de Kamer haar grote thema’s, hoewel ze onder meer ook woordvoerder Koninkrijksrelaties had en daaraan een liefde voor de Antillen overhield. Olga was de belangrijkste woordvoerder van D66 op het (correctief) referendum, de gekozen burgemeester, een beter kiesstelsel en andere ‘kroonjuwelen’ en bleek hierin een belangrijke steunpilaar voor de achtereenvolgende fractievoorzitters Hans van Mierlo, Gerrit Jan Wolffensperger en mijzelf. Ook de bestuurlijke organisatie van ons land had haar hart. Niet alleen de discussie over grotere of stadprovincies en het dualisme in de gemeenten, ook een betere rijksdienst en zuivere werking van de ministeriele verantwoordelijkheid. Het is mede aan Olga’s volharding te danken dat er uiteindelijk een Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is gekomen. Geen sexy onderwerp voor het Achtuurjournaal, wel uitermate relevant.

Olga was een beetje het geheime wapen en de motor achter veel D66-ideeen voor een betere werking van de democratische rechtsstaat en goede, zorgvuldige wetgeving. Ze noemde zichzelf ooit een algemeen controleur en vond dat het parlement te weinig gebruik maakte van zijn eigen wetgeving. Een politieke houding die toen al nodig was en nu meer dan ooit. Na haar politieke leven was zij nog lang maatschappelijk actief. Vanzelfsprekend kwam zij met haar man Michiel trouw naar de partijcongressen, om mee te denken en oude vrienden weer te zien. Olga Scheltema blijft in onze herinnering als een voortreffelijke politieke vakvrouw, een lieve vriendin en een Democraat van formaat.