Congres 118 | Last update today at 17:16 hour
CP118.C26 – Een Europese Krijgsmacht
Advies: Ontraden
Status: Verworpen
Indiener: Ernst Dijxhoorn e.a.
Woordvoerder: Fons van der Ham
Doel amendement: Wijzigen van de tekst
Regelnummer: 5472 t/m 5683
Huidige tekst:
5472 Nederland is alleen veilig in een veilig Europa. Daarom zetten we ons op alle facetten in op het versterken van onze Europese veiligheid. Wat D66 betreft betekent dat een gemeenschappelijke Europese krijgsmacht, onafhankelijk worden van autocratische grootmachten, maar ook perspectief bieden aan landen in de instabiele ring om Europa en gezamenlijk grensoverschrijdende criminaliteit aanpakken. 5681 D66 is voorstander van verdere integratie van krijgsmachtonderdelen, zoals bij de Nederlandse en Duitse landmacht het geval is. Zo vergroten we de gezamenlijke slagkracht en wordt samen optreden makkelijker. Deze vergaande vorm van samenwerking legt uiteindelijk de basis voor een Europese krijgsmacht.
Voorgestelde tekst:
5472 Nederland is alleen veilig in een veilig Europa. Daarom zetten we ons op alle facetten in op het versterken van onze Europese veiligheid. Wat D66 betreft betekent dat een verregaande Europese defensiesamenwerking, onafhankelijk worden van autocratische grootmachten, maar ook perspectief bieden aan landen in de instabiele ring om Europa en gezamenlijk grensoverschrijdende criminaliteit aanpakken. 5681 D66 is voorstander van verdere integratie van krijgsmachtonderdelen, zoals bij de Nederlandse en Duitse landmacht het geval is. Zo vergroten we de gezamenlijke slagkracht en wordt samen optreden makkelijker.
Toelichting:
Een Europese Krijgsmacht zou moeten volgen op een politieke Unie, niet daarop vooruitlopen. Het is niet duidelijk wie het primaat zou krijgen over deze Krijgsmacht en beslissingen om Nederlandse militairen in te zetten moet dicht bij de samenleving genomen worden. De Europese strategische cultuur is nog te uiteenlopend, wat een situatie van schijnzekerheid kan creëren en inlichtingenpartners zullen samenwerking stoppen. Verregaande samenwerking met lidstaten met een vergelijkbare strategische cultuur is gewenst en levert wel een bijdrage aan de (collectieve) veiligheid maar spreken van een ‘Europese Krijgsmacht’ leidt af van de verregaande defensiesamenwerking die momenteel wel mogelijk en nodig is.