Vechten voor
keuzevrijheid

Tijdens een bijeenkomst van het Els Borst Netwerk. Foto: Jeroen Mooijman Beeld: Pia Dijkstra

Op 17 juli diende Tweede Kamerlid Pia Dijkstra haar wetsvoorstel Voltooid Leven in. Ze zal het dit keer niet zelf door de Kamers kunnen loodsen, want Dijkstra heeft besloten om na tien jaar afscheid te nemen van de politiek. “Ik wil weer over mijn eigen agenda beschikken.”

Dit artikel is eerder verschenen in Democraat

tekst: Caine Roland

“In het begin kreeg ik weleens blikken van: wat doet die presentatrice hier in de Kamer?”, vertelt ze lachend. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 haalde D66 tien zetels. Pia Dijkstra stond op plek 13, maar door voorkeurstemmen haalde ze toch een zetel. “Veel mensen denken dat ik gevraagd ben, maar ik heb mezelf aangemeld. Ik wilde D66 helpen haar idealen voor elkaar te krijgen.” Tien jaar lang werkte ze vervolgens onvermoeibaar aan diverse medisch-ethische dossiers. Met succes. Zo werd ‘haar’ Donorwet in 2018 door de Eerste Kamer aangenomen. Deze zomer diende ze het wetsvoorstel toetsing levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek (Voltooid Leven) in.

Hiermee treedt ze in de voetsporen van inspirator en oud-minister Els Borst, die twintig jaar geleden de ‘Euthanasiewet’ door de Eerste Kamer loodste. Het verlenen van euthanasie en de hulp bij zelfdoding zijn sindsdien niet meer strafbaar, mits er aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. Zo moet er sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden met een medische grondslag. “Hierdoor vallen mensen met een hoge leeftijd die niet per se fysiek ondraaglijk lijden maar hun bestaan als voltooid beschouwen, tussen wal en schip”, zegt Dijkstra over de aanleiding voor haar initiatiefwet. “Het gaat om mensen vanaf 75 jaar die lijden omdat het leven hen te lang is geworden. Ze willen zelf over hun sterven beslissen en waardig deze wereld verlaten. Deze wens moeten we
respecteren.”

Wat een voltooid leven precies inhoudt, is niet eenvoudig te bepalen. Dijkstra is daarom veel in gesprek geweest met betrokkenen. Met ouderen zelf, uiteraard. Maar ook met medici en ethici. “Ik word ook regelmatig uitgenodigd door religieuze gemeenschappen om te komen spreken. Dan wisselen we van gedachten. Dat is zo interessant; het zijn onderwerpen die raken aan de essentie van het leven. Of neem de palliatieve zorg [die verleend wordt wanneer
er geen genezing meer mogelijk is, red.
]; daar is men continu bezig met de discussie rond het levenseinde: mogen we niet of júist wel ingrijpen wanneer daarom gevraagd wordt?” Het principe dat een voltooid leven in eigen regie moet kunnen zijn, staat voor Dijkstra als een huis. Wel zorgen dit soort gesprekken voor nieuwe inzichten. “Veel dokters vinden dat het niet bij hun vakgebied hoort, daarom zie ik hier een kans voor een nieuw beroep: de levenseindebegeleider.” Deze zorgprofessional zal de stervenswens beoordelen zodat zeker is dat deze vrijwillig, zonder druk van buitenaf, weloverwogen en duurzaam is.

Het begon tien jaar geleden met de initiatiefgroep Uit Vrije Wil, die bijna 120.000 handtekeningen verzamelde. Het burgerinitiatief Voltooid Leven werd in 2012 plenair behandeld, gevolgd door een onderzoek door de commissie-Schnabel. Die adviseerde om geen nieuwe wetgeving te maken, maar het kabinet-Rutte II (VVD, PvdA)
besloot om tóch tot een wetsvoorstel te komen. D66 nam hierin het initiatief: Dijkstra publiceerde in december 2016 haar concept-wetsvoorstel dat zij ter consultatie voorlegde aan deskundigen en belangstellenden. Vele vragen, adviesrondes en tekstaanpassingen volgden.

Na de verkiezingen van 2017 werkte Dijkstra verder aan het wetsvoorstel en werd er opnieuw een onderzoekscommissie ingesteld. Om uit te zoeken om hoeveel mensen het nu eigenlijk gaat
en wat die precies willen en waarom. In januari presenteerde deze commissie-Van Wijngaarden haar rapport en concludeerde dat er in
Nederland ruim tienduizend 55-plussers zijn die niet ernstig ziek zijn, maar toch langere tijd een doodswens hebben. Het bevestigde wat Dijkstra al wist: “Er is brede steun voor eigen regie op een waardig levenseinde”. Omdat het huidige kabinet niet met een wetsvoorstel zal komen, besloot Dijkstra het zelf te doen. Ook al is het op dit moment nog onduidelijk of er een meerderheid voor is in de Tweede Kamer. “Die was er in eerste instantie bij de Donorwet ook niet, dus dat houdt me niet tegen. Je moet altijd blijven doorgaan met wat je belangrijk vindt.”

Die stemming over de Donorwet ligt nog vers in het geheugen. In 2018 werd deze met 38 stemmen voor en 36 stemmen tegen aangenomen door de Eerste Kamer. “Ik zat stijf van de spanning in mijn stoel. We hadden er zo lang aan gewerkt en de levens van mensen op wachtlijsten hangen ervan af.” De actieve donorregistratie is ook heel belangrijk voor de nabestaanden, zegt Dijkstra. “Wanneer een dierbare overlijdt die zijn wens niet doorgegeven heeft, zeggen mensen vaak ‘nee’ voor de zekerheid. Als er ‘geen bezwaar’ staat, verlicht dat de druk.” De wet trad afgelopen zomer in werking.

Mensen denken over het algemeen niet graag na over hun eigen einde, zegt Dijkstra. “Dat ís ook best pittig. Maar naasten laten weten wat je wil, is ontzettend belangrijk. Het doel rechtvaardigt dat we daar een beetje tijd en gedachten aan wijden.” Haar doel is om mensen meer vrijheid te geven over hun eigen leven te beslissen. “Ik wil mogelijkheden bieden, zonder dat iemand iets verplicht is. Natuurlijk respecteer ik het ook als je ertegen bent, maar leg iemand anders niet op wat moet of mag.”

Ingewikkelde, vaak controversiële vraagstukken hebben Dijkstra altijd gefascineerd. Na het NOS Journaal presenteerde ze jarenlang medische programma’s, zoals Vinger aan de pols en De centrale huisartsenpost. Toen ze tien jaar geleden in de Tweede Kamer begon, had ze niet verwacht dat ze het zo lang zou volhouden. Dat ze gewaardeerd wordt om haar inzet is wel duidelijk: bij elke verkiezing kwam ze met meer voorkeursstemmen in de Kamer. “Ik ben niet bang voor debat. Wel vind ik het jammer dat het soms moeilijk is om op basis van argumenten te discussiëren. Ik wil geen beslissingen maken op basis van angstbeelden, maar op basis van feiten en inhoud. Dit is een grote verantwoordelijkheid. Ik wil laten zien dat we stappen maken.” Zelf noemt ze de Donorwet en het indienen van het Voltooid leven-voorstel als haar grootste wapenfeiten. “Ik zal de laatste zelf niet afmaken, maar ik ga er nog een aantal maanden heel hard mee aan de slag. De start is er, het debat kan beginnen.”

“Ik wil mensen keuzevrijheid bieden. Natuurlijk respecteer ik het als je ergens tegen bent, maar leg iemand anders niet op wat moet of mag”

Tien jaar in de Kamer – het is mooi geweest, vindt Dijkstra. “Ik wil weer beschikken over mijn eigen agenda, tijd hebben voor mijn man en voor mijn vader.” Wat ze ook belangrijk vindt: ruimte bieden voor nieuwe mensen en nieuwe visies: “Nu kunnen anderen weer verrassen!” Ruim een decennium in de politiek gaat je natuurlijk niet in de koude kleren zitten, zegt Dijkstra. Maar: “Na ruim twaalf jaar Achtuurjournaal moest ik afkicken van de adrenaline, nu ben ik daar op voorbereid.”

Haar eerste periode vond ze het lastigst. De tijd van Rutte I, het minderheidskabinet van VVD en CDA, dat in 2012 viel. “Ik had nog weinig eelt en we kregen niet veel voor elkaar. Ik heb toen
ongelooflijk veel van Alexander Pechtold geleerd. De manier van werken die nodig is om dingen voor elkaar te krijgen. En ik kreeg binnen de fractie de ruimte om ingewerkt te raken in mijn portefeuille.” In de volgende (oppositie)periode kon D66 haar constructieve gezicht laten zien, waardoor belangrijke hervormingen konden worden doorgevoerd. Die inzet resulteerde in de prachtige verkiezingsuitslag van 2017: 19 zetels. “Het was een voorrecht om die periode van groei en succes mee te hebben mogen maken.”

Uiteraard zijn er ook minder fijne momenten geweest in die tien jaar in de Kamer, zegt Dijkstra. “Incalculeren en relativeren kan ik behoorlijk goed, dus ik accepteer dat politieke zaken niet altijd meezitten. Dat hoort erbij. Maar soms gebeuren er wel heftige dingen die je ervaringen echt kleuren. Zoals de moord op Els Borst, in 2014. Dat was een enorm dieptepunt. We sparden vaak over ideeën. Ze had zo veel compassie voor patiënten en cliënten, maar ook voor zorgprofessionals. Dat heb ik altijd meegenomen in mijn werk.”

Met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen van volgend jaar heeft Pia Dijksta nog wel wat tips voor Kamerleden in spe: “Heb lef, ken je eigen krachten en zwaktes. En geef jezelf de tijd om te wennen. Je kunt niet meteen de agenda beïnvloeden of shinen bij je eerste debat. Dat hoeft ook niet. Als je te snel je stempel wil drukken, kom je jezelf tegen.”

Voor de toekomst hoopt ze op meer samenwerking en verbinding in de politiek. Bij veel onderwerpen kan dat, zegt ze. “Iedereen wil geneesmiddelen bijvoorbeeld betaalbaar houden. Iedere partij misschien op zijn eigen manier, maar over de linie zijn we het eens, we hebben hetzelfde doel. Hierbij kunnen we tot elkaar komen en kijken wat we sámen kunnen bereiken. Sommige onderwerpen hoef je niet politiek te maken.”

5 tips voor aspirant-Kamerleden

  • “Heb lef, weet waar je voor staat en wat je wil”
  • “Focus op onderwerpen die je nauw aan het hart liggen”
  • “Kijk naar mogelijkheden, zoek de samenwerking”
  • “Gun jezelf ook tijd om te wennen, leer de werkwijze kennen en doorgronden”
  • “Blijf altijd goed uitleggen wat je doet. Aan zowel je achterban als de kiezer”