Veiligheid en criminaliteit

De plek waar je woont en de kansen die je krijgt in het onderwijs en op de arbeidsmarkt zijn medebepalend voor veiligheid. We investeren daarom in veilige, leefbare buurten en in alternatieve trajecten voor jongeren die voor het eerst met politie in aanmerking komen. Investeren in preventie van jeugdcriminaliteit kan bovendien bijdragen aan een vermindering van de georganiseerde, zware criminaliteit. De wijk- of dorpsagent is daarbij de spil in de wijk.

  • De wijk- of dorpsagent staat centraal in de politieorganisatie. Zij zijn niet alleen de oren en ogen van de wijk, maar ook een belangrijk eerste aanspreekpunt voor mensen als vertegenwoordiger van de overheid. Deze laagdrempelige toegang zorgt bovendien voor veiligere buurten. Een hoge werkdruk als gevolg van een tekort aan collega’s en veel administratieve taken belemmert het werk van wijkagenten. Door het verminderen van de bureaucratie, het makkelijker maken van zij-instromen en meer inzet en waardering voor politievrijwilligers krijgen wijkagenten weer de ruimte om hun rol als aanspreekpunt in de wijk te vervullen.
  • D66 wil het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid voortzetten. Deze integrale aanpak van wonen, werken, inkomen, onderwijs, veiligheid en gezondheid is bewezen effectief in het verbeteren van de omstandigheden in de betrokken wijken. Vroeg signaleren en ingrijpen is nodig om te voorkomen dat jongeren in de criminaliteit belanden. Hierin trekken we samen op met gemeenten, wijkagenten, jongerenwerkers, docenten en hulpverleners, maar nadrukkelijk ook de (informele) leiders van buurt- en wijkgemeenschappen.
  • We zorgen voor voldoende geld en instrumenten om jongeren een uitweg uit de (drugs)criminaliteit te bieden, door het volgen van een opleiding of begeleiding bij het vinden van werk. Hierbij moeten we niet terugschrikken om indien nodig ook nadrukkelijk extra in te zetten om deze tweede kans voor deze jongeren ook mogelijk te maken.
  • We gaan de politiecapaciteit beter verdelen over het land op basis van objectieve criteria: waar is de nood het hoogst? Hierbij kijken we ook naar regiospecifieke kenmerken zoals aanrijtijden en grensoverschrijdende criminaliteit.
  • We verbeteren de samenwerking tussen boa’s en de politie, bijvoorbeeld door boa’s een noodknop te geven met directe toegang tot de meldkamer van de politie. Ook experimenteren we met aanvullende taken voor boa’s, bijvoorbeeld bij het handhaven van verkeersovertredingen. Er worden geen boa’s ingezet als verkapte politieagenten, het geweldsmonopolie blijft bij de politie.
  • D66 wil een algeheel verbod op consumentenvuurwerk. De maatschappelijke gevolgen voor de veiligheid van hulpverleners, de impact op de natuur, de gezondheid van mensen en de kosten van de schade die het aanricht, wegen wat D66 betreft niet op tegen de vrijheid om vuurwerk af te steken. Bovendien is een algeheel verbod makkelijker te handhaven dan een gedeeltelijk verbod.
  • We investeren in de aanpak van online (aangejaagde) ordeverstoringen. Wanneer de politie een mogelijke ordeverstoring signaleert, moet de veiligheidsdriehoek (burgemeester, politie en OM) optreden op grond van bestaande bevoegdheden. Daarbij wegen zij zorgvuldig af of ingrijpen strijdig is met de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht.
  • Omdat de effecten van online opruiing zich vaak niet beperken tot de grenzen van een gemeente, onderzoeken we hoe er effectiever strafrechtelijk vervolgd wordt, bijvoorbeeld door het instellen van een landelijke autoriteit.

De politie staat midden in de samenleving en is onmisbaar voor veiligheid. Ze zorgt voor bescherming, bewaakt de openbare orde, biedt hulp aan slachtoffers en spoort criminelen op. Agenten staan voor een veilige samenleving, vaak in moeilijke omstandigheden. Ze verdienen onze steun. Personeelstekorten zetten de kerntaken van de politie onder druk. Daarnaast belemmert de werkcultuur sommige politiemensen om goed en veilig hun werk te doen.

  • Diversiteit wordt prioriteit in alle lagen van de politieorganisatie, zodat de politie herkenbaar wordt voor en vertrouwen oproept bij iedereen in de samenleving. De cultuurverandering behoeft de volledige steun en inzet van de korpsleiding, zodat de politie zo snel mogelijk een afspiegeling is van de samenleving.
  • D66 vindt de neutraliteit van de politie essentieel. Echter geloofsovertuiging is net zomin als geslacht, huidskleur en seksuele gerichtheid, reden om de neutraliteit van mensen in twijfel te trekken. Om die reden is D66 voorstander van het toestaan van religieuze uitingen als onderdeel van het politieuniform.
  • D66 wil dat de politie transparant is over de manier waarop zij omgaat met gegevens van demonstranten. Demonstreren is een recht en geen strafbaar feit, dus mag de politie niet zomaar persoonsgegevens opvragen.
  • We versterken de expertise binnen de politie op het gebied van cybercriminaliteit.
  • De politieorganisatie is op dit moment voor te veel mensen geen veilige werkplek. Politiemensen hebben te maken met uitsluiting, racisme, discriminatie, vriendjespolitiek, seksisme en machtsmisbruik. D66 wil een externe organisatie in het leven roepen om deze misstanden aan te pakken. Politiemensen moeten met klachten over misstanden altijd bij deze externe partij terechtkunnen.
  • We willen meer democratische controle op de veiligheidsdriehoek. Veiligheidsregio’s worden transparanter over hun werkzaamheden en leggen verantwoording af tegenover de betrokken gemeenteraden.

In het streven naar een sterke rechtsstaat en een veilige samenleving wil D66 het strafrecht zo selectief en effectief mogelijk inzetten. Stevig en strikt waar het moet, sociaal en gericht op het voorkomen van recidive waar het kan. Want juist door effectief te straffen, kan worden voorkomen dat daders opnieuw een strafbaar feit begaan en de samenleving opnieuw met criminaliteit wordt geconfronteerd. Voor D66 zal het strafrecht altijd een balans zijn tussen het bereiken van vergelding en genoegdoening voor slachtoffers en maatschappij enerzijds, en het voorkomen van herhaling anderzijds. Het duurzaam beschermen en veilig houden van onze samenleving vraagt om goede begeleiding terug de maatschappij in voor hen die daar klaar voor zijn, in combinatie met een stevig regime waarin veiligheid voorop staat voor diegenen die bewust voor gevaar zorgen of hun criminele gedrag niet willen loslaten. Een humaan detentiebeleid dat kansen biedt waar het kan en veiligheid creëert waar nodig.

  • De rechter behoudt de vrijheid over op te leggen straffen. Minimumstraffen en/of taakstrafverboden passen hier niet bij.
  • We willen meer capaciteit om milieucriminaliteit op te sporen en aan te pakken. Bedrijven die zich hieraan herhaaldelijk schuldig maken, worden als veelpleger aangepakt. Ook willen we een reclassering voor bedrijven die zijn veroordeeld voor een milieuovertreding, om herhaling te voorkomen.
  • De laatste jaren is veel geïnvesteerd in de versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces. Het is nu zaak om te zorgen dat deze rechten in de praktijk kunnen worden uitgeoefend.
  • Het gebruiken van DNA-profielen uit publieke (commerciële) databanken vraagt om zeer strenge regels. DNA dat mensen om een bepaalde reden hebben afgestaan, mag niet voor een ander doel worden benut, dus ook niet door opsporingsdiensten.
  • Korte gevangenisstraffen zijn vaak weinig effectief. Momenteel duurt 85 procent van de detenties korter dan zes maanden. Dit is te kort om aan gedragsverandering te werken maar lang genoeg om schade aan te brengen, zoals verlies van werk, inkomen, huisvesting en sociale relaties. Daardoor gaat de helft van de ex-gedetineerden opnieuw de fout in. We straffen effectiever met werkstraffen en (elektronisch gecontroleerde) voorwaardelijke straffen. Die zorgen voor minder recidive en maken het land daarmee veiliger. We nemen daarom de ‘vervangende taakstraf’ op in de wet en verhogen het maximale aantal uren taakstraf. Bovendien moet de rechter de mogelijkheid krijgen om elektronische detentie op te leggen als hoofdstraf.
  • In het strafrecht verdienen jongeren extra aandacht. Samenwerking met Jeugdzorg is essentieel voor opvang en slachtofferhulp. Wanneer een jongere wel in de gevangenis terechtkomt, is het belangrijk om vanaf de eerste dag te werken aan de terugkeer in de samenleving. Hierbij is het belangrijk dat er aandacht is voor een warme overdracht bij de overgang van binnen naar buiten. Dit voorkomt recidive en dakloosheid.
  • Het besluit om gratie te verlenen bij een (levenslange) gevangenisstraf moet door de rechter worden genomen. De rol van de minister van Justitie en de koning moet worden beperkt. Daarmee wordt het besluit van gratie minder een politiek beladen besluit.
  • In de strafrechtketen moet meer tijd en ruimte komen voor de professionals van de politie, het Openbaar Ministerie en de opsporingsdiensten om door te rechercheren in strafzaken waarin dat nodig is, bijvoorbeeld op het gebied van cybercriminaliteit of financiële opsporing.
  • Bij veroordeelden die naast een gevangenisstraf ook tbs opgelegd hebben gekregen, moet de tbs-behandeling al eerder in de gevangenis kunnen beginnen. Nu kunnen veroordeelden pas in de laatste twee jaar beginnen met hun behandeling. Zeker bij langdurige gevangenisstraffen kunnen sommige aandoeningen onnodig zijn verergerd. Dit is onveilig, kostbaar en daarmee onwenselijk. Daarnaast willen we de doorstroom vanuit detentie en tbs naar de reguliere ggz verbeteren.
  • De bevoegdheid van de minister van Justitie om zich met strafzaken te bemoeien door het OM een opdracht te geven, beperkt de onafhankelijkheid van het OM. Daarom willen wij dat deze bevoegdheid komt te vervallen.
  • Opsporing en criminaliteitsbestrijding zijn primair een taak van politie en OM. Het bestuursrecht, waarbij een rechterlijke toets vooraf ontbreekt, mag slechts worden ingezet als dat absoluut noodzakelijk is voor de openbare orde en veiligheid. Het mag niet worden gezien als alternatief voor het strafrecht.

Criminelen maken voor illegale activiteiten gebruik van legale bedrijven en diensten. Deze zogeheten ondermijning morrelt aan de fundamenten van onze rechtsstaat. Denk aan het beïnvloeden van (lokale) politici, het bedreigen van advocaten, officieren van justitie en rechters, het witwassen van geld via legale bedrijven en het inzetten van kwetsbare jongeren. Het tegengaan van ondermijning vraagt om een brede aanpak: van politie en rechtspraak, maar ook de inzet voor projecten gericht op veilige en leefbare wijken, en meer aandacht voor integriteit in het (decentraal) openbaar bestuur. Bescherming tegen ondermijning kan tevens diezelfde vrijheid belemmeren die ook bedreigd wordt door ondermijning. Het is dus zaak daar altijd de juiste balans in op te zoeken.

  • Het bedreigen van politici, journalisten, vertegenwoordigers in de rechtsketen, politieagenten, zorgmedewerkers en anderen met een publieke taak is voor D66 onacceptabel. Het ondermijnt de democratie en rechtsstaat en vormt een bedreiging voor de waarden waar wij als Nederland voor staan. Het moet makkelijker worden om aangifte te doen van dit soort bedreigingen. Opsporing, vervolging en berechting moeten in de gehele strafrechtketen prioriteit krijgen. We richten naar voorbeeld van PersVeilig één steunpunt in voor alle beroepen met een publieke taak, waar werknemers en werkgevers terechtkunnen voor onder andere advies en hulp bij aangiften. Wanneer sprake is een verhoogd dreigingsniveau, moeten bedreigden kunnen rekenen op bescherming van de overheid. Het huidige stelsel van bewaken en beveiligen schiet daarin tekort. We investeren in en hervormen het stelsel, waarbij meer mogelijkheid wordt geboden tot maatwerk in persoonsbeveiliging en waarbij de te beveiligen personen meer aanspraak krijgen. De aanbevelingen van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar de moorden op Redouan B., Derk Wiersum en Peter R. de Vries voeren we uit.
  • D66 wil investeren in de capaciteit van de financiële recherche. ‘Follow the money’ kan als belangrijke leidraad dienen als het gaat om het tegengaan van ondermijnende criminaliteit.
  • Bij aantoonbare integriteitsschendingen krijgen burgemeesters en Commissarissen van de Koning de middelen om in te grijpen, in afstemming met de minister van Binnenlandse Zaken. Ook stellen we overheidsinstellingen beter in staat om gebruik te maken van bestaande bevoegdheden en onderling te communiceren wanneer sprake lijkt van ondermijning en/of integriteitsschendingen. Overheidsinstellingen moeten hierbij beter in staat worden gesteld om gebruik te maken van bestaande bevoegdheden.
  • D66 wil belemmeringen wegnemen om de samenwerking op informatie-uitwisseling en operationeel optreden te bevorderen. Dit is hard nodig voor het tegengaan van georganiseerde criminaliteit. Binnen Nederland en binnen Europa. D66 steunt daarom de versterking van Europol, Eurojust en het Europees Openbaar Ministerie.

Vanuit het buitenland gefinancierde lastercampagnes, de Russische trollenfabrieken, druk van China op bedrijven en wetenschappers: op verschillende manieren bedreigen personen en organisaties vanuit het buitenland onze democratische rechtsstaat. Om ons hiertegen te wapenen, zijn sterkere inlichtingendiensten nodig, maar ook een weerbaardere maatschappij en een (vitale) infrastructuur die hier op aangepast is. Er past een goede voorbereiding op escalatie en tegenreacties, al dan niet in Europese verband.

  • Er is geen plaats voor ongewenste buitenlandse beïnvloeding die tot ondermijning van onze democratische rechtsstaat, vrijheden en open samenleving leidt. Maatschappelijke instellingen worden daarom verplicht om openheid te geven over buitenlandse geldstromen en ontvangsten in natura. D66 wil ook onderzoeken welk handelingsperspectief (lokale) uitvoeringsinstanties kunnen krijgen om daadwerkelijk te kunnen interveniëren.
  • Om ongewenste inmenging en spionage tegen te gaan, rusten we onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit met adequate bevoegdheden om in het snel veranderende (digitale) landschap effectief bedreigingen voor de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde te kunnen afwenden. Uitgangspunt voor D66 blijft hierbij dat de vergaande bevoegdheden die de diensten hebben altijd hand in hand moeten gaan met passende waarborgen en (democratisch) toezicht.
  • We maken kennisinstellingen bewust van de risico’s op diefstal bij samenwerking met wetenschappers, studenten en instellingen uit landen die gezien worden als strategische opponenten. Samen met de kennisinstellingen stellen we een protocol op voor dergelijke samenwerkingen.
  • D66 wil dat er grenzen gesteld worden aan het gebruik van technologie, hardware en software die een veiligheidsrisico met zich meebrengen uit landen die als strategische opponenten gezien worden.

Kwam de dreiging van extremisme en terrorisme voorheen vooral uit jihadistische hoek, inmiddels zien we een toenemende dreiging vanuit het rechts-extremisme en het anti-institutioneel extremisme. Voor D66 zijn haatzaaien en oproepen tot geweld in alle gevallen onacceptabel, net zoals het aanwakkeren van antisemitisme, islamofobie en homohaat. Dat geldt ook voor alle ideologieën die het gebruik van geweld legitimeren, zoals terrorisme, rechts-extremisme, links-extremisme, religieus extremisme en anti-institutioneel extremisme. Deze nieuwe vormen van dreiging vragen om bijstelling van ons contra-terrorismebeleid. Voor D66 is preventie het vertrekpunt. Het bestrijden van extremisme en terrorisme mag daarbij nooit ten koste gaan van rechtvaardigheid en mag onze vrijheid niet onnodig inperken. We dringen daarom dan ook aan op goede privacybescherming en democratische waarborgen in het veiligheidsbeleid.

  • Preventie, vroeg ingrijpen en vertrouwen zijn voor D66 de basis om radicalisering een halt toe te roepen. Samen met gemeenten, wijkagenten, jongerenwerkers, docenten en hulpverleners willen we radicalisering vroegtijdig signaleren en de negatieve gevolgen voor het individu en de samenleving tot een minimum beperken. Dit vraagt om voldoende investeringen in kennis van nieuwe vormen van extremisme (zoals onder andere anti-institutioneel extremisme) bij professionals, zodat de signalen vroegtijdig herkend worden.
  • We staan op tegen islamofobie. Het in het openbaar verbranden van religieuze boeken zoals de Koran is verwerpelijk en draagt op geen enkele manier bij aan een fatsoenlijk maatschappelijk debat. Volgens internationaal recht van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waar Nederland aan gebonden is, wordt het verbanden van religieuze boeken uitdrukkelijk niet beschermd door het recht op de vrijheid van meningsuiting.
  • D66 staat voor een krachtige strijd tegen het opkomende antisemitisme en het toenemende gevoel van onveiligheid voor Joodse Nederlanders. We zetten in op meer onderwijs over de holocaust, racisme en discriminatie. We steunen joodse instellingen in de extra beveiliging die de gemeenschap noodzakelijk acht en versterken de positie van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding.
  • Bij het bestrijden van terrorisme en extremisme beschermen we de grondrechten. Vreedzame activisten zijn geen terroristen; inlichtingenwerk is voorbehouden aan inlichtingen- en veiligheidsdiensten en opsporingswerk aan de politie en het OM. De bevoegdheden leggen we wettelijk vast. Private partijen hebben hierin geen rol.

Nederland is alleen veilig in een veilig Europa. Daarom zetten we ons op alle facetten in op het versterken van onze Europese veiligheid. Wat D66 betreft betekent dat een gemeenschappelijke Europese krijgsmacht, onafhankelijk worden van autocratische grootmachten, maar ook perspectief bieden aan landen in de instabiele ring om Europa en gezamenlijk grensoverschrijdende criminaliteit aanpakken.

  • Uitbreiding van de Europese Unie is in ons belang. We denken daarbij in eerste instantie aan Oekraïne en de landen op de Balkan. De Balkan is niet onze achtertuin, de Balkan is onze binnentuin. De Balkan ligt volledig omsloten door Europese landen. Als wij niet kunnen besluiten hoe we met hen een gezamenlijke toekomst vorm gaan geven, dan gaan autocraten dat voor ons doen.
  • Uitbreiding is nooit urgenter of actueler geweest dan nu en is in het belang van een stabiel en veilig Europa. Vanzelfsprekend vragen we daarbij ook iets van kandidaat-lidstaten. Het lidmaatschap komt met serieuze en duidelijke verplichtingen en een land moet die kunnen dragen.
  • Ook zorgen we ervoor dat de Europese politiek en bestuur klaar is voor toekomstige uitbreiding. De voorgestelde maatregelen voor democratische vernieuwing en voor bescherming van de rechtsstaat zijn hierbij extra van belang.
  • D66 wil het proces van EU-uitbreiding hervormen. We toornen niet aan de Kopenhagen-criteria en zijn van mening dat een land pas lid kan worden als aan alle bestaande criteria is voldaan. Maar D66 wil kandidaat-lidstaten wel al eerder een ‘observant’ status geven of al eerder mee laten praten over Europese beslissingen. Zo maken kandidaat-lidstaten gaandeweg kennis met de Europese besluitvorming en het toetredingsproces.
  • De Europese Unie ondersteunt landen in het Oostelijk Partnerschap bij het democratischer maken van hun bestuur, de bestrijding van corruptie en mensenrechtenschendingen, en het respecteren van burgerrechten. We investeren meer in de zogenoemde MATRA-fondsen.

Mensen met een migratieachtergrond, vrouwen, lhbtiq+-personen en mensen met een handicap zijn vaker slachtoffer van geweld, om wie ze zijn. Dat is onacceptabel. Deze vormen van geweld vragen om een vastberaden aanpak. We versterken de aanpak van geweld, zowel in preventie en slachtofferhulp als in vervolging van daders.

  • Delicten met een discriminerende achtergrond dienen sterker bestraft te worden.
  • We bestrijden online haat en intimidatie. Dat doen we onder andere door sociale mediaplatforms te verplichten haatdragende content te weren.
  • We zetten het nationaal actieplan seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld door en verbreden dit naar meerdere sectoren. Werkgevers krijgen meer verantwoordelijkheden om seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer tegen te gaan, zoals met het opzetten van een goede meldstructuur.
  • We investeren in het voorkomen van seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Dat begint bij voldoende aandacht voor seksuele vorming in het onderwijs, waarbij de overheid scholen ondersteunt. Ook investeren we in vroege signalering en focussen we op daders en veiligheid binnen gezinnen om seksueel kindermisbruik tegen te gaan.
  • We versterken de hulpverlening bij seksueel geweld. Met structurele financiering voor het Centrum Seksueel Geweld willen we ‘eerste hulp bij seksueel geweld’ inrichten.
  • We investeren in de zedenpolitie en in forensisch artsen, met het doel om zedenzaken sneller te behandelen. Ook zetten we in op herstelbemiddeling voor daders en slachtoffers.
  • De aangiftebereidheid bij discriminatie, racistisch geweld en geweld tegen lhbtiq+-personen moet omhoog. We zetten de aanpak met gespecialiseerde discriminatierechercheurs door en breiden deze uit. Ook komt er meer aandacht voor lhbtiq+-discriminatie bij de politie via Roze in Blauw en de politieopleidingen. De politie vertaalt het discriminatieverbod naar duidelijke regels, zowel voor het eigen optreden als voor de werkomgeving bij de politie.
  • We investeren in de aanpak van geweld achter de voordeur. Via Veilig Thuis, maar ook met voldoende opvangplekken voor vrouwen en kinderen die niet veilig thuis kunnen wonen. Codewoorden waarmee geweld achter de voordeur gemeld kan worden bij bijvoorbeeld apotheken worden gemeengoed. Hierbij komt ook meer aandacht voor psychisch geweld en de signalen van femicide (moord op vrouwen omdat ze vrouw zijn). We investeren in de kennis hierover bij hulpverleners – van politie tot huisarts.
  • We willen dat wordt opgetreden tegen religieuze praktijken die de vrijheid van vrouwen en meisjes ernstig beperken, zoals gedwongen huwelijken, eerwraak, achterlating tegen de eigen wil in het buitenland of ontvoering naar het buitenland. We willen ook dat beter opgetreden wordt tegen genitale verminking en zetten preventieprogramma’s op tegen genitale verminking van meisjes en vrouwen.

Racisme en discriminatie bestrijden we op alle fronten. Wij geloven dat de diversiteit van de Nederlandse samenleving ons sterker maakt. De basis voor sociale vooruitgang is gelegd nu we het pijnlijke slavernijverleden onder ogen zien en historische onrechtvaardigheden rechtzetten. In het Nederland van de toekomst spelen voordoordelen over afkomst, etniciteit of levensovertuiging geen rol meer.

  • Op 1 juli is het Keti Koti (Dia di Abolishon, Emancipation Day). Daar maken we jaarlijks een nationale feest- en herdenkingsdag van, net zoals Bevrijdingsdag op 5 mei dat is. Dat is ook belangrijk voor de bewustwording over de oorsprong van racisme in Nederland. We moedigen werkgevers aan om werknemers op deze dagen vrij te geven als zij dat willen.
  • De excuses voor het Nederlandse slavernijverleden staan symbool voor een betekenisvol begin van het proces naar herstel. Om de doorwerking van het slavernijverleden in het hele Koninkrijk, in Suriname en voormalig Nederlands-Indië beter te begrijpen en te beëindigen, breiden wij het bestaande fonds uit van 200 miljoen euro in vijf jaar naar 400 miljoen euro in tien jaar. Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) krijgt als volwaardig kennisinstituut structurele financiering.
  • In februari 2023 oordeelde het gerechtshof in Den Haag dat de Koninklijke Marechaussee niet langer mensen mag controleren op basis van hun huidskleur, ook niet in combinatie met andere factoren. Een historische uitspraak tegen etnisch profileren. D66 wil dat alle instanties en uitvoeringsorganisaties van de overheid etniciteit en nationaliteit niet meer gebruiken in risicoprofielen.
  • In de zorg en gezondheidsonderzoeken moet meer oog komen voor cultuurverschillen en zorgbehoeften van mensen met een migratieachtergrond. (Onbewuste) vooroordelen kunnen leiden tot verkeerde diagnoses en onderschatting of het negeren van klachten.
  • D66 verwelkomt een snelle ontwikkeling naar een Sinterklaasfeest voor iedereen. De Rijksoverheid werkt alleen nog mee aan een inclusief Sinterklaasfeest.

Al decennialang bouwen we aan de Europese belofte van vrijheid en vrede. Voor veiligheid hebben we echter te weinig oog gehad. We maakten onszelf te afhankelijk van de VS voor militaire veiligheid en te afhankelijk van landen als China en Rusland voor economische welvaart. Nu is het zaak dat we onafhankelijk leren optreden. We worden zelfstandiger en creëren een volwaardige Europese tak binnen de NAVO. Nederland heeft een ultieme positie om hierin een voortrekkersrol te spelen, als lid van het eerste uur in zowel de Europese Unie als de NAVO.

Al decennialang bouwen we aan de Europese belofte van vrijheid en vrede. Voor veiligheid hebben we echter te weinig oog gehad. We maakten onszelf te afhankelijk van de VS voor militaire veiligheid en te afhankelijk van landen als China en Rusland voor economische welvaart. Nu is het zaak dat we onafhankelijk leren optreden. We worden zelfstandiger en creëren een volwaardige Europese tak binnen de NAVO. Nederland heeft een ultieme positie om hierin een voortrekkersrol te spelen, als lid van het eerste uur in zowel de Europese Unie als de NAVO.

We investeren verder in defensiepersoneel. Zowel de militairen, burgers als reservisten. Mensen die zich dag en nacht – vaak in gevaarlijke omstandigheden – voor onze veiligheid inzetten, verdienen namelijk meer erkenning en beloning.
 
We maken van Defensie een aantrekkelijke werkgever, die midden in de maatschappij staat. We zetten ons daarvoor in en gaan het personeelstekort tegen.

We investeren verder in defensiepersoneel. Zowel de militairen, burgers als reservisten. Mensen die zich dag en nacht – vaak in gevaarlijke omstandigheden – voor onze veiligheid inzetten, verdienen namelijk meer erkenning en beloning.
 
We maken van Defensie een aantrekkelijke werkgever, die midden in de maatschappij staat. We zetten ons daarvoor in en gaan het personeelstekort tegen.

  • Er komt een verdere modernisering van het personeelsbeleid, waaronder meer flexibiliteit, ruimte voor specialisten en het ontkoppelen van rang en salaris.
  • Er komen meer mogelijkheden voor opleidingen en geoefendheid.
  • Kazernes worden versneld gemoderniseerd en uniformen, munitie en (oefen)materieel moeten voorradig zijn.
  • Integriteit en sociale veiligheid zijn voorwaardelijk voor een goed functionerende defensieorganisatie. D66 vindt het belangrijk dat deze thema’s stevig in de opleidingen zijn verankerd.
  • Diversiteit maakt sterker. Daarom voert Defensie een actief diversiteits- en inclusiviteitsbeleid.
  • Met de uitbreiding van het dienjaar naar Scandinavisch model, een vrijwillige diensttijd, trekken we nieuw talent aan. Ook voeren we de topsportselectie opnieuw in. D66 is geen voorstander van dienstplicht.
  • De (na)zorg voor onze veteranen en het thuisfront is nooit af en blijft onderwerp van verbetering. Met name op het gebied van mentale zorg.
  • Dankzij D66 is er versneld geld beschikbaar voor het programma Veteraan in de Klas, waarin veteranen met leerlingen in gesprek gaan over oorlog en vrede. Dit project wordt ook komende jaren voortgezet.
  • Binnen de krijgsmacht en andere geüniformeerde beroepen is geen ruimte voor extremistisch gedachtegoed.

We willen allemaal een betaalbaar en passend huis. We willen allemaal comfortabel en snel kunnen reizen door heel het land. We waarderen allemaal de natuur om in te recreëren, uit te rusten en te bewegen. Elk van deze claims op de schaarse ruimte gaat ten koste van een ander doel en van de beschikbare ruimte die overblijft. Maar nog belangrijker is dat deze claims ook veel nadelige gevolgen hebben die steeds zichtbaarder worden: milieuvervuiling, klimaatverandering, verdroging en watergebrek, verlies aan biodiversiteit en verrommeling van het landschap. Om die reden is het zaak om keuzes te maken.