’s-Hertogenbosch als (open) datastad

Gisteren is onze motie om tot opendatabeleid te komen voor ’s-Hertogenbosch als toonaangevende datastad unaniem aangenomen. Open data brengen economische, maatschappelijke, democratische en bestuurlijke waarde voor onze gemeente. We zijn blij dat de gemeente ’s-Hertogenbosch ook de kansen ziet die open data bieden en actief aan de slag gaat met het opstellen van opendatabeleid.

Er is een groeiende nadruk op transparantie bij de overheid, innovatie in beleid en uitvoering én datagedreven sturing binnen de gemeentelijke organisatie. Deze ontwikkelingen leiden tot meer focus op de rol en betekenis van data binnen de lokale overheid en met name open data. In opendatabeleid neem je als gemeente op hoe je het gebruik van open data verder wil stimuleren.
 
In de motie ‘Open data: open, transparant en innovatief’ geven we een aantal kaders mee voor het opendatabeleid. Toegankelijkheid op een veilige wijze én het actief stimuleren van samenwerking en co-creaties ten behoeve van de gemeenschap zijn de belangrijkste kaders. Dat betekent concreet: data van de stad, over de stad, ook mét de stad delen. Zodat bedrijven en inwoners ook zelf met die data aan de slag kunnen.
 
Raadslid Bilal El Amraoui: “Ik ben blij met de raadsbrede steun voor deze motie. Gemeentelijk opendatabeleid wordt wereldwijd erkend als een waardevol instrument voor het stimuleren van innovatie, het bevorderen van economische groei, het vergroten van de maatschappelijke waarde van overheidsinformatie en het vergroten van de betrokkenheid van inwoners. Als voorbeeld: bijna iedere gemeente heeft een registratie van het aantal en locatie van invalideparkeerplaatsen. Deze data wordt niet overal op eenzelfde manier geregistreerd. Door hier een standaard voor te ontwikkelen en de data vervolgens beschikbaar te stellen aan marktpartijen als Google Maps of Garmin wordt deze informatie eenvoudig toegankelijk voor gebruikers van deze navigatiesystemen. Zo draagt open data bij aan innovaties die mobiliteit en participatie van burgers bevorderen.”