Wat D66 betreft leggen we de komende periode extra nadruk op het realiseren van woningen in het sociale segment en het middensegment. Deze inwoners, met starters in het bijzonder, zitten het meest klem. We willen daarnaast blijven bouwen volgens de Bossche mix. Dat wil zeggen: geen monotone wijken maar buurten met allerlei verschillende woningtypen.
We sluiten aanvullende onorthodoxe maatregelen niet uit en willen die vaker gaan toepassen. Denk aan de zelfbewoningsplicht en een antispeculatiebeding bij nieuwbouw. Een woning is er immers om in te wonen. Daarnaast willen we maatregelen treffen om huishoudens die ‘te groot’ wonen verleiden te verhuizen op basis van vrijwilligheid.
Van thuis naar vrienden, voorzieningen en werk. Verkeersveiligheid en een goede bereikbaarheid zijn erg belangrijk. We hebben oog voor het groeiend aantal gezonde en duurzame vervoersvormen en deelmobiliteit. Het liefst zien we dat vervoer in ’s-Hertogenbosch zoveel mogelijk met de fiets gebeurt. Fietsen is immers gezond en duurzaam. Tegelijkertijd doen we de auto niet in de ban. We laten iedereen vrij om een passend vervoersmiddel te kiezen.
De schaarste aan ruimte vraagt om een andere blik op de openbare ruimte. De ruimte voor bijvoorbeeld parkeren is in hoogstedelijk gebied (met voorzieningen in de buurt en waar de ruimte schaars is) beperkter dan in gebieden waar het rustiger en meer ruimte is. We zien in de toekomst dat het stedelijke gebied, met name de binnenstad, autoluwer wordt. De ruimte die we winnen met het verminderen van parkeerplaatsen op straat kunnen we benutten voor meer groen, fietsparkeerplekken, bredere trottoirs en voor verblijfsruimte om te recreëren.
De duurzame en gezonde keuzes willen wij zoveel mogelijk stimuleren. Veilige fietspaden, snelfietspaden, een uitgebreide laadinfrastructuur en het verder stimuleren van het openbaar vervoer en deelmobiliteit zijn daarbij essentieel. Mobiliteitshubs, waarbij verschillende vormen van vervoer samenkomen, spelen daarbij een grote rol. Deze hubs maken de stad beter bereikbaar en verspreiden de drukte die zich nu nog rondom station ’s-Hertogenbosch concentreert.
De oude Diezebrug is nu nog een barrière voor fietsers en voetgangers en een figuurlijke snelweg voor auto’s. Het belemmert bovendien het zicht van de binnenstad op de Stadsdelta en andersom. We willen bovendien ‘de overkant’ (Orthenpoort-Zuid) van de Tramkade veel meer betrekken en zijn dan ook voorstander van een vernieuwde Diezebrug. Door een nieuwe brug aan te leggen komt er ook ruimte voor nieuwe woningen beschikbaar.
De komende jaren gaan we van ’s-Hertogenbosch nog meer een stad maken, met name in de Spoorzone. Een groot deel van de woningbouwopgave zal hier gerealiseerd moeten worden. Daarvoor moeten we onder andere de hoogte in. Hierbij gaan we spaarzaam om met onze ruimte. We zetten in op vergroening en het tegengaan van het woningtekort. Wat D66 betreft focussen we in de Spoorzone voornamelijk op de gebieden de Bossche Stadsdelta en het EKP-terrein en kijken we verder richting Rietvelden, West en Ertveldplas. Het voordeel van deze locaties is dat ze voorzien in (extra) centrumfuncties en bestaande functies versterken. Ze liggen dicht bij vervoersknooppunten zoals een station en vergroten daarmee de kans dat andere overheden zoals de provincie, het rijk of de Europese Unie (EU) ons steunen in deze ambitie. Andere belangrijke woningbouwlocaties voor de komende jaren zijn het voormalige Weener XL-terrein, De Meerendonk en station Oost en omgeving.