De gezondste leefomgeving van Europa

Door de coronacrisis zijn we ons bewuster geworden van onze gezondheid en onze kwetsbaarheden. We zijn het groen in onze directe omgeving nog meer gaan waarderen door de rondjes die we nog meer zijn gaan wandelen. De komende jaren willen we dat onze buitenruimte meer uitnodigt tot bewegen en recreëren. Daarom moet er snel een visie op recreatie komen en worden uitgevoerd. Hiermee willen we belangrijke gebieden beter met elkaar verbinden. Dan is het voor fietsers en wandelaars aantrekkelijker om hier te verblijven.

Voor een gezonder ’s-Hertogenbosch zetten we in op het verkleinen van gezondheidsverschillen en vijf extra gezonde levensjaren in 2030. Gezonde levensjaren zijn, simpel gezegd, het aantal levensjaren in goede gezondheid. Deze extra jaren ‘winnen’ we door bewegen en gezonde voeding veel meer te stimuleren. Daarnaast is ook mentaal en sociaal actief blijven van groot belang. We vinden het belangrijk dat iedere inwoner zoveel mogelijk de eigen regie houdt over hun leven en dat ze hun kwaliteiten en talenten kunnen blijven inzetten voor zichzelf en de maatschappij.

Om ervoor te zorgen dat de ouderen nu en in de toekomst zo lang mogelijk gezond zijn zorgen we voor een kwalitatief hoogwaardige derde levensfase. Wij willen ook werken aan een groene leefomgeving die uitnodigt tot bewegen maar ook wateroverlast en hittestress tegengaat. Meer groen is tegelijkertijd goed om de biodiversiteitscrisis te bestrijden. Denk hierbij aan pocket parken of tiny forests maar, ook aan het grootschaliger vergroenen door het Westerpark echt het park van West te maken en te verbinden tot aan het groen van het Schutskamppark.

Om ook de lucht schoner te krijgen voeren we het Schone Lucht Akkoord (SLA) uit. Hiermee bereiken we in 2030 50% gezondheidswinst ten opzichte van 2016. We zetten daarbij in op flinke elektrificatie van ons (openbaar) vervoer. Maar denk daarbij ook aan de aanleg van evenementenstroom om dieselaggregaten tegen te gaan.

We stimuleren duurzame en schone vervoersmiddelen. Meer bewegen is immers gezond, dus we blijven inzetten op goede fiets- en wandelvoorzieningen. Er blijft ruimte voor de auto, maar we stimuleren het elektrisch rijden door fors in te blijven zetten op een dekkende publieke laadinfrastructuur. Daar waar de openbare ruimte letterlijk schaars is, neemt de auto relatief veel ruimte in beslag en zorgt deze voor veel overlast. De brede binnenstad is zo’n hotspot. We willen de brede binnenstad daarom de komende jaren verder autoluw maken om zo meer ruimte te creëren voor groen en ontmoeting. Uitgangspunt blijft dat bewoners in de omgeving kunnen parkeren en bezoekers dat doen aan de randen van de binnenstad.

Daarom willen we:

  • de meest leefbare stad van Europa worden. Naast woningbouw is vergroening nodig in de bestaande stad, de wijken en de dorpen. Daarom trekken we de natuur nog meer de stad in en versterken we de natuur in ons buitengebied;
  • de binnenstad autoluw maken door versneld de 30 km-binnenstadsring te voltooien, de historische binnenstad autoluw in te richten en straatparkeerplaatsen om te zetten in groen en ontmoetingsruimte. Parkeren maken we voor bewoners mogelijk in de bestaande parkeergarages. Verder zetten we in de brede binnenstad in op deelmobiliteit, emissievrij openbaar vervoer en de fiets;
  • dat bezoekers enkel nog kunnen parkeren op transferia en parkeergarages buiten de historische binnenstad. Dan ontstaat er ruimte om het bovendek van parkeergarage Wolvenhoek in zijn geheel ter beschikking te stellen voor meer groen en recreatie;
  • slimme en schone bevoorrading van de historische binnenstad verder stimuleren;
  • de komende bestuursperiode 20 hectare bos extra aanplanten. Dit doen we op plekken die niet concurreren met woningbouw- of energieambities of door slimme combinaties te maken;
  • van het Westerpark écht ‘Central Park’ voor West maken door een groene long te creëren van het Westerpark tot het Schutskamppark;
  • bebouwd gebied vergroenen, te beginnen met de meest versteende wijken. Daarom willen we in de komende bestuursperiode alle schoolpleinen groen hebben en in iedere wijk minimaal één tiny forest;
  • bewoners stimuleren om groene tuinen aan te leggen en het verharde oppervlak rondom huis te beperken;
  • bewoners en bedrijven actief betrekken bij het onderhoud van de openbare ruimte. Onder meer door het adopteren van groen in de openbare ruimte en door bewoners in hun eigen wijk plekken te laten aandragen waar extra groen en bomen worden aangeplant;
  • waterbewuste maatregelen nemen, zoals het opvangen van hemelwater in de openbare ruimte. We stimuleren bewoners om regenwater af te koppelen van het riool en dit op een andere manier van af te voeren. We breiden de huidige subsidieregelingen daarvoor uit;
  • het uitbreiden van het netwerk van kranen en drinkfonteinen in de gemeente ’s-Hertogenbosch ter bevordering van de consumptie van water en daarmee een gezondere leefstijl;
  • blijven investeren in het Zuid-Willemspark en het stadstracé daarvan richting de buitengebieden verder uitbreiden;
  • een goede balans tussen gezondheid en landbouw. Daarom willen we de huidige pachtgronden (deels) ter beschikking stellen voor stadslandbouw;
  • de combinatie tussen natuur en spelen voor kinderen in de wijken en dorpen versterken door meer natuurlijke speelplekken aan te leggen. Er is sowieso een krap budget voor speelplekken voor kinderen, terwijl buitenspelen gestimuleerd moet worden. Daarom willen we het budget hiervoor verhogen;
  • investeren in de openbare ruimte om met name de noodzakelijke vervangingen die door tekorten te vaak worden uitgesteld te versnellen;
  • bestaande graspercelen of maïsvelden omvormen naar natuur. In 2040 realiseren we hiermee minimaal 100 hectare natuur;
  • een Bossche preventieagenda waarin we extra investeren in het voorkomen van zorgvragen en inzetten op extra gezonde levensjaren. In dit geval gaan kosten voor de baten uit, maar is voorkomen altijd beter dan genezen;
  • door heel Nederland is er een forse toename van onder meer eenzaamheid, depressieve gevoelens, seksueel geweld en zelfdoding onder allerlei soorten groepen jongeren. Daarom verdienen jonge mensen in onze gemeente ook extra aandacht als het gaat om hun mentale gezondheid en de toegang tot mentale zorg;
  • een liberaal en verantwoord gereguleerd drugsbeleid met een eigen verantwoordelijkheid voor de gebruiker. Zeker bij drugs die bij verantwoord gebruik geen of beperkt schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid. Hier hoort, net zoals bij alcohol, echter wel goede voorlichting bij, als ook de mogelijkheid om bepaalde drugs te testen, met bijzondere aandacht voor het toenemende gebruik en gevaar van lachgas;
  • bij hulpvragen van inwoners dat er primair gehandeld wordt vanuit vertrouwen. We zijn daarin sociaal en zakelijk;
  • de coulance en menselijke maat rondom de participatiewet in ’s-Hertogenbosch behouden. Daarmee mogen mensen met een uitkering tot 1.200 euro aan giften ontvangen en brengen we mensen niet verder in de problemen door onnodig hard in te grijpen bij onbedoelde overtredingen. Fraude hoort uiteraard blijvend aangepakt te worden;
  • regeldruk bij zorgverleners verminderen. Zij zijn de zorgprofessionals en hebben onnodig vaak te maken met een grote verantwoordingsdruk. Als gemeente moeten we samen met instellingen gaan bekijken hoe we deze regeldruk voor professionals kunnen terugdringen;
  • een verscherpte aanpak van zogenaamde ‘zorgcowboys’. Geld voor de zorg is voor zorgbehoevenden bedoeld. Dit willen we voornamelijk bereiken door scherper te gaan normeren en het beter mogelijk te maken te kunnen ingrijpen;
  • het Sociaal en Zorgfonds behouden ten behoeve van vernieuwingen in zorg- en welzijnsbeleid en zoveel mogelijk op peil houden. Vernieuwing en verandering in de zorg hebben tijd nodig en abrupte bewegingen pakken zelden goed uit. Om rust te bewaren behouden we de financiële remweg om zo te kunnen blijven vernieuwen, ook bij financiële tegenvallers;
  • sport in de openbare ruimte stimuleren, op verschillende manieren passend bij de behoefte in de buurt. We starten in de wijken waar dat het hardste nodig is;
  • ’s-Hertogenbosch in het nieuwe Vliertkwartier een (top)sportcomplex bieden dat tot de beste gerekend kan worden van wat Nederland op dit moment bezit, zoals dat ook bij opening in 1951 het geval was;
  • investeren in vitale sportverenigingen door de realisatie van (betere) sportparken. Dit kan door verschillende verenigingen bij elkaar te brengen op basis van vrijwilligheid op één locatie, met behoud van identiteit maar door het delen van voorzieningen.