Onderwijs.

Elk kind verdient de allerbeste ontwikkeling. Daarom vinden we dat een peuterspeelzaal, basisschool en kinderdagverblijf vanuit elk dorp toegankelijk moeten zijn. De gemeente heeft een belangrijke verantwoordelijkheid als het gaat om onderwijshuisvesting. Ieder kind moet op een passende afstand van een basisschool wonen. D66 wil zich inzetten om hiervoor de benodigde financiën beschikbaar te maken en indien noodzakelijk de financiële middelen te verruimen.

In het kort

  • Een peuterspeelzaal, basisschool en kinderdagverblijf binnen aanvaardbare afstand van elk dorp
  • Gymnastieklokaal in de buurt van elke basisschool
  • Multifunctionaliteit en duurzaamheid van schoolgebouwen wordt nagestreefd
  • Gemeente stimuleert aansluiting tussen scholen en het Opsterlandse bedrijfsleven

Toekomstgericht, duurzaam en multifunctioneel.

De gemeente is tot op heden vooral angstig om te groot te bouwen, een resultaat hiervan is dat het gebouw van Kindcentrum Loevestein in Gorredijk al snel te klein bleek. We kunnen groter bouwen en een combinatie van functies in een schoolgebouw kan de leefbaarheid van dorpen versterken. Gebouwen moeten daarom niet alleen geschikt zijn of worden gemaakt voor onderwijs, maar ook worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals opvang-, zorg- en welzijnsactiviteiten. Daar waar door demografische ontwikkelingen en schaalgrootte onze onderwijskwaliteit verder onder druk komt te staan, is het de hoogste tijd om te investeren in moderne, ruime en energieneutrale basisscholen. Door af te stappen van kleinschaligheid kunnen we in een krimpende regio kwalitatief goed onderwijs bewerkstelligen.

De gemeente moet onderwijs en de lokale bedrijfsleven verbinden.

De huidige markt vraagt steeds meer om nieuwe vaardigheden. Men moete naast proactiever, meer probleemoplossend, kritischer, creatiever en actiever zijn. Het onderwijs moet veranderen om de leerling beter te laten aansluiten bij de regionale arbeidsmarkt. Werkgevers ervaren namelijk een gebrek aan eerdergenoemde vaardigheden bij leerlingen en daarom moet het onderwijs naast reguliere lessen aandacht besteden aan praktijkopdrachten. De technieksector in Opsterland heeft een tekort aan vaardig personeel, waardoor er actie van de gemeente wordt gevraagd. Het voortgezet onderwijs en het regionale bedrijfsleven moeten niet alleen met elkaar in contact worden gebracht, maar er moet een samenwerking ontstaan waarbij levensechte praktijkopdrachten worden bedacht voor leerlingen. Momenteel organiseert de gemeente alleen werkbezoekjes tussen leerlingen en ondernemingen. Het kijkje in de keuken gaat het probleem van te weinig technisch personeel niet oplossen.

De gemeente moet de gevraagde behoeften vanuit het bedrijfsleven richting aan de onderwijsorganisaties koppelen. Via deze weg kunnen bedrijven op locatie of in de schoolgebouwen leermiddelen faciliteren waardoor de leerlingen vaardig worden in de werkzaamheden die de regionale bedrijven vragen. De jeugd wordt gemotiveerder en in de toekomst kan de leerling arbeidsplaatsen opvullen. Het tekort aan personeel wordt opgelost en de leerlingen blijven in Opsterland wonen. De leefbaarheid blijft behouden en de gemeente Opsterland kan door deze betere aansluiting tussen onderwijs, overheid en bedrijfsleven als voorbeeldgemeente fungeren voor de rest van Nederland.