Maar onze Friese natuur staat onder druk, een understatement. De biodiversiteit neemt drastisch af door toedoen van de mens met alle gevolgen van dien voor onze kinderen. Zo broeden er 50 jaar geleden in Nederland nog meer dan 120.000 grutto’s. Nu mogen we blij zijn als we tussen de 16.000 en 20.000 halen. Het rapport vanuit de provincie is helder, het gaat slecht met de weidevogels. Punt. En uit een recent onderzoek komt dit wederom door toedoen van de mens door het verzuren, vergiftigen en verdrogen van de grond middels intensieve landbouw.
Zo bevatte een stuk grond buiten de stad vroeger al gauw zo meer dan 35 verschillende diersoorten. Nu mag je al blij zijn als je in het grasfalt meer dan 7 verschillende soorten vindt. Veel mensen lijden aan “Het shifting baseline syndrome wat laat zien hoe slecht de mens in staat is om natuurervaringen en -herinneringen van generatie op generatie door te geven. We ervaren het natuurbeeld uit onze kindertijd als de norm, zo is het en zo was het, en hebben zo goed als geen idee over hoe de natuur er voor die tijd uitzag.””Wie weet nog dat er zoutmoerassen waren op de Waddeneilanden? Zoals de Boschplaat op Terschelling, maar dan ruim 200.000 hectare?
Kortom, mede door alle weerstand en zorgen die er bij de veel insprekers, betrokken en natuurorganisaties zijn is dit voor D66 voldoen om ons standpunt omtrent het bouwen van woningen in unieke stukjes natuur van onze gemeente te heroverwegen. Vrijwel alle natuurorganisaties (FMF, It Fryske Gea, Natuurmonumenten, Bond voor Vogelwachten, Milieudefensie, Urgenda) zijn fel tegen. Daar moet het college (bestaande uit Groenlinks) echt wat mee doen.
Ook wil D66 wijzen op de Natuurdoelanalyse die nu voor de zoveelste keer vertraagt is (door een motie van BBB) en juridische consequenties kan hebben voor de vergunningverlening omtrent aanvragen van stikstofeffecten op onder andere Natura-2000 gebieden. Uit de Natuurdoelanalyses van februari 2023 blijkt dat de natuur in de 15 Brabantse Natura 2000-gebieden verslechtert. De verplichte Europese natuurdoelen kunnen met de huidige maatregelen niet worden behaald. De problemen worden veroorzaakt door een mix van verzuring, vermesting en verdroging. Ik kan u op een brief geven dat dit ook voor Friesland gaat gelden, ondanks de twijfel die BBB/CDA nu zaaien omtrent deze NDA. Hoe kijkt dhr. De Haan tegen deze NDA aan, en als de staat van de Friese natuur nog slechter is dan gedacht, vindt de wethouder het dan nog verantwoord om naast dit mooie natuurgebied te gaan bouwen? Ook op dit punt overweegt D66 een motie. Zet eventueel een rem op De Hem totdat deze NDA bekend is en de gemeente dit heeft kunnen analyseren.
Dan de veelbesproken bufferzone. De zone die de wethouder nu in gedachten heeft blijkt een 40 -75 meter brede weide- en rietstrook met greppels met hier en daar wat plasdras. Hiermee druist hij lijnrecht in tegen de conclusies van het ecologisch onderzoeksrapport (7 mei 2020) van bureau Altenburg & Wymenga. Dit rapport, nota bene aangevraagd door de gemeente zelf, bevat glasheldere conclusies over de manier waarop polder De Houn (met zijn weidevogels) beschermd kan worden. “Pas bij een bufferzone met een breedte van 300 meter zal de polder geen of nauwelijks invloed meer ondervinden van het woningbouwgebied.” (En in het verlengde daarvan: hoe smaller de zone, hoe groter de schade voor de polder.) Het tot ontwikkeling komen van bomen, bosschages en riet moet volgens het rapport voorkomen worden. Het advies is om “de bufferzone om te vormen tot kruidenrijk grasland” en uit een recenter rapport uit 2021 (februari) door onze fractie opgevraagd, blijkt dat zelfs bij een buffer van 100 of 50 meter de weidevogelpopulatie grotendeels vernietigd gaat worden.
Het wordt tijd dat de wethouder hom of kuit noemt: dus ofwel erkennen dat zijn prioriteit naar woningbouw uitgaat (waarbij hij door een schamele bufferzone het lot van de weidevogels op de koop toeneemt) ofwel kiezen voor een minder groot bouwoppervlak en een 300 meter brede bufferzone van kruidenrijk grasland. Het kan namelijk niet beide. En hierbij gelijk de volgende vraag: Het rapport A&W stelt vrij helder dat zonder zone van 300m er geen vogels meer gaan broeden. Is het dan wel zinvol om al die dure maatregelen te nemen om toch dit stuk gebied te beschermen, wat uiteindelijk zinloos blijkt te zijn? Is dit niet meer symboolpolitiek? Het door ons opgevraagde rapport, dank Milieudefensie hiervoor, omtrent bufferzones toont ook aan dat vrijwel elke buffer onder de 300m zinloos is. Waarom is dit rapport nooit met de raad gedeeld, ter info? Het bevat nogal relevante informatie voor ons als raad? Waarom is dit een concept gebleven? En wat was het doel van de gemeente om het rapport uit februari 2021 op te stellen door A&W? We horen graag van de wethouder.