Op 14 juli, tijdens de laatste vergadering van Provinciale Staten voor het zomer reces, diende D66 samen met GroenLinks en ChristenUnie-SGP een motie in die het provinciebestuur oproept te verkennen hoe het bereik van het Zuid-Hollandse cultuurbeleid op zowel de kunsten als het erfgoed kan worden vergroot. Ook willen wij weten of er (naast het Rijks-, provinciaal en gemeentelijk cultuurbeleid) sprake is van ‘witte vlekken’. Een hartenkreet die op brede steun van zowel de oppositie als de coalitie kon rekenen.
Structurele steun voor kunst en cultuur
De provincie heeft afgelopen jaar extra geld uitgetrokken voor erfgoed en kunsten. “Dat was goed, maar nog onvoldoende structureel”, zegt Statenlid Jeroen Heuvelink: “D66 wil voorkomen dat culturele instellingen tussen wal en schip raken qua financiering.”
Woordvoerder Jeroen Heuvelink is stellig. “Door de coronacrisis heeft het cultuurbereik een deuk opgelopen en zijn er extra inspanningen nodig om de achterstand in te lopen. Als we niet structureel ingrijpen, dreigen de culturele voorzieningen in kleinere kernen en de middelgrote gemeente het slachtoffer te worden. En dat zou eeuwig zonde zijn. Een rijk en gevarieerd cultuuraanbod draagt immers bij aan een aantrekkelijke provincie voor inwoners, dagjesmensen en toeristen.”
Ook werd het provinciebestuur erop gewezen dat Zuid-Holland de landelijke richtlijnen voor onderhoud van monumenten (nog) niet haalt. Via een amendement op de voorjaarsnota zijn de subsidieplafonds voor de restauratie rijksmonumenten in 2021 inmiddels verhoogd.