Nieuwe
energie
voor Europa

We pleiten voor een modernisering van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Deze ‘EU-begroting’ moet zich richten op de grote uitdagingen van deze tijd, zoals onze afhankelijkheid van autocratische grootmachten, klimaatverandering, nieuwe technologieën en de veranderende demografie op ons continent. Bij elkaar betekent dit dat de Europese Unie meer inkomsten nodig heeft; we pleiten daarom voor meer eigen middelen. Lidstaten krijgen meer ruimte voor groene en kwaliteitsinvesteringen.

  • Nog steeds gaat een te groot deel van de EU-begroting naar oud beleid. Voor de economie van de toekomst zijn investeringen in innovatie broodnodig. We moderniseren daarom de EU-begroting, met minder geld naar landbouw en meer richting innovatieve industrieën.
  • D66 wil erop inzetten om vaker ruimte te bieden voor investeringen in gezamenlijke opgaven met harde afspraken over hervormingen. Dit geldt vooral voor investeringen die beter gezamenlijk kunnen worden gedaan. Bij gemeenschappelijke schulden voor fondsen worden ook afspraken gemaakt voor hervormingen, de rechtsstaat en naleving.
  • We zetten de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) door zodat economische crises niet verder worden versterkt, zoals we bij de vorige financiële crisis hebben gezien, en handhaving weer effectief wordt. Dit doen we door one size fits all-regels te vervangen door maatwerkafspraken.
  • Nederland pleit voor een verstevigde aanpak van belastingontduiking. Er is op EU-niveau harmonisatie nodig van de (grondslag van) vennootschapsbelasting, om een einde te maken aan de race to the bottom onder multinationals bij het uitbuiten van verschillen in belastingregimes.

D66 kijkt met een Europese bril naar Nederland. Door buiten landsgrenzen te denken, zie je dat regio’s die voor Nederland aan de grens liggen, voor Europa juist een centrale positie hebben. De kracht van deze regio’s moeten we versterken en benadrukken. D66 wil samenwerking tussen (grens)regio’s versterken, zodat we Europeser gaan denken. De bestaande Euregio-netwerken en grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden zijn van belang in dezen.

  • Voor mensen die in het ene EU-land wonen, maar over de grens werken, is er nog een gebrek aan goede afspraken. Als gevolg van de pandemie is ‘grenswerken’ niet langer beperkt tot mensen die bij een fysieke grens wonen. Wonen en werken op twee verschillende plekken is steeds normaler geworden dankzij de versnelde digitale transitie op veel werkplekken. De Europese Unie coördineert straks fiscaal beleid en sociale zekerheidszaken beter.
  • De vrijheid om te kunnen reizen en overal te kunnen werken in Europa is van essentieel belang, vooral in grensgebieden. D66 zet daarom in op goedkoper, efficiënter en meer openbaar vervoer en verbindingen tussen grensregio’s.
  • Als Europeaan zou je altijd, bij alle overheidsinstellingen, ook in het Engels zaken moeten kunnen regelen. D66 zet in op een Europese grenswerkrichtlijn.
  • Identiteit kent geen grenzen. In Europa hebben we een gedeelde geschiedenis, gemeenschappelijke culturen, maar ook een grote diversiteit die we moeten koesteren. Als D66 zetten we verder in op het ondersteunen van cultureel erfgoed, vooral in regio’s en grensgebieden. We stimuleren culturele samenwerking tussen de Europese Unie en haar partnerlanden.

Nederland is alleen veilig in een veilig Europa. Daarom zetten we ons op alle facetten in op het versterken van onze Europese veiligheid. Wat D66 betreft betekent dat een gemeenschappelijke Europese krijgsmacht, onafhankelijk worden van autocratische grootmachten, maar ook perspectief bieden aan landen in de instabiele ring om Europa en gezamenlijk grensoverschrijdende criminaliteit aanpakken.

  • Uitbreiding van de Europese Unie is in ons belang. We denken daarbij in eerste instantie aan Oekraïne en de landen op de Balkan. De Balkan is niet onze achtertuin, de Balkan is onze binnentuin. De Balkan ligt volledig omsloten door Europese landen. Als wij niet kunnen besluiten hoe we met hen een gezamenlijke toekomst vorm gaan geven, dan gaan autocraten dat voor ons doen.
  • Uitbreiding is nooit urgenter of actueler geweest dan nu en is in het belang van een stabiel en veilig Europa. Vanzelfsprekend vragen we daarbij ook iets van kandidaat-lidstaten. Het lidmaatschap komt met serieuze en duidelijke verplichtingen en een land moet die kunnen dragen.
  • Ook zorgen we ervoor dat de Europese politiek en bestuur klaar is voor toekomstige uitbreiding. De voorgestelde maatregelen voor democratische vernieuwing en voor bescherming van de rechtsstaat zijn hierbij extra van belang.
  • D66 wil het proces van EU-uitbreiding hervormen. We toornen niet aan de Kopenhagen-criteria en zijn van mening dat een land pas lid kan worden als aan alle bestaande criteria is voldaan. Maar D66 wil kandidaat-lidstaten wel al eerder een ‘observant’ status geven of al eerder mee laten praten over Europese beslissingen. Zo maken kandidaat-lidstaten gaandeweg kennis met de Europese besluitvorming en het toetredingsproces.
  • De Europese Unie ondersteunt landen in het Oostelijk Partnerschap bij het democratischer maken van hun bestuur, de bestrijding van corruptie en mensenrechtenschendingen, en het respecteren van burgerrechten. We investeren meer in de zogenoemde MATRA-fondsen.
  • Nederland spant zich in Europees verband ervoor in dat de landen van het Oostelijk Partnerschap die stappen in de goede richtingen zetten blijvend perspectief op een uiteindelijk EU-lidmaatschap hebben, zodat de stimulus wordt vergroot om toe te werken naar het voldoen aan de Kopenhagen-criteria.
  • In de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit van Nederland hecht D66 groot belang aan intensieve internationale politiesamenwerking in grensregio’s. Gezamenlijke uitwisseling en samenwerking in opsporing kan internationale criminaliteit (in deze regio’s) effectief en efficiënt aanpakken. Een mooi voorbeeld hiervan, dat D66 onderschrijft en stimuleert, is het Euregionaal Politie Informatie Coöperatie Centrum (EPICC).

Alleen met een Europees buitenlandbeleid kunnen we optreden tegen internationale agressie, onderdrukking van minderheden en mensenrechtenschendingen. Wereldwijd zet de Europese Unie zich in voor vrede, democratie en stabiliteit. Internationale solidariteit vormt hiervan de basis: een gedeelde strijd tegen armoede, onrecht en ongelijkheid. Om onze slagkracht te vergroten zet Nederland zich in om het vetorecht van de lidstaten af te schaffen in het Europees buitenlandbeleid. Alleen zo kan de Europese Unie een sterkere speler worden op het wereldtoneel. We pleiten voor een permanente zetel voor de Europese Unie in de VN-Veiligheidsraad.

  • We maken ons strategisch onafhankelijk van autocratische regimes. Daarom zetten we in op strategisch grondstofbeheer, duurzame energie, screening van in- en uitgaande investeringen en bescherming van onze vitale infrastructuur. We vormen een sterk verbond met de ‘vrije landen’ in de wereld om onze waarden te beschermen.
  • Wij willen de druk op Rusland vergroten totdat alle Russische militairen zijn teruggetrokken uit Oekraïne en Poetin voor het Internationaal Gerechtshof is verschenen. We versterken onze langjarige steun aan Oekraïne waar mogelijk. Russische tegoeden confisqueren we en zetten we in voor de wederopbouw van Oekraïne.
  • Nederland zal niet rusten tot de MH17-daders en opdrachtgevers hun rechtmatige straf hebben uitgezeten.
  • We sluiten onze ogen niet voor het feit dat China een systeemrivaal is en een gevaar voor de liberale wereldorde. We moeten onze strategische afhankelijkheden van dit land snel afbouwen. Vooral bij de transitie naar een duurzame economie is onze afhankelijkheid ingewikkeld. Samen met de VS en andere democratische landen moeten we dit monopolie verbreken met het groenste handelsakkoord ooit. We blijven ons inzetten voor de mensenrechten van Oeigoeren, Tibetanen en andere minderheden.
  • De regering en bevolking van Taiwan bepalen hun eigen toekomst. De status quo kan dan ook alleen vreedzaam en met hun instemming worden gewijzigd. Nederland bevordert de relaties met Taiwan op alle mogelijke manieren.
  • Vooral bij de transitie naar een duurzame economie is onze afhankelijkheid van China levensgroot. China is verantwoordelijk voor de productie van 90 procent van de zeldzame metalen, 80 procent van het productieproces van windmolens en 60 procent van autobatterijen. Samen met de VS en andere democratische landen moeten we dit monopolie verbreken met het groenste handelsakkoord ooit.
  • Nederland zet zich in voor wereldwijde versterking van mensenrechten, met bijzondere aandacht voor lhbtiq+-rechten, voor journalisten en voor niet-gelovigen. We zijn voorstander van het gebruik van het Europese mensenrechten-sanctieregime (Magnitsky-wetgeving), zoals bijvoorbeeld bij Rusland, Wit-Rusland en China. Hiermee kunnen individuele mensenrechtenschenders buiten de Europese Unie gestraft worden in hun portemonnee en is reizen naar de Europese Unie niet meer mogelijk.
  • We erkennen de Armeense genocide, de Holodomor – de hongersnood in Oekraïne in de jaren ‘30 – en de genocide op Oeigoeren formeel.
  • We werken aan een verdere ontwikkeling en implementatie van feministisch buitenlandbeleid. Dit houdt in: het actief beschermen van mensenrechten en bevorderen van betekenisvolle deelname van vrouwen en lhbtiq+ personen aan besluitvorming. Nederland past dit ook toe op belangrijke beleidsterreinen als het klimaat en de energietransitie, handel, vrede en veiligheid.
  • In gevallen van bezette gebieden, zoals de Krim, Westelijke Sahara en Palestina, is het van groot belang om het internationaal recht te handhaven en ervoor te zorgen dat betrokken partijen verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden, in lijn met het internationaal recht en aangenomen VN-resoluties. Dit vereist niet alleen het opleggen van sancties, maar ook het actief bijhouden en documenteren van oorlogsmisdaden, bewijsmateriaal verzamelen en de nodige stappen nemen om naleving van het internationaal recht te bevorderen. Hiervoor is dus ook een rol weggelegd voor Nederland als gastland van meerdere internationale organen.
  • Het hervatten van toetredingsonderhandelingen of afspraken met betrekking tot visumvrij reizen kan alleen als Turkije significante en duurzame verbeteringen laat zien inzake mensenrechten, rechtsstaat en democratisering.
  • We blijven de revolutie in Iran steunen en willen de Revolutionaire Garde op de terreurlijst.

Voor Nederlanders in het buitenland is de diplomatieke dienst soms van levensbelang. We houden dit daarom op hoog niveau en met voldoende capaciteit. We blijven pleiten voor de rechten van Nederlanders in het buitenland, maar ook voor die van Nederlanders met een tweede nationaliteit.

  • De nationaliteitswet wordt gemoderniseerd: iedereen die de Nederlandse nationaliteit wil aannemen, mag de oorspronkelijke nationaliteit behouden. Andersom behouden Nederlanders in het buitenland hun Nederlandse nationaliteit als zij de nationaliteit van het land waar zij wonen aannemen. Iedereen die de afgelopen jaren onbewust of ongewild de Nederlandse nationaliteit is verloren, kan die weer terugkrijgen. We stimuleren dat Nederland op diplomatiek vlak landen ertoe beweegt mee te werken aan het vrijwillig afstaan van een nationaliteit, zodat makkelijker afstand kan worden gedaan van een ongewenste nationaliteit.
  • Nederlanders in het buitenland mogen te allen tijde ten minste één Nederlandse bankrekening openen en behouden.
  • Wanneer je maximaal één jaar in het buitenland verblijft, is uitschrijven uit de Basisregistratie Personen niet nodig.
  • Rechten van Nederlanders in het buitenland, zoals hulp in een noodsituatie en repatriëring bij een crisis, worden vastgelegd in een wet.
  • Buitenlandse evacuaties coördineren we samen met EU-lidstaten.
  • De 24-uursdienstverlening voor Nederlanders in het buitenland wordt versterkt en uitgebreid.
  • Alle consulaire dienstverlening wordt digitaal zodat reis- en overnachtingskosten bij verlenging van een paspoort of rijbewijs tot het verleden behoren.
  • We blijven investeren in Nederlands taalonderwijs voor kinderen in het buitenland.
  • We investeren in ons diplomatieke netwerk.

De Russische inval in Oekraïne vormde een kantelpunt in het Europese denken over vrede en veiligheid. Na decennia van relatieve vrede, vrijheid en veiligheid op ons continent zijn we ruw wakker geschud. Europa moet meer verantwoordelijkheid nemen voor de eigen veiligheid. Daarom moet Nederland fors investeren in defensie. De NAVO-afspraak om minimaal 2 procent van het BBP aan defensie uit te geven komen we na. Investeringen in onze krijgsmacht stemmen we af met Europese partners. We zetten in op taakspecialisatie en bundelen onze krachten op het gebied van materieelinkoop en -standaardisatie. Ook werken we aan een volwaardige Europese defensie-industrie. Slimme samenwerking en langdurige financiële zekerheid stellen onze krijgsmacht in staat te opereren in alle drie de hoofdtaken.

De Russische inval in Oekraïne vormde een kantelpunt in het Europese denken over vrede en veiligheid. Na decennia van relatieve vrede, vrijheid en veiligheid op ons continent zijn we ruw wakker geschud. Europa moet meer verantwoordelijkheid nemen voor de eigen veiligheid. Daarom moet Nederland fors investeren in defensie. De NAVO-afspraak om minimaal 2 procent van het BBP aan defensie uit te geven komen we na. Investeringen in onze krijgsmacht stemmen we af met Europese partners. We zetten in op taakspecialisatie en bundelen onze krachten op het gebied van materieelinkoop en -standaardisatie. Ook werken we aan een volwaardige Europese defensie-industrie. Slimme samenwerking en langdurige financiële zekerheid stellen onze krijgsmacht in staat te opereren in alle drie de hoofdtaken.

Al decennialang bouwen we aan de Europese belofte van vrijheid en vrede. Voor veiligheid hebben we echter te weinig oog gehad. We maakten onszelf te afhankelijk van de VS voor militaire veiligheid en te afhankelijk van landen als China en Rusland voor economische welvaart. Nu is het zaak dat we onafhankelijk leren optreden. We worden zelfstandiger en creëren een volwaardige Europese tak binnen de NAVO. Nederland heeft een ultieme positie om hierin een voortrekkersrol te spelen, als lid van het eerste uur in zowel de Europese Unie als de NAVO.

Al decennialang bouwen we aan de Europese belofte van vrijheid en vrede. Voor veiligheid hebben we echter te weinig oog gehad. We maakten onszelf te afhankelijk van de VS voor militaire veiligheid en te afhankelijk van landen als China en Rusland voor economische welvaart. Nu is het zaak dat we onafhankelijk leren optreden. We worden zelfstandiger en creëren een volwaardige Europese tak binnen de NAVO. Nederland heeft een ultieme positie om hierin een voortrekkersrol te spelen, als lid van het eerste uur in zowel de Europese Unie als de NAVO.

We investeren verder in defensiepersoneel. Zowel de militairen, burgers als reservisten. Mensen die zich dag en nacht – vaak in gevaarlijke omstandigheden – voor onze veiligheid inzetten, verdienen namelijk meer erkenning en beloning.
 
We maken van Defensie een aantrekkelijke werkgever, die midden in de maatschappij staat. We zetten ons daarvoor in en gaan het personeelstekort tegen.

  • Er komt een verdere modernisering van het personeelsbeleid, waaronder meer flexibiliteit, ruimte voor specialisten en het ontkoppelen van rang en salaris.
  • Er komen meer mogelijkheden voor opleidingen en geoefendheid.
  • Kazernes worden versneld gemoderniseerd en uniformen, munitie en (oefen)materieel moeten voorradig zijn.
  • Integriteit en sociale veiligheid zijn voorwaardelijk voor een goed functionerende defensieorganisatie. D66 vindt het belangrijk dat deze thema’s stevig in de opleidingen zijn verankerd.
  • Diversiteit maakt sterker. Daarom voert Defensie een actief diversiteits- en inclusiviteitsbeleid.
  • Met de uitbreiding van het dienjaar naar Scandinavisch model, een vrijwillige diensttijd, trekken we nieuw talent aan. Ook voeren we de topsportselectie opnieuw in. D66 is geen voorstander van dienstplicht.
  • De (na)zorg voor onze veteranen en het thuisfront is nooit af en blijft onderwerp van verbetering. Met name op het gebied van mentale zorg.
  • Dankzij D66 is er versneld geld beschikbaar voor het programma Veteraan in de Klas, waarin veteranen met leerlingen in gesprek gaan over oorlog en vrede. Dit project wordt ook komende jaren voortgezet.
  • Binnen de krijgsmacht en andere geüniformeerde beroepen is geen ruimte voor extremistisch gedachtegoed.

D66 zet zich in voor de meest kwetsbaren in de wereld. We investeren in ontwikkelingssamenwerking uit solidariteit, maar ook omdat een wereld met kleinere welvaartsverschillen bijdraagt aan onze eigen veiligheid en welvaart. Ook in de context van de klimaatcrisis is ontwikkelingssamenwerking van groot belang, daarom ondersteunen we het mondiale zuiden met verduurzaming en klimaatadaptatie en -mitigatie. Ontwikkelingssamenwerking is een wederzijdse relatie waarbij oog is voor de lokale context. Daarnaast wordt, waar mogelijk, ingezet op duurzame marktontwikkeling om ontwikkelde landen aan te sluiten op de wereldmarkt.

  • Voldoende budget is noodzakelijk voor het halen van de ontwikkelingsdoelen. D66 stelt daarom het structurele budget voor ontwikkelingssamenwerking gelijk aan de internationale norm van 0.7 procent van het Bruto Nationaal Inkomen. Er komt een maximum op het bedrag aan ODA-geld dat kan worden ingezet voor de opvang van asielzoekers binnen Nederland.
  • D66 is, net als de EU, VN en de OESO, tegenstander van gebonden hulp.
  • De meest kwetsbare landen hebben onze hulp het hardst nodig, bovendien kan onze hulp daar het meeste verschil maken. Daarom verhogen we het aandeel dat expliciet wordt toegewezen aan de Least Developed Countries, zoals gedefinieerd door OESO.
  • Ontwikkelingshulp mag niet afhankelijk zijn van samenwerking op het gebied van uitgeprocedeerde asielzoekers. Ontwikkelingsgeld wordt dan ook besteed aan ontwikkelingsdoeleinden, niet aan het tegenhouden van asielzoekers.
  • Door klimaatverandering zal het aantal natuurrampen de komende jaren toenemen. Binnen het budget verhogen we de bijdrage aan humanitaire noodhulp als redmiddel voor mensen in de meest erbarmelijke omstandigheden bij conflictsituaties, gezondheidscrises of natuurrampen.
  • Internationale organisaties zoals de Verenigde Naties blijven belangrijk voor het bieden van noodhulp, daarnaast zal meer worden ingezet op noodhulp via lokale organisaties. Nederland zal daarnaast ook andere donoren in de EU en VN aansporen om meer bij te dragen aan acute noodhulp en wederopbouw.
  • Duurzame financiering krijgt prioriteit in alle structurele hulp en projecten. Denk hierbij aan circulaire economie, ecosysteemdiensten en klimaatadaptatie en -mitigatie.
  • We bieden perspectief met onderwijs en werk. Door het aanpakken van grondoorzaken, zoals slecht bestuur, gebrek aan scholing en inkomen, kunnen we armoede, ongelijkheid, ‘gedwongen migratie’ en conflict bestrijden.
  • We zetten in op toegang van kwetsbare groepen tot drinkwater en sanitaire voorzieningen.
  • We werken aan het uitbannen van honger en ondervoeding, door te investeren in kleinschalige boerenbedrijven en het bijdragen aan verduurzaming van de landbouwsector wereldwijd.
  • Internationaal versterken we de inzet op psychosociale hulp.
  • We zetten in op versterking van het maatschappelijk middenveld én de positie van het midden- en klein bedrijf in ontwikkelingslanden, met extra aandacht voor de positie van jonge en vrouwelijke ondernemers.
  • We ondersteunen de marktontwikkeling in het mondiale zuiden met steun aan het bedrijfsleven. We zorgen dat middelen voor marktontwikkeling voor minimaal 70 procent terechtkomen bij het lokale bedrijfsleven. Een klein deel wordt beschikbaar voor Nederlandse bedrijven die een bijzondere expertise hebben en bijdragen aan bijvoorbeeld de ontwikkeling van infrastructuur. We voorkomen dat Nederlands projectgeld gegund wordt aan Chinese (staats)bedrijven die in het mondiale zuiden actief zijn.

Verbetering van de positie van vrouwen en lhbtiq+-personen blijft een cruciaal punt. Dit heeft een groot effect op het behalen van andere doelen, zoals toegang tot onderwijs voor kinderen en de bestrijding van armoede en honger.

  • Verbetering van de positie van vrouwen en lhbtiq+-personen blijft een cruciaal punt. Dit heeft een groot effect op het behalen van andere doelen, zoals toegang tot onderwijs voor kinderen en de bestrijding van armoede en honger.
  • We pleiten voor blijvende inzet op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, vanwege het recht op zelfbeschikking en voor de positie van vrouwen en meisjes.
  • Ook het tegengaan van discriminatie vanwege seksuele oriëntatie en genderidentiteit blijft prioriteit.
  • Abortuszorg moet standaard worden aangeboden in nood- en conflictsituaties, met meer ondersteuning voor abortusklinieken voor niet-Nederlandse ingezetenen en maatschappelijke organisaties, en bescherming van mensenrechtenverdedigers.

D66 staat voor eerlijke en duurzame handel gebaseerd op duidelijke afspraken en regels over bijvoorbeeld mens en milieu. Het sluiten van duurzame handelsakkoorden met landen en regio’s buiten de Europese Unie is nodig om deze handel in goede banen te leiden. Daarnaast zijn deze duurzame handelsakkoorden van geopolitiek belang: aan de ene kant helpt het ons als Nederland en als Europese Unie minder afhankelijk te worden van onvrije landen als Rusland en China en aan de andere kant maakt het de Europese Unie een aantrekkelijk alternatief ten opzichte van die onvrije landen voor het mondiale zuiden.Verbetering van de positie van vrouwen en lhbtiq+-personen blijft een cruciaal punt. Dit heeft een groot effect op het behalen van andere doelen, zoals toegang tot onderwijs voor kinderen en de bestrijding van armoede en honger.

  • D66 staat voor een op regels gebaseerd handelssysteem. Hiermee geldt niet het recht van de sterkste, maar worden problemen opgelost naar eerlijkheid en redelijkheid. Wat D66 betreft is versterking en hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) noodzakelijk om dit te bereiken.
  • De Nederlandse regering spant zich in voor een optimale Europese onderhandelingspositie.
  • Behalve het vastleggen van kwaliteits- en veiligheidseisen zijn het verbeteren van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, de positie van vrouwen en het milieu leidend in de manier waarop wij met andere landen handeldrijven. We geloven in duidelijke handelsregels, afgesproken binnen internationale organisaties zoals de WHO en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), om dit te bereiken.
  • De Europese Unie sluit alleen handelsakkoorden met landen die het Klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend.
  • Bij onderhandelingen voor handelsverdragen zorgen we voor representativiteit en transparantie. Zo komen alle belanghebbenden, van werkgevers- tot werknemersorganisaties, aan bod in het onderhandelingsproces en kunnen parlementariërs en journalisten hun controlerende taak vervullen. Nederland houdt oog voor de eigen ondernemers om oneerlijke concurrentie te voorkomen.
  • D66 is vóór hervormingen van verouderde investeringsverdragen zoals ISDS/ICS mechanismen. Een Multilateraal Investeringshof werkt beter: een permanent en wereldwijd erkend hof waar conflicten tussen landen en bedrijven transparant en onafhankelijk worden opgelost. Den Haag zou hiervoor een zeer geschikte locatie zijn.
  • D66 zet zich in voor uitbreiding van het handelsverdrag voor groene goederen (‘Environmental Goods Agreement’). De handel in producten voor duurzame ontwikkeling wordt hiermee bevorderd, bijvoorbeeld door invoerheffingen voor deze producten af te schaffen.
  • Handelsregels worden ingezet om ongewenste en illegale handel, zoals die in spionagetechnologie, geroofde kunstschatten en conflictmineralen, tegen te gaan.
  • Nederland zet zich in Europees verband in voor het sluiten van een handelsakkoord met de Verenigde Staten. Daarnaast is D66 voorstander van verbeterde handelsrelaties met Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen.

Europese bedrijven die internationaal actief zijn, hebben een verantwoordelijkheid ten opzichte van mens en milieu. Lang is van hen gevraagd zich vrijwillig in te zetten om internationaal maatschappelijk verantwoord te ondernemen, maar dit is niet voldoende gebleken. Daarom is het zaak dat er zo snel mogelijk wetgeving komt die deze verantwoordelijkheid regelt, gecombineerd met beleid dat bedrijven helpt aan deze verantwoordelijkheid te voldoen.

  • Op Europees niveau loopt er nu een wetgevend traject. Nederland zal aan blijven dringen op een ambitieuze aanpak, volledig in lijn met de OESO Richtlijnen.
  • D66 en andere partijen hebben daarnaast een initiatiefwet ingediend: de “Wet duurzaam en verantwoord internationaal ondernemen (IMVO).” Samen met het bedrijfsleven en betrokken maatschappelijke partijen willen wij zorgen dat de ambities uit deze wet, realistisch kunnen worden uitgevoerd.
  • Ondernemers, met name in het midden- en kleinbedrijf, worden ondersteund bij het uitvoeren van IMVO-wetgeving, onder andere door uitbreiding van het IMVO-steunpunt. De overheid wordt daarnaast weer onderdeel van sectorale samenwerkingsverbanden op het gebied van IMVO.
  • D66 wil grondige controle op de export van goederen die ook voor militaire doeleinden gebruikt kunnen worden (dual use goods).

We stimuleren Nederlandse ondernemers met internationale ambities om actief te worden op de wereldmarkt. Hierbij leggen we de focus op het midden- en kleinbedrijf en duurzame ondernemers. Handelsmissies worden gemoderniseerd om beter aan te sluiten bij de inspanningen op het gebied van klimaatverandering en de duurzaamheidstransitie.

  • Het midden- en kleinbedrijf is een belangrijke motor voor de Nederlandse economie en wordt actief ondersteund bij zakendoen in het buitenland. Hiervoor worden handelsmissies ingezet, ook in landen waar de markt minder toegankelijk is.
  • Totdat IMVO-wetgeving in werking is getreden, dienen bedrijven bij deelname aan een handelsmissie aan te tonen dat zij de OESO-richtlijnen voor IMVO hebben omarmd en hier ook naar handelen.
  • Bij handelsbevorderende activiteiten wordt de nadruk gelegd op het midden- en kleinbedrijf en vrouwelijke ondernemers.
  • Handelsinstrumenten vanuit de overheid, zoals exportkredietverzekeringen, stoppen per direct met alle fossiele steun en bevorderen een rechtvaardige energietransitie waarin mens en milieu centraal staan.

We zijn realistisch in de keuze voor sectoren waar we als Nederland koploper willen zijn en waar we aanhaken op innovaties uit het buitenland en vooral Europa. We kunnen immers niet alles doen.

We zijn realistisch in de keuze voor sectoren waar we als Nederland koploper willen zijn en waar we aanhaken op innovaties uit het buitenland en vooral Europa. We kunnen immers niet alles doen.

  • We doen actief mee in Europese innovatieprogramma’s. We sluiten de Nederlandse missies daarom goed aan op de missies die we in de Europese Unie hebben afgesproken. De belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang krijgen een hoge prioriteit.
  • Vanuit Europa hebben we de ambitie om concurrerend te zijn met de VS en China op het gebied van nieuwe technologieën, zoals 5G en kwantumtechnologie. Tegelijkertijd streven we ernaar om in Nederland voorop te lopen op innovatie en technologie in strategische sectoren, zoals de chipmarkt en 5G. We houden daarbij duurzaamheid altijd in acht.
  • We zoeken actief internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie op. We zetten de ambassades in om voor de gekozen missies en sleuteltechnologieën internationale partners op te zoeken. We zorgen voor voldoende waarborgen om ons te wapenen tegen spionageactiviteiten en cyberaanvallen.
  • In de Europese Unie zetten we in op modernisering van de Europese begroting, met minder geld naar landbouw en meer richting onderzoek en innovatie (zie hoofdstuk 6, paragraaf Wij zijn Europa).

Dit is een nieuw en hoopvol moment voor Nederland. Een nieuwe generatie van alle leeftijden staat op. Wij willen samen de grote problemen te lijf, in plaats van elkaar. We gaan keuzes maken die te lang zijn uitgesteld. Met nieuwe energie voor Nederland.