Speech partijvoorzitter Alexandra van Huffelen

Alexandra van Huffelen - Beeld: Jeroen Mooijman

Gesproken woord geldt

Democraten!

Weet u het nog,
het moment waarop u dacht, nu word ik lid van D66? Ik weet mijn moment nog precies: de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989. Eén van de mooiste momenten in mijn leven. Het moment waarop het oost-Berlijn, waar ik een paar jaar daarvoor nog was geweest, openging. Een oost-Berlijn dat er toen nog zo vlak, zo grauw en zo troosteloos uitzag. Waar mensen om hun mening of identiteit werden vervolgd, gemuilkorfd en gevangengezet. Een oost-Berlijn dat nu één werd met het zeer westerse west-Berlijn. Het was een moment waarop het allermooiste van wat de politiek kan bereiken onder onze ogen werkelijkheid werd. Oude vijanden werden vrienden. Families en geliefden konden elkaar weer omhelzen. De val van de muur luidde voor miljoenen europeanen een nieuw tijdperk in: een tijdperk van vrijheid, welvaart en verbondenheid.
Die soort van politiek. Daar wilde ik ook aan bijdragen. En dat kon natuurlijk niet beter dan bij D66!

Toen ik lid werd van onze partij was Hans van Mierlo opnieuw onze partijleider. Ook hem liet de val van de muur niet onberoerd. Hij noemde het een moment van grote ‘ontroering’. D66 werd weer relevanter in de Nederlandse politiek. Dé partij voor vrijheid, voor gelijkheid en voor democratie.

Wij hebben stormachtige periodes meegemaakt, maar onze waarden zijn gelijk gebleven. De mogelijkheid voor ieder individu om het leven in te richten zoals je dat zelf wil. Ons motto is immers: Wij laten iedereen vrij. Maar bij het sociaalliberalisme hoort ook de plicht om anderen te ondersteunen. Niemand te laten vallen.

Dit zijn de waarden waarvan ik diep overtuigd ben. Zo heb ik zelf ervaren hoe belangrijk emancipatie is. Dat je je als vrouw kunt ontwikkelen. Toen ik begon met werken, was dat zeker niet vanzelfsprekend. En dat is soms het nog steeds niet. Ook niet binnen onze partij!

Daarnaast heb ik gezien – toen ik wethouder was in Rotterdam en als staatssecretaris Toeslagen – dat het geven van kansen en vrijheid aan mensen soms niet voldoende is. Sigrid Kaag zei daarover, ‘We praten veel over het belang van gelijke kansen, maar een gelijke kans garandeert geen rechtvaardigheid.’

Veel mensen hebben hulp, aandacht en een actief oor nodig. Van hun buren, de school, het werk of de overheid. We mogen nooit vergeten hoe belangrijk de inzet van D66 voor hen is. Omdat samenleven een werkwoord is. En omdat de overheid er voor iedereen moet zijn.

D66 heeft niet alleen een sterk gedachtegoed, maar ook veel bereikt. Denk aan ons klimaatbeleid, onderwijs, cultuur, het huwelijk voor mensen van een gelijk geslacht en euthanasie. En recent de ondersteuning van Oekrainers, de Groningers en de excuses voor ons slavernijverleden.
 
D66 is in deze tijd belangrijker dan ooit.

Zoals Rob Jetten eerder aangaf; “Wij zijn idealisten zonder illusies. Niet bang om de strijd aan te gaan. Altijd bereid een brug te slaan.”

Veel Nederlanders voelen zich buitgengesloten en extreem rechts wint terrein in Nederland, in Europa en in de Verenigde Staten. Populisme en polarisatie zijn aan de orde van de dag. Onze regering zet mensen weg op basis van hun afkomst en geloof. En voert desastreuze plannen zoals bezuinigingen op onderwijs, gezondheidszorg en ontwikkelingssamenwerking door.

Een oorlog op ons continent, het conflict in het Midden-oosten, de verkiezing van de onberekenbare Trump en de gevolgen van klimaatverandering die steeds zichtbaarder worden in onze directe omgeving. Het maakt de zorgen en onzekerheid nog groter.

Je zou er moedeloos van kunnen worden. Maar voor mij is het juist een reden om aan de slag te gaan. Er is veel werk te doen. Voor D66. Voor alle D66-ers!
 
Wij weten namelijk dat veel Nederlanders onzeker worden van alle ellende, polarisatie en populisme en op zoek zijn naar een eerlijke stem. Weg van politici die op de persoon spelen en weg van onmogelijke plannen. We zijn op zoek naar feiten, naar concrete, rechtvaardige en realistische plannen. Naar een politiek die echte oplossingen biedt voor de dagelijkse zorgen van velen van ons: zorgen over of wijzelf of onze kinderen nog een huis kunnen krijgen, over het kunnen betalen van de boodschappen, over de bereikbaarheid van de gezondheidszorg en een veilige, schone leefomgeving. We willen politici die benaderbaar, aanspreekbaar en zichtbaar zijn, met wie we direct contact kunnen hebben. En zeker ook politici die hun twijfels delen en eerlijk zijn over wat er wel en wat er niet kan.

Wat D66 daarom nu moet doen is goed luisteren. We moeten weten wat mensen bezighoudt, we moeten woorden geven aan wat zij willen en nodig hebben. Zodat we niet alleen het hoofd, maar ook het hart van mensen weten te raken. Zoals Hans Vijlbrief het hart van de Groningers wist te treffen. Of ikzelf de inwoners van de BES-eilanden door het minimumloon te verhogen.

We moeten progressieve en actieve Nederlanders, bedrijven en organisaties aan ons verbinden. Zodat we samen met bijvoorbeeld de milieubeweging, de voorvechters van LHBTI-rechten én ondernemers een optimistisch verhaal kunnen brengen. Want hoe meer mensen we betrekken bij het vormgeven van hun toekomst, hoe meer zij weer grip krijgen op hun leven.

Een boodschap vanuit het politieke midden. Van optimisme en realisme. Met in gedachten de woorden uit het boek van Bas Heijne over Albert Camus: “je moet strijden voor jouw idealen, maar altijd de mens blijven zien. Vechten voor ieder individu én tegen de ontmenselijking.”

Wij moeten natuurlijk ook zorgen dat onze stem luidt klinkt in deze bizarre tijd. Ons helder uitspreken over wat wij willen, wat onze plannen zijn. Of het nu gaat over onderwijs, economie, gezondheidszorg, klimaat, energie of migratie. En duidelijk zijn over wat we onacceptabel vinden aan de ideeen van de partijen die rechts van ons staan. Zoals Alexander Pechtold het verwoordde: ‘Ik wil niet dat door politiek stilzwijgen de intolerantie geleidelijk aan normaal wordt gevonden. Blijf waakzaam als anderen zich in slaap laten sussen.’

We moeten ook onze dilemma’s laten zien. Mensen weten heel goed dat je grote problemen niet in een oogwenk kunt oplossen, maar wij vergeten vaak om dat ook expliciet te maken.

Ook dit moeten wij samen doen!

Als voorzitter kijk ik ernaaruit om onze vereniging te dienen en te versterken. Ik dank Janarthanan en zijn team voor de prachtige campagne en de grote betrokkenheid. We zijn samen het hele land doorgetrokken en hebben gedebatteerd op het scherpste van de snede, maar we zijn en blijven één familie met hetzelfde doel.

Daarvoor gaan we de vereniging versterken. En dat doen we vanuit onze kracht! Want D66 groeit: sinds de verkiezingen hebben we 4.000 nieuwe leden mogen verwelkomen, waarvan 400 deze maand. Aan alle nieuwe leden zeg ik: van harte welkom!

Onze opdracht is om nog groter te worden en ons daarbij specifiek te richten op jongeren, vrouwen, mensen van kleur en vaklui. Ik streef naar minimaal 6600 nieuwe leden in het volgende jaar! Onze vereniging krijgt meer kracht als we groter, diverser en inclusiever zijn.
 
Maar er is meer werk te doen. Kleine afdelingen voelen zich soms onvoldoende gehoord. We moeten dus beter samenwerken, ervaringen delen en zorgen dat iedereen zich betrokken voelt. En we gaan onze thema-afdelingen en netwerken steviger betrekken bij het maken van programma’s en onze dagelijkse politiek.
 
Daarnaast blijven we onze partijorganisatie versimpelen. Minder focus op interne zaken, méér tijd voor debat en contact met onze kiezers. Ook opleiding en talentontwikkeling blijven belangrijk. Van de digitale academie tot regionale talentprogramma’s. En natuurlijk zetten we samen vol in op het werven van fondsen om ons geluid nog sterker te kunnen laten horen.
 
Voor mij is D66 meer dan een partij: het is een familie. Een plek waar we samen werken aan een betere wereld, en waar we met elkaar debatteren, de straat op gaan en mensen overtuigen. Een sterk verenigingsleven – ook met borrels en feesten – maakt ons aantrekkelijk. Een warme én veilige plek zijn is daarom een belangrijk doel. Ik gun al onze leden, oud en nieuw, dat warme bad!
 
Als voorzitter mag u van mij verwachten dat ik zichtbaar, benaderbaar en aanspreekbaar ben. Ik blijf afdelingen bezoeken en organiseer regelmatig online spreekuren. Diversiteit en sociale veiligheid staan hoog op mijn agenda. Ook blijf ik onze fracties scherp houden op het omzetten van onze idealen in concrete resultaten.
 
Democraten! Wij moeten samen aan het werk, met in gedachten ieders eigen motivatie om lid te worden. Laten we massaal de straat op gaan. Deur voor deur, wijk voor wijk, om te luisteren en mensen te overtuigen. Om leden te werven. Alleen samen kunnen we ons geluid sterker maken en het politieke tij keren.
 
Met de woorden van Barack Obama: If not us, then who? If not now, then when?
 
Ik kijk uit naar de samenwerking, ik dank u wel.

Victor Everhardt draagt de voorzittershamer over aan Alexandra van Huffelen Beeld: Jeroen Mooijman