Speerpunten
- Vroeg signalering en het voorkomen van problematische schulden
- Integrale aanpak
- Perspectief op werk
Wie werkt, voelt zich beter. D66 gunt iedereen de voldoening die werken in onze samenleving geeft. Werk biedt niet alleen bestaanszekerheid, het is ook een belangrijke basis voor sociale contacten en individuele ontwikkeling.
We blijven aandacht hebben voor het terugdringen van het aantal mensen in de bijstand, voor het organiseren van beschut werk en het bestrijden van armoede. Inzetten op preventie is ons belangrijkste doel voor de komende tijd. We willen voorkomen dat mensen in een uitzichtloze situatie geraken.
De coronacrisis raakte veel ondernemers en ZZP’ers in hun portemonnee. De gevolgen kunnen nog lange tijd gevoeld worden. Het is een belangrijke taak van de gemeente de landelijke regels voor steun duidelijk te communiceren, zodat ieder die recht heeft op ondersteuning, ook echt geholpen wordt.
De onvrijheid die armoede en schulden veroorzaken, willen we bestrijden; niet gebaseerd op wantrouwen en bureaucratie, wel menswaardig en effectief, gericht op zelfsturing.
Vroeg signalering van schuldproblemen is ons belangrijkste aandachtspunt. We willen voorkomen dat betalingsachterstanden oplopen tot een problematische schuld. Aan de ene kant door een proactieve houding van de hulpverleningsinstantie, daarnaast door het laagdrempelig maken van de schuldhulpverlening, bijvoorbeeld door het instellen van een loket waar je terecht kunt met vragen over financiële ondersteuning.
Mensen met schulden moeten binnen drie maanden weten waar ze aan toe zijn: een overeenkomst met schuldeisers of een traject in de wettelijke schuldhulpverlening. De duur van deze schuldenregeling is in principe 18 tot maximaal 36 maanden. We willen dat armoederegelingen voor mensen toegankelijk en begrijpelijk zijn en zo min mogelijk papierwerk vragen.
Armoede staat vaak niet op zichzelf; zij kent vele oorzaken en heeft grote gevolgen. De helft van mensen met schulden heeft moeite met lezen en schrijven. We moeten er alert op zijn deze mensen te verwijzen naar het eerder genoemde taalaanbod vanuit het Taalakkoord (zie hfst. Onderwijs). D66 wil dat het sociaal domein zo ingericht is dat problemen in samenhang worden aangepakt en de mens centraal staat.
Soms is het nodig schulden kwijt te schelden of op te kopen om rust te creëren in een huishouden zodat er ruimte ontstaat om andere problemen aan te pakken. Dit vraagt om het maken van samenwerkingsafspraken met een kredietbank.
Er zijn situaties die het noodzakelijk maken dat mensen onder bewindvoering komen te staan. Dit is een ingrijpende situatie die om bescherming vraagt. Daarom wil D66 dat er een kwaliteitsregister voor bewindvoerders komt.
We hebben de laatste jaren sterk ingezet op het verlagen van het aantal bijstandsgerechtigden. We zorgen dat iedereen aan het werk kan; als het nodig is via omscholing en bijscholingstrajecten. Mensen die het moeilijk vinden uit hun uitkeringssituatie te komen, krijgen begeleiding.
We verlagen de drempel tussen bijstand en werk door het financieel aantrekkelijk te maken tijdelijk te werken. Dat doen we door het invoeren van een werkbonus.
In het hoofdstuk onderwijs leggen we de nadruk op samenwerking tussen beroepsopleidingen en de arbeidsmarkt als mogelijkheid beter te anticiperen op nieuwe uitdagingen en daaraan gekoppelde banen van de toekomst. Het is belangrijk dat hulpverleners een goed beeld hebben van die ontwikkelingen. Dat geldt ook voor tekorten op de huidige arbeidsmarkt. In de eerder genoemde contacten tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs, is een lijntje met uitkeringsinstanties essentieel.
We ondersteunen de versterking van de sociale werkvoorziening als zelfstandige werkplaats voor de specifieke groep mensen die niet binnen de geboden structuur aan een andere werkplek geholpen kan worden.
Mensen met lichamelijke beperkingen hebben vaak genoeg aan aanpassingen binnen reguliere banen. Aandacht voor deze mensen moet een vast punt op de agenda van overleg tussen gemeente en werkgevers zijn.