Institutioneel racisme: een schrikbarend én waardevol rapport

Gisteren, 30 oktober, publiceerde het Kenniscentrum Inclusief Samenleven (KIS) een nieuw rapport: ‘Institutioneel racisme bij de gemeente als werkgever’. Dit kwalitatief onderzoek is gedaan onder gemeenteambtenaren van zes gemeenten, waar signalen blijken van institutioneel racisme. En uiteraard: Amersfoort is in shock. Want ook Amersfoort was een van die zes gemeenten. Als stad die altijd werkt aan een inclusieve stad (en werknemer) ga je niet uit van dit soort signalen vanuit de werkvloer. Of verbaast het ons niet? Sluit je niet juist de ogen als je zou zeggen dat dit ondenkbaar is ‘in onze organisatie’? Een beschouwing door Wouter van Schagen en waarom het goed is dat Amersfoort heeft meegedaan aan dit onderzoek.

Niet toelaatbare
constateringen

De uitkomsten van het onderzoek door Kennisplatform Inclusief Samenwerken (KIS) zijn schrikbarend te noemen. Procedures en regels binnen gemeentelijke organisaties blijken discriminatie en racisme in de hand te werken, valt in het rapport te lezen. Dat geldt ook voor het sociaal ingesleten gedrag van ambtenaren. Op de gemeentelijke werkvloeren bestaat volgens de onderzoekers een angstcultuur om de hardnekkige discriminatie en racisme ter sprake te brengen en aan te pakken. Daarnaast spelen waardering, een gebrek aan steun en minder kans op promotie een rol. Dit vinden wij niet toelaatbare constateringen. 

Ingesleten gedrag

Onlangs las ik het boek ‘Het n-woord’ van taalhistoricus Ewoud Sanders. Een geschiedenis over een beladen woord, waar sommigen nog steeds niet overtuigd zijn van de negatieve connotatie (gevoelswaarde) van het woord. Het Van Dale-woordenboek spreekt nog van ‘Met kolonialisme, uitbuiting en slavernij geassocieerde en daarom door een groeiend aantal mensen als minachtend ervaren term.’. Maar ‘geassocieerd’ komt nogal vrijblijvend over. Het woord is onlosmakelijk verbonden met uitbuiting en slavernij. Zo helder kunnen we ook zijn over institutioneel racisme; daar is sprake van binnen de zes gemeenten uit het onderzoek en daarmee dus ook in onze gemeente. Dit zal soms heel onbewust gebeuren, maar het rapport is ook heel helder: soms blijkt het dus te gaan om ingesleten gedrag.

Nuance en zorgvuldigheid

Op Twitter wordt de gemeente direct met harde woorden toegesproken en zo ook de wethouder. En dat dit rapport emoties oproept, vind ik logisch, maar dan maar direct, dezelfde dag aan ‘naming & shaming’ doen, heeft geen enkele zin. Als er iemand baalt en dagelijks bezig is met dit soort zaken bestrijden, dan is het de wethouder. Een wethouder die racisme verre van haar werpt en continu op de bres springt als er niet inclusief gedacht wordt. Het is ook de wethouder en de gemeente die direct hebben besloten om dit rapport te delen met de gemeenteraad en de stad. In het onderzoek zijn zes gemeenten onderzocht. Het is niet bekend welke gemeenten dit naast Amersfoort en Amsterdam zijn. Maar een ding lijkt me belangrijk om te melden: dit zijn zes gemeenten die zich vrijwillig hebben opgegeven aan dit onderzoek, die graag deelnamen en dus het onderwerp belangrijk vinden. 

Elkaar scherp houden

Dat het een schokkend rapport is, staat vast, maar dat je dit direct met iedereen deelt, fouten durft toe te geven, is het enige goede wat je op zo’n moment kan doen. De gemeente heeft dus goed gehandeld door dit rapport direct naar buiten te brengen. Er staat ook al veel op papier over inclusiviteit en het tegengaan van racisme. Alleen blijft het belangrijk niet te rusten bij een papieren werkelijkheid. En daarom belangrijk om te melden: partijen als DENK, GroenLinks en D66 houden de gemeente al jaren scherp als het gaat om het voorkomen van discriminatie en racisme, zowel als werkgever als gemeente. Het is belangrijk om elkaar scherp te houden, vandaar dat dit rapport zo waardevol is.

De nodige vervolgstappen

Het is logisch om aan de hand van dit rapport aan de slag te gaan. In het collegebericht heeft de wethouder aangegeven met een uitvoeringsagenda te komen. Diversiteit in een organisatie is van groot belang voor het goed functioneren ervan. Juist het bij elkaar brengen van verschillende inzichten en ervaringen, brengt de gemeente bij betere oplossingen en ideeën voor de maatschappelijke opgaven waar ze voor staan. Om die reden is het werken aan een inclusieve samenleving én organisatie een belangrijk punt in ons coalitieakkoord. Leren kan alleen door ook pijnlijke ervaringen, zoals ook te lezen in het rapport, in de openheid met elkaar te delen. Vanuit die gedachte zal de gemeente ook gebruik moeten maken van de uitkomsten om er van te leren en dit te verbeteren. 

Ik kan me voorstellen dat er ook nog veel gesprekken gevoerd moeten worden en nodig zijn. En dat zal niet opeens morgen geregeld zijn. Het onderzoek van KIS heeft twee jaar geduurd. De onvrede over de resultaten van dit rapport deel ik, maar ik wil iedereen ook vragen: laten we dit, zonder haast, zeer gedegen aanpakken. Het bijbehorende collegebericht laat zien dat het in goede handen is.  

Wouter van Schagen