Provincie gaat eigen onderzoek doen naar koloniaal- en slavernijverleden

De provincie Zuid-Holland heeft naar aanleiding van inspanningen van D66 en PvdA besloten om onderzoek te doen naar de rol die ze gespeeld heeft in het koloniaal- en slavernijverleden.

Eenzijdig deel van onze geschiedenis

Zuid-Holland is geen rechtsopvolger van de toenmalige provincie Holland, maar dat wil niet zeggen dat de gevolgen van dit verleden niet zichtbaar zijn in onze provincie. Denk bijvoorbeeld aan de prominente gebouwen die in onze provincie staan. Maar belangrijker nog is het menselijke aspect en de gevolgen die dit verleden heeft. Vinesh Lalta van D66 was de initiatiefnemer van dit onderwerp in Zuid-Holland. “Onze inwoners zien, lezen en horen een éénzijdig verhaal van de geschiedenis. Het is belangrijk dat er erkenning komt voor dat gedeelde verleden. Onderzoek is noodzakelijk om oplossingen voor de kansenongelijkheid van dit moment te vinden.”

Landelijke onderzoek niet afwachten

Er loopt op dit moment nog een landelijk onderzoek naar het slavernijverleden, maar Gedeputeerde Frederik Zevenbergen (VVD) wil nu toch al starten met een provinciaal onderzoek. “Onze geschiedenis kent vele mooie hoofdstukken waar we trots op zijn, maar helaas ook een aantal duistere waar we minder trots op zijn. En ook die geschiedenis delen we met elkaar. Om die nu en in de toekomst beter te belichten starten we een historisch en wetenschappelijk onderzoek naar de rol van Zuid-Holland in onze koloniale geschiedenis. Uiteindelijk willen we met de kennis van het verleden bouwen aan een betere toekomst voor iedereen in Zuid-Holland”.

Kennis vergaren samen met inwoners

Kennis verzamelen en feiten beschrijven uit het verleden is een belangrijke stap richting erkenning van het verleden. Om zicht te krijgen op welke gevolgen dit heeft voor het heden moeten inwoners kunnen meepraten in het onderzoek, vindt Statenlid Paulien van der Hoeven (PvdA). “Het is belangrijk dat naast wetenschappers en politici ook bewoners van Zuid-Holland, jong en oud, kunnen meepraten over hoe het verleden doorwerkt in het heden. En welke stappen we als provincie kunnen ondernemen in de strijd tegen racisme.” De provincie streeft ernaar om voor 1 juli 2023, de dag van Keti Koti, de uitkomsten van het onderzoek te delen. Keti Koti betekent ‘verbroken ketenen’, verwijzend naar de boeien waarmee de tot slaafgemaakten vastgezet werden. Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat zij werkelijk vrij waren.