Werkbezoek aan het Buijtenland van Rhoon: kansen en knelpunten in waardevolle akkernatuur

Vorige week bracht de D66-fractie, samen met de PPC, een werkbezoek aan het Buijtenland van Rhoon. In dit bijzondere gebied, waar boeren samenwerken met natuurorganisaties aan een toekomstbestendig landschap, spraken we met betrokkenen over de successen én de zorgen die leven. Fractievoorzitter Laura Neijenhuis: “Dit gebied is een inspirerend voorbeeld van hoe natuur en landbouw samen kunnen optrekken.”

Binnen de PPC-groep ‘Landbouw en Natuur’ wordt onderzocht hoe de provincie kan bijdragen aan het wegnemen van barrières om duurzame landbouw te realiseren, met behoud van verdienmodellen voor de boer. Ook daarom werd dit bezoek gebracht aan het Buijtenland van Rhoon.

Van weerstand naar waardevolle akkernatuur

De ontwikkeling van het Buijtenland van Rhoon begon met stevige weerstand. In 2006 werd het gebied aangewezen als compensatie voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte en zou het veranderen in een zoetwatergetijdengebied. Uiteindelijk werd, via een uitgebreid proces, gekozen voor een nieuw streefbeeld: hoogwaardige akkernatuur.

Dat streefbeeld werd in 2018 vastgesteld door de gemeente Albrandswaard en de provincie, en in 2023 juridisch verankerd in het bestemmingsplan. 

Toch blijkt uit recente evaluaties dat het realiseren van de doelen nog achterloopt. “De plannen liggen er, maar in de praktijk zien we dat de gewenste biodiversiteit nog niet aanwezig is in het gebied,” aldus Neijenhuis. Vooral bij akkerkruiden en akkervogels is de vooruitgang beperkt. “Alleen de kievit laat verbetering zien, maar veel kuikens overleven de eerste week niet. Het wijst op een breder probleem in het ecosysteem.”

Structurele knelpunten: pacht, investeringen en faunaschade

Tijdens het bezoek kwam naar voren dat structurele knelpunten de voortgang belemmeren. Zo werken veel boeren met eenjarige pachtcontracten van de provincie. Dit zorgt voor grote onzekerheid en ontmoedigt investeringen in duurzame landbouw. “Boeren willen wel, maar zonder perspectief en zekerheid kunnen ze simpelweg niet de benodigde stappen zetten,” zegt Neijenhuis. “Dat raakt ook jonge boeren die willen doorbouwen op het familiebedrijf.”

Ook natuurorganisaties uitten zorgen, bijvoorbeeld over de negatieve effecten van natuurvriendelijke oevers op de unieke bodemstructuur van het gebied. Daarnaast is de waterkwaliteit ondermaats. Over deze onderwerpen bestaat discussie in het gebied.

D66 pleit voor doorpakken

Het werkbezoek maakt voor D66 Zuid-Holland duidelijk dat het tijd is om door te pakken. De contouren van een succesvol model voor natuurinclusieve landbouw zijn aanwezig, maar vereisen nu bestuurlijke keuzes. “Langjarige pachtcontracten, maatwerk bij schadevergoedingen en een gedeelde visie op de lange termijn zijn cruciaal,” stelt Neijenhuis. “Voor de toekomst van de landbouw is het nú tijd voor doorbraken voor een toekomstbestendige natuur en landbouw.”

Voor de langjarige pachtcontracten is het eerste resultaat al geboekt. D66 diende bij de bespreking van het provinciale stikstofbeleid (SANE) een motie aan die breed is aangenomen.