Hülya Kat: Rechtvaardigheid voor Groningers

Hülya Kat - Beeld: Henriette Guest

Hülya Kat werd in maart vorig jaar lid van de Tweede Kamer met als missie om bij te dragen aan een overheid die eerlijke en rechtvaardige besluiten neemt. Ze hoefde in oktober dan ook niet lang na te denken toen haar werd gevraagd plaats te nemen in de parlementaire enquêtecommissie naar de aardgaswinning in Groningen, als opvolger van Rens Raemakers. Voor Democraat blikt ze terug én vooruit op de werkzaamheden van de commissie en het uiteindelijke doel: een bijdrage leveren aan toekomstperspectief voor Groningen en de ontwikkeling van toekomstig beleid.

tekst David Vos

“Een eerlijke, simpele en begripvolle overheid.” Hülya Kat geeft aan dat dit de belangrijkste motivatie is voor haar werk in de politiek. Juist daaraan heeft het in Groningen de afgelopen jaren geschort als gevolg van de gaswinningsproblematiek. Daarom is in februari vorig jaar de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen ingesteld, waar Kat sinds oktober deel van uitmaakt. “Dat vind ik heel eervol, want het is het zwaarste instrument dat de Tweede Kamer heeft om zelf onderzoek te doen.” De vraag die de commissie wil beantwoorden is gericht op verklaring en waarheidsvinding. “Wij willen inzicht geven in de besluitvorming over de gaswinning, schadeafhandeling en versterking. Welke effecten had dit en welke belangen en afwegingen hebben daarbij een rol gespeeld?”

Verbonden met Groningen

Zelf heeft Kat een aantal jaren in de stad Groningen gewoond voor haar rechtenstudie aan de universiteit. “De verbondenheid met de provincie is er dus zeker. De moedeloosheid die ik onlangs bij een werkbezoek aan het gebied heb gezien raakte mij en heeft heel veel indruk gemaakt. Mensen zitten zo vast dat hun situatie uitzichtloos voelt. Dat gaat gepaard met stress en andere gezondheidsproblemen.” De gesprekken met bewoners zijn haar niet in de koude kleren gaan zitten. “Ik vind het moeilijk om hun verhalen aan te horen. Tegelijkertijd is het wel heel belangrijk, omdat ze kleuring geven aan de feitelijke informatie die we inwinnen.”

Alle feiten boven tafel

Na de installatie in februari vorig jaar is de enquêtecommissie direct aan de slag gegaan met het vorderen van schriftelijke inlichtingen en documenten bij organisaties die betrokken waren of zijn bij de gaswinning. Kat geeft aan dat deze informatie vervolgens is getoetst. “Begin dit jaar hebben we ruim honderd besloten voorgesprekken gevoerd om te kijken of onze eerste bevindingen kloppen. Dat was vaak het geval, maar het leidde ook tot nieuwe inzichten die we verder gaan onderzoeken. Het is namelijk belangrijk om echt alle feiten boven tafel te krijgen.”

Met de schriftelijke inlichtingen en de informatie uit de voorgesprekken in de hand is de commissie eind juni van start gegaan met de openbare verhoren. Getuigen die hiervoor een oproep krijgen zijn verplicht te verschijnen en worden onder ede verhoord. “We verhoren een brede groep betrokkenen, dus niet alleen ministers of ambtenaren. Ook bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn immers bij de gaswinning betrokken.” De commissie heeft meerdere weken uitgetrokken voor de verhoren, die plaatsvinden in de speciale Enquêtezaal van de Tweede Kamer. “Ik kijk daarnaar uit, maar vind het tegelijkertijd heel spannend. Je moet echt de juiste vraag op het juiste moment stellen en hebt maar één kans om het goede te doen.”

De commissieleden voor de ‘Proatbus’ waarmee begeleiders het aardbevingsgebied bezoeken om in gesprek te gaan met bewoners. Beeld: Eigen beeld

‘Operatie geslaagd, patiënt overleden’

Naast haar rol in de enquêtecommissie houdt Kat zich in de Tweede Kamer onder meer bezig met de toeslagenaffaire. Ze ziet de nodige parallellen tussen deze kwestie en het Groningse gasdossier. “In beide gevallen heeft de overheid vanuit de gedachte iedereen gelijk te willen behandelen een systematiek opgezet die inwoners uiteindelijk echter niet blijkt te helpen. We zijn in een oerwoud terechtgekomen van loketten en mensen die, met de beste bedoelingen, langs elkaar heen werken zonder dat zij nog weten voor wie ze het doen.” Volgens Kat moeten de ‘systeemwereld’ van de overheid en de ‘leefwereld’ van de inwoner beter op elkaar worden aangesloten. “Anders krijgen we het idee: operatie geslaagd, patiënt overleden.”

Houvast dat het anders kan

Begin volgend jaar verschijnt het onderzoeksrapport van de enquêtecommissie. Naar aanleiding van eerdere parlementaire enquêtes zijn meerdere bewindspersonen afgetreden, maar Kat benadrukt dat dit zeker niet het doel is van het onderzoek. “Dat oordeel moet de politiek vellen. Wij houden ons als commissie bezig met de beantwoording van de onderzoeksvragen. Welke conclusies aan de bevindingen worden verbonden, is aan de Tweede Kamer.”

Belangrijker dan het politieke oordeel is naar haar mening welke opvolging wordt gegeven aan de aanbevelingen. “Mijn hoop is dat de politiek met het rapport in de hand gaat zorgen voor besluiten die Groningen nodig heeft.” De bewoners moeten daarbij volgens Kat het uitgangspunt zijn. “We moeten hén houvast geven dat het anders kan.”

Ook op een andere manier kan de commissie naar haar mening bijdragen aan toekomstperspectief en mogelijk aan herstel van vertrouwen. “Als commissie kunnen we erkenning en herkenning bieden voor het leed dat Groningers is aangedaan, zodat mensen die al jarenlang wachten op duidelijkheid stapje voor stapje weer verder kunnen met hun leven.” Dan moet de overheid wel het boetekleed durven aantrekken, geeft Kat aan. “We moeten de ernst van de situatie duidelijk maken en toegeven waar fouten zijn gemaakt. Alleen door het eerlijke verhaal te vertellen kunnen lessen worden getrokken voor de toekomst.”

Naar eer en geweten

Zelf ziet Kat haar werk voor de enquête-commissie als een grote verantwoordelijkheid. “Ik hoop dat mensen zien dat we als commissie naar eer en geweten hebben gehandeld en dat we de antwoorden vinden waar men zo lang op heeft gewacht.” Dat brengt haar terug bij haar oorspronkelijke motivatie om de politiek in te gaan. “Door mijn rol in de commissie kan ik een heel klein radertje zijn in het werk dat we doen als Tweede Kamer om te zorgen voor een eerlijke, simpele en begripvolle overheid.”