Waar staan we in Zuid-Holland?
Die en-en-en-aanpak pas ik niet alleen thuis toe, maar ook in het provinciehuis. In Zuid-Holland hebben we in 2021, samen met de RES-regio’s (Regionale Energiestrategieën) en gemeenten, afgesproken om in 2030 ruim 6 terawattuur duurzame energie op te wekken met zon en wind. Dat lijkt veel, maar het is nog geen 20% van wat alle huishoudens in onze provincie verbruiken- en minder dan 10% van het energieverbruik van de Rotterdamse haven.
Zoals te verwachten was, worden de afspraken in sommige regio’s gehaald (kudo’s voor Goeree-Overflakkee en de Hoeksche Waard), maar in een flink aantal andere regio’s niet. Afgelopen woensdag voerden we daarover een debat: wanneer moet de provincie ingrijpen?
Ik heb benadrukt dat het halen van die doelen strikt noodzakelijk is om afscheid te nemen van vieze fossiele brandstoffen en te bouwen aan een schone, duurzame toekomst. Juist daarom is het zo zonde dat het huidige provinciebestuur er bestuurlijk een rommeltje van heeft gemaakt. In hun haast om voortgang te boeken, hebben ze gemeenten en inwoners overvallen met grootschalige windplannen. Daarmee staat de bescheiden voortgang die er was, nu op de helling. We moeten lessen trekken over wat er misging, zodat we samen wél kunnen leveren.