Klimaat en landelijk gebied vragen om politieke regie en structurele inzet 

Sinds het stoppen van het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZHPLG) dreigt volgens D66 versnippering in het beleid voor natuurherstel, stikstofreductie en duurzame landbouw. “De urgentie is onverminderd groot, maar we missen een overkoepelende investeringsstrategie,” zegt Neijenhuis. “Andere provincies zoals Brabant en Gelderland laten zien dat dat wél kan.” 
 
Met een motie roept D66 op tot een provinciale investeringsagenda voor het landelijk gebied. Die moet inhoud, middelen en uitvoering samenbrengen, en duidelijk maken welke inzet van het Rijk nodig is. 

Hoewel de provincie de ambitie heeft om in 2050 volledig klimaatadaptief te zijn, daalt het budget voor klimaatadaptatie na 2027 drastisch: van €1,6 miljoen in 2027 naar slechts €310.000 per jaar daarna. D66 noemt dat onverantwoord, gezien de enorme maatschappelijke impact van droogte, hitte en wateroverlast. 
 
“We moeten niet doen alsof deze opgave in 2027 klaar is. Dat is hij niet. Klimaatadaptatie is een structurele verantwoordelijkheid, die vraagt om structurele middelen,” stelt Neijenhuis. Daarom roept D66 in een motie op om het budget substantieel te verhogen en door te trekken tot minstens 2030. 


D66 Zuid-Holland kiest voor langetermijnbeleid dat onze provincie sterker, veiliger en duurzamer maakt. “We staan op een kruispunt,” zegt Laura Neijenhuis. “Als we nu geen regie pakken, verliezen we kostbare tijd. Maar als we het goed doen, laten we een provincie na die bestand is tegen klimaatverandering én waarin aandacht is voor gezonde natuur.”