Vijf plannen voor het mbo

Maar liefst 60% van onze bevolking is opgeleid in het mbo. Mbo’ers zijn daarmee het fundament van de samenleving. Er is een groot aanbod van opleidingen: van bakker en bloemist tot bouwvakker of elektricien. Van het leggen van zonnepanelen tot het ontwerpen van een stoel, van het bedienen van gasten tot het verzorgen van cliënten; iedere mbo-student telt.

De afgelopen jaren heeft D66 met Robbert Dijkgraaf geïnvesteerd in de kwaliteit en de waardering van het mbo. Maar het mbo staat nog steeds voor grote uitdagingen, met dalende studentenaantallen en hoge uitval. Daar bovenop bezuinigt het kabinet-Schoof op het mbo en komen er maar weinig plannen op tafel door onderling geruzie. Er is actie nodig. Daarom komt D66 met een vernieuwd vijfpuntenplan. Een nieuwe agenda met concrete stappen zodat Nederland het beste beroepsonderwijs krijgt, voor studenten, docenten, bedrijven én onze economie. Want investeren in het mbo is investeren in de toekomst van Nederland.

D66 is trots op het mbo! Maar we zijn er nog niet. Want D66 wil het beste beroepsonderwijs. Waar de kansen en talenten van studenten centraal staan. Met ruimte en vertrouwen en zonder lastige bureaucratie. We maken plannen en we investeren in het mbo, in plaats van erop te bezuinigen.

Zes op de tien Nederlanders heeft een mbo-opleiding gevolgd of volgt deze. Toch krijgt het mbo nog niet de vanzelfsprekende aandacht en waardering die daarbij hoort en nodig is. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat binnen de overheid en de politiek voornamelijk hbo- en wo-opgeleide mensen actief zijn, die de wereld van het mbo en de mbo’er niet uit eigen ervaring kennen. Daarnaast is er sprake van hardnekkige beeldvorming dat een hbo- en wo- studie beter is. Student genoemd worden in het mbo, leidt niet automatisch tot gelijkwaardigheid. D66 staat voor de waaier van Dijkgraaf, met gelijkwaardige opleidingen in het mbo, hbo en wo. In plaats van het beeld van een ladder, waar het doel alsmaar ‘hoger’ is.

Nog te vaak wordt er gekeken naar wat iemand niet kan, in plaats van naar wat iemand wel kan. Dit gebeurt bij studenten met een zorgvraag, maar ook bij studenten die minder sterk zijn in bepaalde onderdelen. Dat is de omgekeerde wereld. Het talent van de student moet het uitgangspunt zijn. Iedereen die mee wil doen, moet mee kunnen doen. Het mbo moet toegankelijk zijn voor iedereen.

Docenten en instructeurs zijn de basis van de kwaliteit van het mbo-onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs valt of staat met de kwaliteit van de docent die voor het onderwijs verantwoordelijk is. Om het lerarentekort op te lossen moeten we het lerarenlek dichten. Dat betekent dat ook als docenten eenmaal in het mbo lesgeven, we ze nooit meer kwijt moeten raken. De grootste bedreiging voor de onderwijskwaliteit is het lerarentekort: het aller slechtste onderwijs is géén onderwijs.

Daarvoor moeten we veel doen. Zo moet het makkelijker worden om te differentiëren in taken, door te groeien naar andere functies en een andere salarisschaal. Daarnaast moeten docenten en instructeurs in het onderwijs zich net als de studenten altijd kunnen blijven ontwikkelen. Ook als docent ben je nooit uitgeleerd. Bovendien maken doorgroeimogelijkheden het beroep aantrekkelijk(er).

We zijn zo ver doorgeschoten in de bureaucratisering dat dat leidt tot schijnkwaliteit. Voorbeelden hiervan zijn de wetten en regels over keuzedelen, de urennorm en de examinering. D66 wil af van het wantrouwen en terug naar het vertrouwen in de professional. Daarom:

Het beste beroepsonderwijs is toekomstbestendig beroepsonderwijs. Toekomstbestendig beroepsonderwijs kan zich aanpassen aan veranderende situaties op de arbeidsmarkt. In het mbo leiden we beroepsbeoefenaars op. Een goede samenwerking met het bedrijfsleven is daarom voor het mbo ontzettend belangrijk. Het onderwijs moet flexibel zijn en snel kunnen inspelen op de actualiteit. Dit willen doen door:

Dit vijfpuntenplan is geschreven door de Werkgroep mbo van D66, onderdeel van de Thema Afdeling Onderwijs & Wetenschap, in samenwerking met Tweede Kamerlid Jan Paternotte.

Iedereen moet zich kunnen ontwikkelen. Zijn of haar talenenten kunnen gebruiken. Alleen zo kun je echt vrij zijn. Daarom is het nodig dat iedereen de beste kansen krijgt via onderwijs. Daar zet D66 zich iedere dag voor in.