D66 kiest voor een studietijd waarin iedereen kan leren en leven, zonder torenhoge schulden. En waar mbo’ers, hbo’ers en wo’ers elkaar ontmoeten, ook in de collegezaal.
- D66 verhoogt de basisbeurs met €166 euro per maand, zodat studenten beter kunnen rondkomen. Een mbo-student krijgt dezelfde aanvullende beurs als een student aan de hogeschool of universiteit.
- D66 wil het aantal laaggeletterde volwassenen in tien jaar halveren. Zo kunnen mensen zichzelf goed redden, krijgen ze meer zelfvertrouwen en kunnen ze beter meedoen.
- De rente op de studieschulden zetten we vast op maximaal 2,5%. Zo hoeven studenten hun werkende leven niet te beginnen met een hoge rekening. De ‘pechgeneratie’ betaalt geen rente over de studieschuld.
- We maken het bindend studieadvies (BSA) passender en effectiever. In de huidige vorm zorgt het BSA vaak voor onnodige stress en helpt het studenten niet altijd vooruit. Daarom krijgen onderwijsinstellingen de mogelijkheid om samen met de medezeggenschap een passend BSA te formuleren, per opleiding.
- We investeren in studentpsychologen. Onderwijsinstellingen krijgen een zorgplicht. Zij moeten studenten die dat nodig hebben ondersteuning en begeleiding bieden. Ook bieden ze loopbaanoriëntatie en –begeleiding, zodat studenten beter voorbereid zijn op hun toekomst.
- We bouwen veel meer studentenhuizen voor alle studenten: mbo, hbo en wo. Bestaande gebouwen worden omgebouwd naar studentenhuizen. We versoepelen de regels voor kamerverhuur. We maken het makkelijk om huizen te splitsen en te delen.
- Wij willen een eerlijke stagevergoeding voor elke student. Daarom komt er een wettelijke minimum stagevergoeding, die werkgevers betalen. Er mag geen verschil bestaan tussen stages in het mbo, hbo en wo. We accepteren geen stagediscriminatie en voeren daarom een geen-pardon beleid. Elke onderwijsinstelling krijgt een meldpunt voor stagediscriminatie.
- Mbo-studenten krijgen dezelfde toegang tot studentenhuisvesting, dezelfde voordelen voor studenten en toegang tot sport, cultuur en verenigingen als hbo en wo-studenten.
- Om kansengelijkheid te versterken worden de verschillende selectiecriteria voor opleidingen eenduidiger.
- Alle onderwijsinstellingen worden verplicht hun gebouwen toegankelijk voor iedereen te maken.
- Internationalisering in het onderwijs is waardevol. Het helpt studenten de wereld te begrijpen. Verschillende culturen en achtergronden maken gesprekken en debatten rijker. Dat hoort bij goed onderwijs. Daarom wil D66 dat onderwijsinstellingen de ruimte hebben om zelf te bepalen hoe zij met internationalisering omgaan. Wel moeten zij blijven zorgen voor huisvesting en een fijne leefomgeving.
- Veel regionale onderwijsinstellingen leunen nu sterk op internationale studenten voor hun financiering. Dat komt deels door het huidige bekostigingssysteem, waarin het aantal studenten zwaar meetelt, terwijl het aantal studenten uit de regio daalt. D66 wil dat onderwijsinstellingen niet afhankelijk zijn van internationale instroom om financieel rond te kunnen komen. Daarom passen we het systeem aan: een groter vast bedrag per instelling en een kleiner bedrag per student. Zo kunnen regionale onderwijsinstellingen ook bij minder studenten goed onderwijs blijven geven.
- D66 wil sterkere medezeggenschap van studenten en docenten. Daarom komen er landelijk betere regels voor vergoedingen, faciliteiten en voorwaarden.