Nieuwe
energie
voor
media en cultuur

Lees voor

De Nederlandse kunst- en cultuursector is van hoog niveau. Nederlandse kunst, cultuur en erfgoed is wereldwijd bekend. Daarom zetten we ons in om de sector stabiel en toekomstbestendig te maken. Het afgelopen kabinet versterkte de financiële basis van de sector met 170 miljoen. Daarmee is een mooie stap gezet, maar voor een sterke sector is meer nodig. Daarbij is het subsidiestelsel toe aan vernieuwing. Om kunst op hoog niveau te blijven maken moet er ruimte zijn voor vernieuwende kunst vormen.
 
Makers van kunst en cultuur verdienen een betere maatschappelijke positie en meer waardering. De coronacrisis heeft de kwetsbaarheid van de kunst- en cultuursector laten zien. De hoge inflatie en de hoge energiekosten van de afgelopen twee jaar hebben culturele instellingen en makers ook hard geraakt. De financiële situatie van de sector is broos en kunstenaars verdienen vaak te weinig geld, kunstenaars in de vrije sector zijn niet genoeg in beeld en het ondernemerschap van gesubsidieerde culturele instellingen wordt te weinig gezien. Dat moet anders. Niet alleen investeren we meer, ook wil D66 met betere randvoorwaarden de sector financieel sterker maken. We willen eerlijkere beloning door te zorgen dat meer geld bij de makers zelf terechtkomt.

Lees voor

  • We investeren extra in de kunst- en cultuursector. Rijkssubsidies worden in de breedte verruimd. We stimuleren samenwerking tussen gemeenten, de provincies en het Rijk om tot een coherent cultuurbeleid te komen, met een landelijk dekkend netwerk van cultuurinstellingen die toegankelijk zijn vanuit alle regio’s in Nederland. Aanvraagprocedures en inzet van budgetten worden beter op elkaar afgestemd om witte vlekken in de regio en hoge administratieve lasten tegen te gaan. Ook lokale overheden krijgen voldoende middelen voor cultuurbeleid en cultureel erfgoed.
  • In een nieuw bestel gaat D66 uit van vertrouwen: vermindering van regeldruk en administratieve lasten, zodat tijd en geld die nu worden ingezet voor de aanvraag van subsidie terecht komen bij de makers.
  • We onderzoeken een stelsel van cultuurfinanciering dat uitgaat van langlopende, samen met de sector te ontwikkelen programma’s met artistieke en maatschappelijke doelen. Instellingen kunnen op basis van deze programma’s subsidie ontvangen. We voorkomen hierbij dat op hetzelfde moment alle middelen opnieuw worden verdeeld. Op deze manier zorgen we dat de inhoud leidend is voor de subsidieverstrekking en voorkomen we dat instellingen na enkele jaren het risico lopen alle financiering te verliezen.
  • In landelijke culturele fondsen komt meer ruimte voor individuele kunstenaars en kleine collectieven. Fondsen werken als aanjagers voor vernieuwende genres, experimenten en talentontwikkeling.
  • We breken het subsidiebestel open om beter te kunnen inspelen op nieuwe kunstvormen en nieuwe verhalen, type makers, verdienmodellen, creatieve praktijken en nieuwe (digitale) manieren om werk van makers bij het publiek te krijgen.
  • Waar het gaat om de omslag naar duurzaamheid en inclusie bieden we stimuleringsmaatregelen vanuit de overheid in plaats van gedetailleerde verantwoording af moeten leggen.
  • Instellingen die al jaren in de basisinfrastructuur zitten, krijgen een vaste subsidierelatie. In ruil dragen zij een grotere verantwoordelijkheid en solidariteitsbijdrage binnen de sector richting nieuwe initiatieven.
  • We verhogen de investeringsverplichting voor Nederlandse film en series, zodat de opbrengsten gebruikt kunnen worden om nieuwe Nederlandse content te maken.
  • We stellen een vergelijkbare investeringsverplichting in voor audiodiensten die verdienen aan content van Nederlandse makers.
  • Moderne (pop- en urban) muziek wordt een eigen discipline in de Culturele Basisinfrastructuur. Op deze manier ontstaat een betere balans tussen klassieke en moderne muziekgenres.
  • D66 wil sterker inzetten op het bouwen van monumenten van de toekomst. Daarvoor is het van belang dat bij de aanbouw van nieuwe publieke gebouwen geïnvesteerd wordt in design, kunst en cultuur. Daarom wordt het verplicht om bij de bouw van een publieke instelling 1 procent uit te geven aan design, kunst of cultuur.
  • De positie van zelfstandigen wordt verbeterd (zie hoofdstuk 1, paragraaf Energieke banen in de groene economie).
  • We stellen fair pay overal verplicht als subsidievoorwaarde en stellen daarvoor de middelen beschikbaar. Zo werken we ook aan professionalisering van de sector.
  • We behouden het lage btw-tarief voor kunst en cultuur.
  • We stellen subsidies beschikbaar voor musea die namens de Staat kunst aankopen.

De grote uitdagingen waar we als maatschappij wereldwijd voor staan, zijn uitdagingen waarvoor meer nodig is dan harde feiten, cijfers en statistiek. Om echt duurzame veranderingen tot stand te brengen, hebben we overtuigingskracht, empathie en verbeeldingskracht nodig. D66 wil makers – van amateurs tot professionals – daar meer ruimte voor bieden. Ook willen we dat iedereen op een laagdrempelige manier met kunst en cultuur te maken kan krijgen. De praktijk laat zien dat dit nog niet zo is. Het Nederlands cultuurbeleid moet erop gericht zijn dat kunst en cultuur voor mensen uit alle lagen van de samenleving beschikbaar is. Cultuuronderwijs krijgt op alle scholen prioriteit. Bovendien werken we toe naar een meer diverse sector.

Lees voor

  • Om de culturele en creatieve sector effectief in te zetten voor (grote) maatschappelijke opgaven, zetten we in op het ontwikkelen van methodes van ontwerpend onderzoek voor de hele culturele sector.
  • We richten een taskforce op van kunstenaars en ontwerpers die op verschillende ministeries ingezet kunnen worden om mee te werken aan de grote uitdagingen.
  • We stimuleren samenwerking tussen kunst en cultuur en andere sociale domeinen, bijvoorbeeld initiatieven zoals kunst op recept.
  • Ieder kind krijgt evenveel cultuuronderwijs. Op de rijke schooldag is er veel ruimte voor ieder kind om kunst en cultuur te ervaren en zich hierin te ontwikkelen door een muziekinstrument te leren spelen, toneelles te krijgen of schildercursussen te volgen.
  • We helpen scholen bij het opzetten van kunst- en cultuuronderwijs. Kunstenaars en (kleinere) culturele instellingen kunnen hiervoor ingezet worden.
  • We willen muziekscholen weer terug in onze samenleving. Wanneer dit is ingebed in onze cultuur, in onze regio’s, steden of dorpen is voor ieder kind of volwassene de drempel weer laag om zich te verrijken met het leren bespelen van een instrument. Ook plaatselijke muziekverenigingen, amateurorkesten en harmonieën spelen hier een belangrijke rol in.
  • Bibliotheken zijn kathedralen van kennis. Iedere Nederlander krijgt toegang tot een bibliotheek waar je kan (leren) lezen, cursussen kan volgen of geholpen wordt bij contact met de overheid. Je kunt er jezelf onderdompelen in boeken en films, maar je kunt er ook terecht voor een debat, cursus of hulp met een overheidsformulier. De bibliotheek is een plek voor persoonlijke groei, nieuwe perspectieven en open gesprekken. Het is de samenleving in het klein.
  • De afgelopen jaren is onder D66 fors geïnvesteerd in bibliotheken. Daar gaan we mee door. We zorgen ervoor dat de bibliotheek terugkomt in elke gemeente, met een wettelijke zorgplicht voor gemeenten. Gemeenten worden hiervoor gecompenseerd. We beginnen in regio’s waar de bibliotheek het slechtst bereikbaar of toegankelijk is, inclusief Caribisch Nederland.
  • We versterken Dutch Culture en culturele attachés op de Nederlandse ambassades. Zo promoten we Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland
  • We versterken de culturele infrastructuur in Caribisch Nederland en stimuleren de uitwisseling binnen het Koninkrijk.

Behoud van het Nederlands erfgoed lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Ook ontstaat steeds meer digitaal erfgoed. Met erfgoed houden we het verleden levend. Het verhaal achter ons erfgoed helpt ons elkaar en onze geschiedenis te begrijpen. De overheid zet zich actief in om erfgoed te behouden en onderhouden. Ook digitaal. Tot slot wordt het verhaal achter het Nederlands erfgoed verteld, inclusief de zwarte bladzijdes zoals het koloniaal verleden. De culturele sector wordt verder gestimuleerd om de gehele Nederlandse geschiedenis te onderzoeken, vertellen en tentoon te stellen.

Lees voor

  • Het Slavernijmuseum wordt een Rijksmuseum. Wat betreft de manier waarop het Slavernijmuseum vorm krijgt in Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk, gaan we uit van lokale behoeften rondom invulling van een fysiek toegankelijke voorziening.
  • Erfgoed kan niet zonder verhalen die mensen vertellen. Mensen maken erfgoed samen betekenisvol. Met de implementatie van het verdrag van Faro betrekken we gemeenschappen bij de betekenis die erfgoed heeft voor hun omgeving. Op deze manier zetten we erfgoed in voor sociaal-maatschappelijke doelen, zoals onderlinge verbinding en leefbaarheid.
  • We richten een fonds op voor iconisch erfgoed. Erfgoed dat zo groot en kostbaar is, dat het te groot is voor een provincie of gemeente om alleen te restaureren. Als gemeenten en provincies gezamenlijk de kosten niet kunnen dragen, kunnen ze een beroep doen op het iconisch erfgoedfonds.
  • Streektalen zijn nationaal erfgoed. We ondersteunen en stimuleren de waarden en posities van de streektalen en dialecten die Nederland rijk is. We zoeken hierbij actief de samenwerking op met gemeenten en provincies.
  • Eigenaren van woonhuismonumenten worden beter geholpen met (de financiering van) restaureren en verduurzamen. Vanuit het Klimaatfonds worden hier middelen voor gereserveerd. De Verbouwing van Nederland wordt gerealiseerd op een erfgoed-inclusieve manier.
  • We houden erfgoed levend door het actief te gebruiken. Bij restauraties van monumenten komen meer financieringsmogelijkheden voor verduurzaming en toegankelijkheid.
  • We subsidiëren het behoud, de zichtbaarheid en het gebruik van digitaal erfgoed.
  • Er komt één online platform waar alle Nederlandse erfgoedlocaties makkelijk te vinden zijn. In deze “Openbare Schatkamer” vind je ook gedigitaliseerde vormen van kunst, zoals voorstellingen en e-books. Zo verbreden we onze collectie en is het Nederlandse erfgoed voor iedere Nederlander vanuit huis beschikbaar.

Betrouwbare en goed toegankelijke informatie vormt de basis van elke democratie. Inwoners verdienen dan ook bescherming tegen manipulatie, buitenlandse beïnvloeding, desinformatie en een tekort aan informatie. Gedegen (onderzoeks)journalistiek scheidt feiten van fictie en helpt kiezers een afgewogen keuze te maken. Objectieve, onafhankelijke en betrouwbare media zijn dan ook essentieel. D66 wil daarom een publieke omroep die zich richt op de kerntaken: informatie, cultuur en educatie. De inhoud moet leidend zijn. Daarnaast moet journalistiek, zowel lokaal als (inter)nationaal, beter ondersteund en beschermd worden.

Lees voor

  • D66 staat voor een sterke rol van de NPO in de samenwerking met de omroepen, waarbij gestreefd wordt naar een kleiner aantal herkenbare omroepen met meer ruimte voor buitenproducenten. Hiertoe zouden omroepen zich niet langer hoeven te verantwoorden op ledenaantallen, maar op moderne criteria die in het verlengde liggen van de kerntaken van de publieke omroep. Wanneer ze niet aan deze criteria voldoen, verliezen omroepen hun plek in het bestel.
  • D66 wil een reclamevrije publieke omroep. Ter compensatie krijgt de publieke omroep extra staatsinkomsten en zoeken we naar andere inkomstenbronnen via de omroepen.
  • Er is geen ruimte voor desinformatie op de publieke omroep. We verstevigen de rol van de NPO ten opzichte van omroepen zodat zij beter tegen desinformatie kunnen optreden. De journalistieke code moet voor de omroepen juridisch bindend worden, met passende sanctiebevoegdheden.
  • Voor het bestaan van onafhankelijke media is het essentieel dat journalisten veilig en in vrijheid hun werk kunnen doen. We investeren structureel in persveiligheid en breiden de capaciteit uit. Ook investeren we extra in het beschermingspakket voor freelancers en in de Balie Persvrijheid.
  • Sociale mediabedrijven moeten journalisten en onafhankelijke mediahuizen betalen voor het journalistieke materiaal dat zij van hen delen op hun platforms. Op die manier gaat de opbrengst van journalistieke content naar de journalist die het heeft geproduceerd in plaats van naar grote techbedrijven.
  • We willen dat de publieke omroep met commerciële omroepen samenwerkt aan NLZiet: één volwaardig platform voor alle Nederlandse programma’s, documentaires en speelfilms. Omroepen mogen zelf kiezen in welke vorm zij hun producties aanbieden. NPO-content wordt breder beschikbaar voor andere mediapartijen, ook commercieel.
  • Mensen met een handicap moeten in staat zijn om programma’s van de publieke omroep goed te kunnen volgen. Met audiodescriptie kunnen mensen die blind of slechtziend zijn de programma’s volgen. Daarom nemen we in de Mediawet verplichtingen voor audiodescriptie op.
  • We investeren meer en structureel in lokale en regionale omroepen. We verdelen deze investeringen landelijk zodat omroepen niet afhankelijk zijn van financiering van de lokale instituties die zij kritisch controleren.
  • We gaan noodvisa afgeven voor buitenlandse journalisten in levensbedreigende situaties. Op deze manier beschermt Nederland journalistiek wereldwijd.

Betrouwbare informatie is nodig voor gewogen democratische keuzes. Techbedrijven en sociale mediaplatforms hebben in deze informatievoorziening een verantwoordelijkheid en D66 wil hen aan die verantwoordelijkheid houden. In het onderwijs zijn aandacht en tijd voor goed burgerschap en mediavaardigheden van belang.

Lees voor

  • D66 wil dat de overheid bedrijven aanmoedigt om burgerinspraak mee te nemen bij het ontwerpen van sociale mediaplatforms. Bij de grote rol die deze platforms spelen in onze samenleving hoort inspraak van gebruikers.
  • Het organiseren van tegenmacht tegen de toenemende macht van de grote techbedrijven is cruciaal. De overheid moet het voor burgers mogelijk maken om zich collectief tegen bedrijven te organiseren.
  • We werken Europees samen om onwenselijke invloeden van buitenlandse machten tegen te gaan.
  • We willen een Europees steunfonds voor onafhankelijke onderzoeksjournalistiek en het waarborgen van een breed medialandschap in elk Europees land.
  • Er komt een verplichte disclaimer bij politieke advertenties op sociale media.