Integratie en immi­gratie

Wereldwijd zijn helaas meer dan 100 miljoen mensen op de vlucht. De meeste opvang van vluchtelingen gebeurt in de regio. Slechts een klein deel van de vluchtelingen komt uiteindelijk naar Europa en naar Nederland. We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om mensen op de vlucht te beschermen, vooral waar het gaat om kinderen in oorlogsgebieden.

Wereldwijd zijn helaas meer dan 100 miljoen mensen op de vlucht. De meeste opvang van vluchtelingen gebeurt in de regio. Slechts een klein deel van de vluchtelingen komt uiteindelijk naar Europa en naar Nederland. We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om mensen op de vlucht te beschermen, vooral waar het gaat om kinderen in oorlogsgebieden.

  • Landen die opvang in de regio bieden, helpen we met geld voor onderdak, voedsel, medische en psychische zorg en onderwijs. Daar waar mogelijk zet D66 in op het aanpakken van de grondoorzaken van migratie.
  • Om onmenselijke taferelen op de Middellandse Zee te stoppen, gaan we mensen op de vlucht voor oorlog en geweld hervestigen. Bij hervestiging worden kwetsbare vluchtelingen, zorgvuldig geïdentificeerd door UNHCR, uitgenodigd zich te vestigen in bijvoorbeeld Nederland of een ander (EU-)land. D66 wil dat het nationale quotum van het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) omhooggaat van 500 naar 5000 mensen per jaar. We onderzoeken nadrukkelijk de mogelijkheden om in de toekomst alle migratie te laten lopen via hervestiging. Nederland zet zich binnen de Europese Unie in voor een verplicht quotum in alle lidstaten.
  • We zetten ons er daarnaast internationaal voor in dat het mandaat voor hervestiging ook van toepassing is op Palestijnse vluchtelingen die onder de bescherming van UNRWA vallen.
  • We bieden ruimte aan pilots om verschillende varianten van private hervestiging te verkennen, waarbij mensen of particuliere organisaties vluchtelingen voordragen voor vestiging in Nederland.
  • De kern van het migratiebeleid ligt in Europa. Maar er is een gebrek aan verantwoordelijkheid onder Europese lidstaten en er ontbreekt een coherent Europees asiel- en migratiebeleid. De verschillen zijn groot en de lasten worden oneerlijk verdeeld. D66 pleit voor betere handhaving van regels en voor een rechtvaardig en coherent systeem van asiel en de verdeling van asielzoekers.
  • We handhaven bestaande EU-wetgeving over standaarden in alle lidstaten voor opvang en procedures. Er mag geen sprake meer zijn van pushbacks – zeker niet door Frontex –, mishandeling of illegale detentie van mensen. Ook harmoniseren we ons beleid met dat van andere EU-landen, zodat vluchtelingen in alle Europese landen een gelijke kans hebben om een verblijfsvergunning te krijgen.
  • D66 wil een eerlijke verdeling voor de opvang van vluchtelingen over alle EU-lidstaten. De huidige plannen zijn te vrijblijvend en het aantal plekken is te laag. Bovendien is de mogelijkheid tot afkopen door lidstaten ongewenst: als solidariteit kan worden afgekocht, wordt er alsnog geen eerlijke verdeling van asielzoekers bereikt. Wat D66 betreft moeten álle kansrijke asielzoekers worden herverdeeld. Kansarme asielzoekers worden in grenslanden gehouden, mits de opvang op orde is.
  • D66 blijft zich inzetten om vluchtelingen via een veilige route naar Europa te laten komen en te herverdelen over de verschillende EU-landen. Daarom zetten we ons op Europees niveau in voor humanitaire visa. Bij de herverdeling moet rekening worden gehouden met objectieve criteria zoals het bruto nationaal product, de bevolkingsdichtheid en de werkgelegenheid. Ook subjectieve criteria zoals de integratiekansen en voorkeuren van een vluchteling, de aanwezigheid van familie en taalbanden met het land, nemen we mee.
  • EU-landen die geen asielzoekers willen opvangen, kunnen gekort worden op fondsen en subsidies. Zij komen minder in aanmerking voor in Europa verdeelde functies, agentschappen en projecten.
  • We leggen de lat hoog bij afspraken met derde landen. Nederland maakt alleen afspraken met derde landen over migratie die het VN-Vluchtelingenverdrag hebben ondertekend. Er moeten serieuze waarborgen voor mensenrechten zijn, waaronder externe monitoring door maatschappelijke organisaties. De zogenaamde Tunesië-deal voldoet hier niet aan, want de staat van de Tunesische rechtsstaat is zeer betreurenswaardig. Bovendien is de deal op ondemocratische wijze en zonder juridische basis tot stand gekomen.
  • Om nieuwe humanitaire rampen op de Middellandse Zee te voorkomen, gaat de Europese Unie proactief zoek- en reddingsoperaties uitvoeren. Hier horen ook afspraken bij over de ontscheping, om te voorkomen dat een schip lange tijd op hulp moet wachten.
  • Nederland zet zich in Brussel in om de criminalisering van hulpverleners tegen te gaan. Er moet een strafuitsluitingsgrond worden toegevoegd in de Nederlandse wetgeving voor humanitaire hulp met betrekking tot mensensmokkel.

In Nederland hebben we de asielketen verwaarloosd. Daarom hebben we nu capaciteitsproblemen in de opvang en verlopen procedures te traag. Vluchtelingen hebben recht op een menswaardige opvang en moeten zo snel als mogelijk meedoen in onze maatschappij. De opvang van bijna 100.000 Oekraïners door gemeenten en particulieren hebben we anders aangepakt dan die van reguliere asielzoekers. Zij konden direct aan het werk, er was lokale betrokkenheid bij de opvang en in Europees verband werden oplossing gezocht. Dat werkt, voor iedereen. En dus moeten we daarvan leren.

In Nederland hebben we de asielketen verwaarloosd. Daarom hebben we nu capaciteitsproblemen in de opvang en verlopen procedures te traag. Vluchtelingen hebben recht op een menswaardige opvang en moeten zo snel als mogelijk meedoen in onze maatschappij. De opvang van bijna 100.000 Oekraïners door gemeenten en particulieren hebben we anders aangepakt dan die van reguliere asielzoekers. Zij konden direct aan het werk, er was lokale betrokkenheid bij de opvang en in Europees verband werden oplossing gezocht. Dat werkt, voor iedereen. En dus moeten we daarvan leren.
 
In Nederland doe je mee vanaf dag één
Hoe eerder nieuwkomers kunnen meedoen in de Nederlandse samenleving, hoe beter. D66 wil daarom dat nieuwkomers sneller toegang krijgen tot scholing en werk.

  • In de asielopvang krijg je vanaf dag één les in de Nederlandse taal. Oók als je asielprocedure nog loopt.
  • Werken wordt voor asielzoekers makkelijker en we schaffen de 24-weken-eis af. Werken moet mogelijk zijn na één maand in plaats van pas na zes maanden. D66 laat mensen liever meedraaien in de samenleving, dan verpieteren in een azc.
  • We schaffen, net als bij Oekraïners, de tewerkstellingsvergunning af. Alleen een melding maken bij het UWV is voldoende.
  • We onderzoeken de mogelijkheid om een hoger deel van het salaris te behouden: werk mag lonen. Daarmee wordt er minder een beroep gedaan op collectieve voorzieningen en kan een bestaan worden opgebouwd.
  • Nieuwkomers krijgen een permanente verblijfsvergunning na drie jaar in plaats van vijf.
  • We verruimen de studiemogelijkheden tijdens de procedure (tegen wettelijk tarief) voor asielzoekers en Oekraïense ontheemden.
  • We willen zo snel mogelijk af van crisisnoodopvang en noodopvang alleen gebruiken in uitzonderlijke situaties. We investeren in langdurige opvanglocaties van goede kwaliteit, met oog voor specifieke groepen zoals kinderen.
  • De opvanglocaties van de toekomst hebben open deuren: we zorgen voor locaties waar menselijker makkelijker in contact komen met elkaar. Bijvoorbeeld door gezamenlijke activiteiten, cursussen of huiskamers voor de buurt. Asielzoekers krijgen bovendien een grotere verantwoordelijkheid op de locatie waar ze wonen, bijvoorbeeld via medezeggenschap. Zo zorgen we voor plekken die ten goede komen aan de buurt, voor meer draagvlak én dat nieuwkomers eenvoudiger meedoen – vanaf de allereerste dag.
  • Op opvanglocaties is oog voor de specifieke uitdagingen en behoeften van vrouwelijke asielzoekers, zoals ondersteuning bij het omgaan met gendergerelateerd geweld of de zorg voor kinderen. Ook is er standaard psychosociale hulp en ondersteuning vanaf dag één.

In Nederland is er een snelle procedure en opvang van hoge kwaliteit in lokale context
In Nederland moeten we zorgen voor meer stabiliteit in de opvangvoorzieningen. Hiervoor hebben we een stabiele voorraad aan voorzieningen nodig van goede kwaliteit, verspreid over het land, ondersteund door een spreidingswet. We zetten zo veel mogelijk in op permanente (of op z’n minst zeer langdurige) locaties, meer kleinschalige opvang, mogelijkheden voor gemeenten om zelf de opvang te organiseren, en opvanglocaties met open deuren naar de omwonenden.

  • We zetten in op snellere en eenvoudigere procedures, bijvoorbeeld door de mensen die vrijwel zeker een verblijfsvergunning krijgen alleen ‘licht’ te toetsen en door minder in hoger beroep te gaan.
  • Er komen meerdere aanmeldcentra om Ter Apel en Budel te ontlasten. Op die manier wordt uitvoering gegeven aan het advies ‘flexibilisering Asielketen.’
  • We zetten in op snelle uitstroom van statushouders naar gemeenten. Zo behouden we voldoende capaciteit en kunnen mensen starten met hun leven in Nederland. Bij de verdeling van statushouders over Nederland wordt ook gekeken waar iemand snel aan het werk kan en voor langere tijd kan blijven. We ondersteunen gemeenten met investeringen in huisvesting voor statushouders en andere mensen die urgent een woning nodig hebben, waarbij we ruimte scheppen voor lokaal maatwerk. We realiseren een landelijk dekkend netwerk aan doorstroomlocaties waar statushouders kunnen verblijven, in afwachting van een woning in de buurt van de gemeente waar zij zullen worden gehuisvest, om het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) te ontlasten.
  • Voor alle vluchtelingen geldt hetzelfde recht op gezinshereniging zoals vastgesteld in de Europese gezinsherenigingsrichtlijn.
  • Instanties zoals de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), het COA en de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) moeten voldoende mensen, middelen en expertise krijgen om de procedures te versnellen. Ketenpartners moeten kunnen rekenen op stabiele financiering met realistische basiscapaciteit om op- en afschalen te voorkomen.
  • Staatlozen verdienen meer bescherming. Het wetsvoorstel om staatloosheid te laten vaststellen door de rechter is aangenomen. In de uitvoering moet de buitenschuldprocedure genoeg toegankelijk worden voor staatlozen.
  • We verbeteren de omstandigheden voor Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen. Deze jongeren, die alleen naar Nederland zijn gekomen, vangen we op in kleinere groepen. D66 heeft voor hen een verlengd recht op opvang (tot 21 jaar) geregeld, dat in de praktijk moet worden gebracht. Voor hen, en voor alle kinderen van nieuwkomers, zorgen we voor toegang tot een passende plek in het onderwijs.
  • Bij schrijnende gevallen beslist het hoofd van de IND. De IND wordt geadviseerd door een breed samengestelde commissie.
  • Gemeenten krijgen ruimte om opvang in te passen in de lokale context, bijvoorbeeld door meer mogelijkheden te creëren voor kleinschalige opvang. Ze krijgen meer verantwoordelijkheden en het budget dat zij nodig hebben. De spreidingswet gaat helpen om opvang beter te verspreiden over het hele land: er is een evenredige bijdrage van gemeenten nodig om voor de lange termijn meer stabiliteit in de opvangketen te krijgen én om onmenselijke omstandigheden in de centra van Ter Apel en Budel te voorkomen.
  • Gemeenten die dit willen moeten de mogelijkheid krijgen zelf asielopvang te organiseren.
  • We zorgen dat kwetsbare groepen, zoals lhbtiq+-personen, altijd veilig kunnen worden opgevangen.

In Nederland geven we duidelijkheid aan Oekraïense ontheemden
In Nederland zijn sinds februari 2022 bijna 100.000 Oekraïners geweldig opgevangen door gemeenten en particulieren. Met Oekraïners werd vaak anders omgegaan dan met reguliere asielzoekers. Ze konden sneller aan het werk, er was meer lokale betrokkenheid dankzij opvang van gemeenten en Oekraïense leerkrachten werden nauw betrokken bij onderwijs aan Oekraïense kinderen. Ook werden er heel snel in Europees verband oplossingen werden gezocht. Het is overduidelijk dat deze aanpak goed werkt en dat ook andere mensen op de vlucht dit verdienen.

  • Er moet snel duidelijkheid komen over de status van Oekraïense ontheemden, bij voorkeur in Europees verband. Dan kunnen Oekraïners zelf ook investeren in hun toekomst. Maar ook voor andere betrokkenen, zoals gemeenten, verhuurders en werkgevers, is het van belang om te weten waar ze aan toe zijn.
  • Oekraïense ontheemden moeten meer mogelijkheden krijgen voor taalonderwijs en een ‘basisinburgering’ die aansluit bij de formele variant voor statushouders.

Van alle migranten die naar Nederland komen, is slechts een klein gedeelte asielzoeker. Daarvan komt weer een klein percentage aan asielzoekers uit veilige landen. Zij hebben een zeer kleine kans om asiel te krijgen. Het is bekend dat een groot deel van de overlast in en rond een aantal asielzoekerscentra wordt veroorzaakt door deze mensen. Het gaat hier om een kleine groep, die een buitensporige negatieve impact heeft. We zien dit in Ter Apel en Budel, waar met extra inzet van beveiligers en politieagenten geprobeerd wordt om diefstal, overlast en zelfs intimidatie door deze groep tegen te gaan. Dit alles zet het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen ernstig onder druk.

Van alle migranten die naar Nederland komen, is slechts een klein gedeelte asielzoeker. Daarvan komt weer een klein percentage aan asielzoekers uit veilige landen. Zij hebben een zeer kleine kans om asiel te krijgen. Het is bekend dat een groot deel van de overlast in en rond een aantal asielzoekerscentra wordt veroorzaakt door deze mensen. Het gaat hier om een kleine groep, die een buitensporige negatieve impact heeft. We zien dit in Ter Apel en Budel, waar met extra inzet van beveiligers en politieagenten geprobeerd wordt om diefstal, overlast en zelfs intimidatie door deze groep tegen te gaan. Dit alles zet het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen ernstig onder druk.

  • Asielzoekers die overlast veroorzaken, worden gestraft.
  • We maken afspraken met landen van herkomst, het liefst op Europees niveau, zodat deze mensen zo snel mogelijk terugkeren.
  • Asielaanvragen van mensen die al in een ander EU-land asiel hebben aangevraagd en zijn geweigerd, wijzen we zelf af. De Dublin-procedure duurt veel te lang en is gebrekkig, waardoor deze mensen te lang in de opvangvoorziening blijven, onder andere door mazen in het systeem. Nederland gaat zelf de terugreis naar het land van oorsprong organiseren voor deze mensen. Hoewel het om een klein percentage gaat, kan dit middel wel effectief zijn en voor extra capaciteit in het opvangsysteem zorgen.
  • We ondersteunen de inzet op een viertal PBL’s (Proces Beschikkingslocatie). Op deze locaties worden de asielaanvraag van overlast gevende kansarme asielzoekers versneld afgedaan. Enerzijds biedt dit voor de betrokkene direct inzicht in de kansen op een status en voorkomt men hiermee dat kansarme asielzoekers langer in de asielopvang verblijven dan noodzakelijk.
  • De Landelijke Vreemdelingen Voorziening (eerder: Bed, Bad, Broodvoorziening) wordt voortgezet onder regie van de gemeenten en met voldoende Rijksfinanciering. Om te zorgen voor toekomstperspectief is voldoende doorzettingsmacht en creativiteit noodzakelijk. Zo lossen we complexe dossiers op van mensen die geen verblijfsvergunning hebben.
  • D66 wil alternatieven voor Vreemdelingenbewaring, zoals een meldplicht of het ondertekenen van een garantstelling. Vreemdelingenbewaring moet het laatste middel zijn voor mensen die niet willen vertrekken.
  • We zijn tegen strafbaarstelling van illegaliteit. Dit lost geen enkel probleem op en helpt niet bij het vertrek van mensen die hier illegaal verblijven.

Arbeidsmigratie kan essentieel zijn voor de grote opgaven van Nederland, maar kent tegelijkertijd veel misstanden. Deze misstanden zien we vooral bij arbeidsmigranten met laagbetaald werk. Sectoren die intensief gebruik maken van laagbetaalde arbeidsmigranten, zoals de distributiesector of de (glas)tuinbouw, moeten voor deze arbeid een eerlijkere prijs betalen. De negatieve effecten komen nu alleen terecht bij omwonenden en arbeidsmigranten zelf. Dat pakken we aan. Daarnaast zijn er ook mensen nodig in de zogeheten tekortsectoren. Denk aan de bouw, ICT, duurzaamheid en de zorg. Hier zijn arbeidsmigranten essentieel om onze brede welvaart op niveau te houden. Dankzij D66 komt er een speciale commissie die adviseert voor welke tekortberoepen en -sectoren arbeidsmigratie een oplossing kan bieden.

Arbeidsmigratie kan essentieel zijn voor de grote opgaven van Nederland, maar kent tegelijkertijd veel misstanden. Deze misstanden zien we vooral bij arbeidsmigranten met laagbetaald werk. Sectoren die intensief gebruik maken van laagbetaalde arbeidsmigranten, zoals de distributiesector of de (glas)tuinbouw, moeten voor deze arbeid een eerlijkere prijs betalen. De negatieve effecten komen nu alleen terecht bij omwonenden en arbeidsmigranten zelf. Dat pakken we aan.
Daarnaast zijn er ook mensen nodig in de zogeheten tekortsectoren. Denk aan de bouw, ICT, duurzaamheid en de zorg. Hier zijn arbeidsmigranten essentieel om onze brede welvaart op niveau te houden. Dankzij D66 komt er een speciale commissie die adviseert voor welke tekortberoepen en -sectoren arbeidsmigratie een oplossing kan bieden.

In Nederland kiezen we voor hoogwaardige arbeidsmigratie

  • D66 wil uitbreiding van de ‘Blauwe kaart’ naar andere dan alleen de hoogste opleidingsniveaus, zodat meer mensen er gebruik van kunnen maken. Deze kaart is voor mensen van buiten de Europese Unie die hiernaartoe komen om te werken, veelal vakkrachten in tekortsectoren.
  • Nederland blijft binnen de Europese Unie niet meer achter als het gaat om pilots waarbij arbeidsmigranten een tijdelijk visum krijgen. We sluiten ons aan bij de EU-talentpool en leren van de inzet in bijvoorbeeld Duitsland.
  • We helpen arbeidsmigranten bij hun terugkeer met de re-integratie. Hier opgebouwde pensioen- en AOW-rechten worden uitbetaald in de vorm van een lumpsum in het land van herkomst.
  • Tijdelijke arbeidsmigratie van buiten de Europese Unie wordt gekoppeld aan afspraken met de landen waar migranten vandaan komen. Deze brede afspraken gaan over het terugnemen van irreguliere migranten die geen recht hebben op asiel, maar ook over investeringen in onderwijs, economie, handel en mensenrechten.

In Nederland pakken we mistanden gerelateerd aan arbeidsmigratie aan

  • De commissie-Roemer heeft aanbevelingen gedaan om mistanden bij arbeidsmigratie aan te pakken. Daar gaan we sneller mee aan de slag. Daarom komt er een vergunningensysteem voor uitzendbureaus met publiekrechtelijke handhaving door de arbeidsinspectie.
  • Er komt de mogelijkheid om in specifieke sectoren een uitzendverbod in te kunnen voeren. D66 wil dat dit instrument kan worden ingezet indien er geen verbetering zichtbaar is en grote misstanden in specifieke sectoren blijven voortbestaan bij inzet van uitzendkrachten.
  • Bedrijfseffectrapportages worden zowel voor arbeidsmigratie binnen als buiten de Europese Unie verplicht. Dit brengt de sociale effecten van nieuwe bedrijvigheid en de bijbehorende arbeidsmigratie in beeld, bijvoorbeeld op het gebied van woningvraag en sociale voorzieningen.
  • Gemeenten en werkgevers hebben een gezamenlijke rol in het zorgen voor voldoende kwalitatieve huisvesting en faciliteiten voor arbeidsmigranten.
  • Werkgevers gaan bijdragen aan de mogelijkheid van het volgen van een basiscursus Nederlands voor arbeidsmigranten.
  • Werkgevers die zich niet aan de regels houden, mogen geen aanvragen voor werknemers van buiten de Europese Unie meer doen.

We hebben iedereen nodig om leraren voor de klas te houden, de zorg overeind te houden, zonnepanelen te kunnen leggen en industrie te kunnen behouden. Een meer gerichte inzet van arbeidsmigratie, ook binnen de Europese Unie, kan helpen om die tekorten op te lossen. Hierbij horen expliciete keuzes over in welke sectoren arbeidsmigranten nodig en wenselijk zijn (zie ook paragraaf 6.5. Naar een veilig migratiebeleid dat werkt). Sectoren die intensief gebruik maken van laagbetaalde arbeidsmigranten, zoals de distributiesector, slachterijen en de (glas)tuinbouw, en daarmee een grote druk leggen op schaarse voorzieningen en onze (woon)ruimte moeten voor deze arbeid een eerlijkere prijs betalen. De uitwassen van arbeidsmigratie worden steeds zichtbaarder, bijvoorbeeld doordat er steeds meer arbeidsmigranten in steden op straat slapen als zij door hun werkgever op straat zijn gezet. Arbeidsmigratie mag niet worden misbruikt om te concurreren op arbeidsvoorwaarden.

We hebben iedereen nodig om leraren voor de klas te houden, de zorg overeind te houden, zonnepanelen te kunnen leggen en industrie te kunnen behouden. Een meer gerichte inzet van arbeidsmigratie, ook binnen de Europese Unie, kan helpen om die tekorten op te lossen. Hierbij horen expliciete keuzes over in welke sectoren arbeidsmigranten nodig en wenselijk zijn (zie ook paragraaf 6.5. Naar een veilig migratiebeleid dat werkt). Sectoren die intensief gebruik maken van laagbetaalde arbeidsmigranten, zoals de distributiesector, slachterijen en de (glas)tuinbouw, en daarmee een grote druk leggen op schaarse voorzieningen en onze (woon)ruimte moeten voor deze arbeid een eerlijkere prijs betalen. De uitwassen van arbeidsmigratie worden steeds zichtbaarder, bijvoorbeeld doordat er steeds meer arbeidsmigranten in steden op straat slapen als zij door hun werkgever op straat zijn gezet. Arbeidsmigratie mag niet worden misbruikt om te concurreren op arbeidsvoorwaarden. Daarom doet D66 – in lijn met de commissie-Roemer – de volgende voorstellen:

  • D66 wil de positie van grenswerkers versterken. In steden als Maastricht, Nijmegen en Enschede kun je op de fiets vanuit België of Duitsland naar je werk, maar staan regels in de weg. We halen belemmeringen in de fiscaliteit en sociale zekerheid voor werkgever en werknemer weg om grenswerken makkelijker te maken. Zo worden grenseffectenrapportages verplicht voor nieuw beleid, onderzoeken we of het werklandbeginsel verder kan worden versterkt, waardoor mensen recht hebben op sociale voorzieningen in het land waar ze werken, en worden grensinformatiepunten uitgebreid.
  • Op dit moment kunnen arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie voor laagbetaald werk een werkvergunning krijgen in sommige lidstaten. Wat er dan vaak gebeurt is dat een uitzendbureau uit die lidstaat deze arbeidsmigrant ‘uitleent’ in Nederland. Dit is een schijnconstructie en misbruik van het vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie. D66 wil er in Europees verband voor zorgen dat deze route niet langer mogelijk is. De verhoging van het minimumloon helpt daarbij: dat maakt Nederland minder aantrekkelijk voor sectoren die drijven op goedkope arbeid.
  • Om arbeidsmigranten een betere huurpositie te geven, wordt wettelijk vastgelegd dat elk huurcontract voor een arbeidsmigrant een opzegtermijn van minimaal één maand moet hebben en de huurprijs in de tussentijd niet omhoog mag gaan. Dit beschermt arbeidsmigranten tegen het op straat gezet worden als het werk ophoudt.
  • Gemeenten worden extra ondersteund bij de handhaving van wetgeving ter verbetering van de huisvesting van arbeidsmigranten in het kader van de Wet goed verhuurderschap.
  • Er komt een certificeringsysteem voor uitzendbureaus met publiekrechtelijke handhaving door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Naar Duits voorbeeld wil D66 de mogelijkheid om in specifieke sectoren uitzenden helemaal te kunnen verbieden, wanneer misstanden niet voldoende kunnen worden voorkomen met dit certificeringsstelsel. Werknemers moeten dan in dienst zijn, wat leidt tot een minder groot risico op uitbuiting. Hierdoor zal het aantal arbeidsmigranten in deze sectoren waarschijnlijk ook afnemen. We introduceren een arbeidscommissie voor kwetsbare werknemers – een publiek loket – waar werkgevers en werknemers terechtkunnen met vragen over de interpretatie van arbeidswetgeving en bemiddeling bij geschillen hierover. Juist voor arbeidsmigranten is het soms erg lastig om iets aan te kaarten bij hun werkgever. Dit loket vergroot de kans dat werknemers gebruikmaken van hun rechten.
  • Het wetsvoorstel voor betere bescherming tegen mensenhandel wordt doorgezet. De praktijk laat zien dat het moeilijk is om mensenhandel en uitbuiting te bewijzen, daarom passen we de bewijslast aan zodat het makkelijk wordt om daders te straffen. Daarom wordt het artikel over mensenhandel in het wetboek van Strafrecht gemoderniseerd. We zorgen ook dat slachtoffers van mensenhandel voldoende begeleiding krijgen bij het doen van aangifte het weer opbouwen van hun leven.

Op de basisschool en de middelbare school leer je de basis om mee te kunnen doen in de samenleving en om altijd verder te leren. Ieder kind leert daar de basisvaardigheden van lezen, schrijven en rekenen. We hebben daarnaast veel aandacht voor digitale vaardigheden en burgerschap.

Op de basisschool en de middelbare school leer je de basis om mee te kunnen doen in de samenleving en om altijd verder te leren. Ieder kind leert daar de basisvaardigheden van lezen, schrijven en rekenen. We hebben daarnaast veel aandacht voor digitale vaardigheden en burgerschap.

  • We zetten de versterking van de onderwijskwaliteit door. In het onderwijs gebruiken we alleen effectief bewezen lesmethoden.
  • Scholen met meer leerlingen met onderwijsachterstanden hebben een hoger budget. Het geld kunnen zij gebruiken voor verkleining van klassen, extra taal- of bijles of het aannemen van ervaren leraren. Zo verbeteren we de kwaliteit op deze scholen en maken we de scholen aantrekkelijk voor alle leerlingen.
  • Nieuwkomers en laaggeletterden krijgen de kans om in schakelklassen of taalhuizen beter te worden in taal en rekenen. Zo kunnen ook zij meedoen in de samenleving. We kunnen hierbij leren van de ervaringen die we hebben opgedaan met kinderen uit Oekraïne.
  • In Nederland is een groeiend aantal mensen laaggeletterd. Dat mag niet zo zijn. D66 wil het aantal laaggeletterden binnen vijf jaar met de helft terugbrengen. Om laaggeletterdheid aan te pakken, versterken we de kwaliteit van het onderwijs in lezen en schrijven op zowel basis- als middelbare scholen. Ook ligt er een belangrijke rol weggelegd voor bibliotheken en werkgevers.
  • In het hele onderwijs leren kinderen over burgerschap, mensenrechten en het belang niet te discrimineren. Zodat ze, met kennis van ieders rechten en plichten, kunnen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap is onderdeel van de schoolcultuur en krijgt invulling met een doorlopende leerlijn burgerschap van de basisschool tot de middelbare school en het mbo.
  • We verbeteren de invulling van onderwijs in digitale vaardigheden – met aandacht voor kunstmatige intelligentie, programmeren en kritisch denken over privacy en ethiek.
  • Mobiele telefoons zijn deel van ons dagelijks leven, maar brengen in de klas ook grote problemen met zich mee. Om dit tegen te gaan, en op verzoek van veel docenten zelf, volgen we de landelijke afspraken van het ministerie met de sectorpartijen van alle betrokkenen: mobiele telefoons en devices zoals smartwatches en tablets zijn niet toegestaan in de klas, tenzij de leraar besluit ze educatief te gebruiken in de les.

Nieuwkomers in Nederland krijgen dezelfde rechten als alle Nederlanders, maar kunnen die vrijheid soms niet benutten door zware druk van familie of van de staat in het land van oorsprong. Dat mag niet zo zijn. Onze vrijheden en onze veiligheid zijn er voor iedereen die in Nederland woont.

Nieuwkomers in Nederland krijgen dezelfde rechten als alle Nederlanders, maar kunnen die vrijheid soms niet benutten door zware druk van familie of van de staat in het land van oorsprong. Dat mag niet zo zijn. Onze vrijheden en onze veiligheid zijn er voor iedereen die in Nederland woont.

  • We hebben speciale aandacht voor lhbtiq+-personen en de positie van vrouwen binnen migrantengemeenschappen. D66 komt op voor de bescherming van de persoonlijke integriteit, het recht op zelfbeschikking en een leven waarin (nieuwe) Nederlanders hun eigen keuzes kunnen maken.
  • We gaan (culturele) onderdrukking en eergerelateerd geweld tegen. Met name vrouwen die niet inburgerinsgsplichtig zijn én geen uitkering hebben, blijven nu vaak onder de radar. We gaan hen structureel benaderen om ze kennis te laten maken met de mogelijkheden die ze in Nederland hebben. Gezinnen waarin onderdrukking voorkomt, komen sneller onder toezicht te staan.
  • Nederland beschermt nieuwkomers die te maken hebben met intimidatie vanuit hun land van herkomst. Zo nodig krijgen zij hulp om ervoor te zorgen dat andere overheden hen niet meer kunnen benaderen of over hun persoonlijke gegevens beschikken.
  • Lesmateriaal bij door buitenland gefinancierd onderwijs, wordt openbaar. De waarden van de Nederlandse rechtsstaat mogen niet in het gedrang komen, in welk onderwijs dan ook.

De keuze voor een nationaliteit is een vrije keuze. Mensen mogen zelf kiezen of zij een band willen houden met het land van herkomst of die van de ouders. Identiteit is immers niet noodzakelijkerwijs aan een land gebonden. Je voelt je Nederlander, Fries, Rotterdammer, Europeaan – of alles tegelijk.

De keuze voor een nationaliteit is een vrije keuze. Mensen mogen zelf kiezen of zij een band willen houden met het land van herkomst of die van de ouders. Identiteit is immers niet noodzakelijkerwijs aan een land gebonden. Je voelt je Nederlander, Fries, Rotterdammer, Europeaan – of alles tegelijk.

  • We maken het mogelijk om meerdere nationaliteiten te bezitten én om afstand te doen van een tweede of derde nationaliteit.
  • Alle Nederlanders, ook die in het buitenland wonen, mogen meerdere nationaliteiten aannemen. Mensen die nieuw in Nederland zijn en de Nederlandse nationaliteit aanvragen, krijgen ook de mogelijkheid om hun andere nationaliteit te behouden.
  • We versoepelen voorwaarden waarop mensen hun Nederlandse nationaliteit terug kunnen krijgen wanneer ze die zijn kwijtgeraakt. Sommige Nederlanders hebben een tweede nationaliteit die zij niet kunnen opgeven, bijvoorbeeld de Marokkaanse, Syrische of Griekse. Dit kan leiden tot grote problemen. D66 probeert landen ertoe te bewegen mee te werken aan het vrijwillig afstaan van een nationaliteit. Ook stellen we een Nederlands Register Ongewenste Nationaliteit voor, waarin mensen kunnen aangeven afstand te willen doen van hun tweede nationaliteit. Nederland behandelt iedereen die van een tweede nationaliteit af wil alsof zij alleen Nederlander zijn.