Spoed met wet recht op thuiswerken
D66 en GroenLinks komen met een spoedvoorstel om mensen het recht te geven om thuis te werken. Deze wet zou gelden voor mensen die een baan hebben waarbij thuiswerken mogelijk is, zoals geldt voor de meeste kantoorbanen.
27.01.2021
D66-Kamerlid Steven van Weyenberg: ‘De coronacrisis betekende de doorbraak voor het thuiswerken. Het blijkt gewoon heel vaak goed te kunnen. We wilden het recht om thuis te werken al vastleggen, maar de aanhoudende coronacrisis maant ons tot spoed. Thuiswerken is voor veel mensen prettig, sommigen zijn er heel erg klaar mee. Maar het is in deze omstandigheden vooral veilig.’
GroenLinks-kamerlid Paul Smeulders: ‘De meeste werkgevers geven het goede voorbeeld en laten hun werknemers thuiswerken. Toch zijn er te veel werkgevers die hun personeel weer naar kantoor laten komen. Werknemers hebben nu geen recht om voor hun eigen gezondheid en die van hun naasten thuis te werken. Daar recht komt er wat ons betreft zo snel mogelijk.’
Werken waar je wilt
Met de wet ‘werken waar je wilt’ kan je als werknemer zelf aangeven of je een of meerdere dagen thuis of juist op kantoor wil werken. Op dit moment kan een werknemer die thuis wil werken dat slechts aangeven bij de werkgever. Die kan dit nu nog makkelijk afwijzen. Door de voorgestelde wetswijziging van D66 en GroenLinks kunnen werkgevers dit verzoek alleen nog afwijzen als er zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn. Als de spoedwet wordt aangenomen kan een werknemer een verzoek om aanpassing van de werkplek indienen bij de werkgever. Zo kan iemand die normaal vijf dagen op kantoor moet werken, verzoeken een of meerdere dagen thuis te werken.
Spoed is noodzakelijk
Een aanzienlijke groep werkgevers vraagt nog steeds van werknemers op kantoor te werken terwijl thuiswerken een alternatief is. Iedere inspanning om de verspreiding van het coronavirus verder tegen te gaan, hoe groot of klein ook, is waardevol. Dit wetsvoorstel kan hier ook een bijdrage aan leveren. Daarom willen we dit met spoed behandelen.
Verdere verloop
We hebben nu om een spoedadvies gevraagd aan de Raad van State. Als die zijn advies heeft gegeven, kunnen wij dat advies verwerken in de wet. Daarna kunnen de Tweede en de Eerste Kamer zo snel mogelijk de wet behandelen. Als daarover is gestemd, dan wordt deze gepubliceerd in het Staatsblad en kunnen werknemers er gebruik van maken.