Lees voor

Een nieuw plan voor ons voedsel en natuurherstel

De Nederlandse natuur staat er slechter voor dan ooit. Door stikstof, verdroging en versnippering sterven plant- en diersoorten uit en raken het water en de lucht vervuild. De landbouwsector is één van de grootste oorzaken van de slechte staat van de natuur. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat de landbouwsector jaarlijks €7 miljard schade aan de natuur veroorzaakt. Terwijl de landbouw juist zelf ook gebaat is bij een gezonde natuur om voedsel te kunnen produceren. Daarom komt Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot deze week met een plan.

Er is een grote omslag nodig in de landbouw en bij onze voedselproductie. Op enkele partijen na, bestaat hierover ook brede politieke overeenstemming. Het huidige landbouwmodel is niet alleen slecht is voor de natuur, maar ook voor de boer zelf. Ruim een derde van de boeren werkt onder de streep voor minder dan het minimumloon. Vele boeren konden niet mee in de schaalvergroting, waar de overheid met subsidies op koerste, en moesten de afgelopen decennia stoppen met hun bedrijf.

De vraag die rest is: hoe zorg je dan voor een toekomstbestendige landbouw? Met dit plan geeft D66 antwoord op die vraag. Iets dat opeenvolgende landbouwministers de afgelopen jaren niet is gelukt. We stellen een transitie naar kringlooplandbouw voor, waarmee de natuur, de boer én de consument gebaat zijn. In het huidige landbouwmodel zien we dat voedselproductie kunstmatig hoog gehouden wordt met toevoegingen zoals kunstmest, pesticiden en krachtvoer. Aan de andere kant wordt er ook heel veel weggegooid: mest wordt verbrand of geëxporteerd en een derde van al het voedsel dat wordt geproduceerd, wordt vroeg of laat weggegooid.

En we gaan heel inefficiënt om met voedsel: op een derde van de landbouwgrond wordt diervoeder geteeld. Dat voedsel is dus niet voor mensen, maar voor dieren. Maar dieren zijn grote voedselverspillers: er is gemiddeld vijf kilo plantaardig voedsel nodig om één kilo vlees te maken. In kringlooplandbouw gebeurt dat niet meer. Samen met de kracht van de natuur wordt voedsel geproduceerd. Een gezonde bodem staat centraal. De veestapel zal krimpen tot een niveau dat past: we houden net zo veel dieren als we nodig hebben voor de mest en we voeden ze met vers grasland en gezonde voedselresten. Met kringlooplandbouw dragen we flink bij aan natuurherstel.

De omslag naar kringlooplandbouw is complex en vraagt om politieke wil en de juiste sturing met normen en subsidies. D66 stelt hiervoor een Kringloopwet voor. Daarin wordt vastgelegd hoe boeren in een kringloopmodel werken, dus zonder kunstmest, zonder pesticiden en met een focus op het produceren van plantaardig voedsel. We stellen ook een kringloopstandaard voor: producten die aan de eisen van kringlooplandbouw voldoen, krijgen een goede score.

En we stellen een kringloopheffing voor in de keten, dus niet bij de boer. De grote agro-bedrijven in de keten zijn namelijk de sleutel tot de oplossing. Met hun sterke marktposities zijn zij de afzetmarkt voor boeren én de doorgang naar de consument. Nu sturen deze bedrijven nog op laagste kosten, terwijl ze zouden moeten sturen op meeste toegevoegde waarde. Met een heffing op niet-duurzame producten wordt het inkopen van producten die wel duurzaam zijn aantrekkelijker, waarmee de afzetmarkt voor kringloopboeren vergroot. Met de opbrengsten uit de kringloopbijdrage vullen we een grote subsidiepot voor (jonge) boeren die de omslag willen maken. We zorgen ervoor dat zij zich financieel geen zorgen hoeven te maken terwijl zij werken aan een duurzame toekomst van hun bedrijf. Zo werken we samen aan een groene toekomst.