Lees voor

Een Nieuw Europa

Voorstellen voor de wederopstanding van Europa 

Al meer dan 70 jaar brengt Europese integratie ons vrijheid, veiligheid en welvaart. Dankzij de EU werken we samen in plaats van oorlog te voeren, verdienen we een derde van onze welvaart via internationale handel en heeft Nederland een invloedrijke stem op het wereldtoneel. Maar de wereld heeft niet stilgestaan. Oorlog woedt weer op ons continent en op 20 januari 2025 wordt Trump voor de tweede keer geïnstalleerd als president van de VS. 

In aanloop naar zijn inauguratie schetsen Trump en zijn bondgenoot Elon Musk een nog donkerder beeld van Amerika dan in Trumps eerste termijn: steun aan Oekraïne wordt afgebroken, Rusland wordt uitgenodigd voor onderhandelingen, en landen als Groenland, Mexico, Canada en Panama worden geconfronteerd met politieke, economische en militaire dreigementen. De veiligheidsgaranties van de NAVO voor Nederland en andere Europese landen worden onder Trump onzeker. Daarnaast dreigen Amerikaanse sancties tegen Nederland en het Internationaal Strafhof, worden handelstarieven opgetrokken en komt het klimaatakkoord van Parijs in gevaar. Het Amerika dat we kenden als betrouwbare bondgenoot voor de internationale rechtsorde, veiligheid, klimaat en handel verandert in een onvoorspelbare partner, gedreven door eigenbelang.

Europa kan en moet nu de verantwoordelijkheid voor zijn eigen toekomst omarmen. Laat de inauguratie van Trump het startsein zijn voor een hernieuwde Europese ambitie: voor democratische daadkracht, voor een steeds hechtere unie, voor een nieuw hoofdstuk in de politieke eenwording van ons continent. We kunnen ons de luxe van kleine stapjes niet meer veroorloven. Europa heeft nu de moed nodig om zichzelf te versterken, met een echte Europese krijgsmacht, een slagvaardige Europese democratie en een krachtige economie die de fakkel van Amerika overneemt als voorvechter van duurzame en innovatieve groei door eerlijke wereldhandel. Als Europa niet snel zijn koers bepaalt, dreigt het verdeeld en besluiteloos te blijven, een speelbal tussen de VS en China. Het is van essentieel belang voor Nederland en voor Europa dat we de ruimte die Trump zal achterlaten opvullen. We willen tegenwicht bieden aan de groeiende invloed van landen als China, Rusland en Iran. Europa moet zich niet langer zo bescheiden opstellen en zich eindelijk groot en sterk maken om onze vrijheid, normen en waarden te beschermen.

Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Europa altijd op de VS vertrouwd voor veiligheid en economische groei. Maar in het tijdperk Trump zullen we daar niet op kunnen rekenen. Het is tijd dat Europa zelf groot wordt en een stevige positie inneemt op het wereldtoneel. Het is tijd voor een Nieuw Europa! Een Europa van kracht door eenheid, van groei door integratie, van vrijheid door verbondenheid. We bouwen het nieuwe Europa op een fundament van oude waarden: vrijheid en vrede, democratie en mensenrechten, solidariteit en gelijkheid.

Een veilige EU Sinds de Russische invasie van Oekraïne is oorlog terug op het Europese continent. De invasie heeft ons laten zien dat veiligheid en vrede geen vanzelfsprekendheden zijn, maar een opdracht voor ons allemaal. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn de Verenigde Staten onze bondgenoot in de strijd voor een democratische en veilige wereld. Met het aantreden van Trump is de boodschap van de VS richting zijn NAVO-partners: Europa moet zijn eigen boontjes doppen. Alleen een verenigd Europa, als serieuze pijler binnen de NAVO, kan zijn eigen veiligheid waarborgen.  Een Europa dat nu al drie keer meer uitgeeft aan defensie dan Rusland, moet zich kunnen verdedigen tegen deze agressieve buur zonder altijd maar te wachten op steun uit Washington. Een veilig Europa en een veilige wereld maken we samen, maar dat lukt alleen met een verantwoordelijk, sterk en verenigd Europa. 

Een militair verenigd Europa 

Verdeeldheid is één van Europa’s grootste vijanden wanneer het gaat om de bescherming van onze veiligheid en vrijheid tegen Rusland en andere dreigingen. Nu de veiligheidsgaranties uit de VS onder Trump niet meer zullen zijn wat ze ooit waren, is het aan Europa om onze veiligheid en vrijheid in eigen handen te nemen. Een veilig Europa vraagt om meer gezamenlijke investeringen. Daarom willen we minimaal 3% van het Europees BBP investeren in veiligheid en defensie. Niet door allemaal los te investeren in tientallen verschillende soorten tanks, fregatten en gevechtsvliegtuigen, maar door op Europees niveau gezamenlijk te investeren in onze veiligheid en defensie. Iedere euro die vanaf nu extra naar defensie gaat moet gaan naar de opbouw van een Europese krijgsmacht. Nu zijn gezamenlijke defensie-uitgaven op Europees niveau nog maar zeer beperkt mogelijk. In het huidige EU-budget staat ongeveer 400 miljard euro opgenomen voor landbouw en maar 15 miljard euro voor onze veiligheid. D66 wil dan ook Europese financiering voor defensie-uitgaven. Dat betekent minder geld voor landbouwsubsidies en meer Europees geld voor veiligheid zoals bijvoorbeeld voor Europese luchtverdediging en verdediging tegen cyberaanvallen. Zo betalen we voor Europese veiligheid op Europees niveau.

De NAVO is de ruggengraat van onze veiligheid, maar zonder een Europees kloppend hart is Europa geen baas over haar eigen veiligheid. We hebben als Europa laten zien dat we gezamenlijk op missie kunnen ver buiten de grenzen van ons continent, maar met Trump aan het roer is het belangrijker dan ooit dat we ook ons eigen grondgebied kunnen verdedigen. Op dit moment missen de EU-NAVO-landen cruciale capaciteiten om onze eigen grenzen te verdedigen. Daarom wil D66 een Europese krijgsmacht ter verdediging van Europees grondgebied en buitengrenzen. Zodat EU-militairen niet alleen ver buiten onze grenzen veiligheid en democratie kunnen verdedigen, maar dat de EU ook thuis onze veiligheid en onze vrede kan waarborgen.

Eén Europese defensie-industrie 

Oekraïense frontsoldaten ontvingen meer dan 30 merken NAVO-120 millimeter standaardmunitie. Maar om Finse granaten uit Italiaanse mortieren te schieten, moesten ze eerst zelf met een slijptol aan de slag om ze passend te maken. Het is een pijnlijk voorbeeld van de verdeeldheid binnen de Europese defensie-industrie. In een tijd waarin er weer oorlog is op ons continent, kunnen we ons dit niet veroorloven. Van de tien grootste defensiebedrijven komt er niet één uit Europa. En van de 100 grootste bedrijven zijn dat er slechts 20. Een schamele 18% van de Europese defensie-uitgaven worden gezamenlijk gedaan (ver onder het huidige doel van 35%). We kunnen dus veel meer militaire kracht voor ons geld krijgen door gezamenlijk en Europees in te kopen. D66 wil in 2030 minstens de helft van onze productie én inkoop gezamenlijk doen. Zo geven we de Europese defensie-industrie het perspectief om volop te investeren in onze Europese veiligheid. Gezamenlijk onze veiligheid waarborgen zou ons daarnaast 75 miljard euro besparen. Geld dat we goed kunnen herinvesteren in onze industrie en onze veiligheid.

Een EU die vooroploopt in de strijd tegen Rusland 

Oekraïners vechten al meer dan tien jaar voor hun vrijheid, en sinds 2014 is het conflict steeds zichtbaarder, vooral na de het neerschieten van vlucht MH17, waarbij ook 196 Nederlanders slachtoffers werden van de Russische agressie. De Russische agressie bedreigt niet alleen Oekraïne, maar ook onze veiligheid, en als Poetin niet gestopt wordt, komt hij dichterbij. In de Baltische staten wordt de Russische dreiging iedere dag doorleefd. Zij zijn bang het volgende slachtoffer van Poetin te worden. De VS en EU hebben Oekraïne gesteund, maar de steun van de VS onder Trump is onzeker, wat de veiligheid van Europa in gevaar brengt. De EU moet nu in actie komen, met name door de bevroren Russische tegoeden van bijna 300 miljard euro beschikbaar te stellen voor Oekraïne. Dit geld kan worden gebruikt voor het defensiematerieel en de humanitaire hulp die Oekraïne nodig heeft.

De EU als ruimtemacht 

Met het Europees Ruimteagentschap (ESA) heeft de EU laten zien dat ze op het hoogste niveau mee kan doen in de ruimtevaart. Denk aan Galileo (satellietnavigatie), Copernicus (aardobservatie) en Ariane (draagraketten). Toch blijft het budget van ESA, met slechts $13 miljard per jaar, ver achter bij NASA’s $73 miljard, en ook China haalt Europa in op ruimtevaartgebied. Waar ESA eerder school maakte met de Ariane, zijn we nu afhankelijk van de raketten van SpaceX van Elon Musk. Met technologieën zoals Starlink hebben Elon Musk en Trump een machtig middel in handen waarmee Musk al inzet van Oekraïense drones heeft belemmerd. 

Laat de EU nu een been bijtrekken en meer investeren in ruimtevaart en ESA en zich als doel stellen om snel een eigen bemenste ruimtevaartmissie te lanceren, onafhankelijk van andere landen. We gaan werken aan een echte Single European space market. Dat betekent gezamenlijke standaarden, gezamenlijke investeringen en het wegnemen van grenzen bij investeringen in de ruimtevaartindustrie. Zo staat niet langer centraal ‘Welk land heeft wat ingebracht?’, maar in plaats daarvan ‘Hoe bouwen we aan de toekomst van de EU in de ruimte?’ en ‘Hoe krijgen we de meeste innovatie voor iedere euro die we investeren in Europese ruimtevaart?’.

De toekomst van ruimtevaart heeft direct invloed op onze veiligheid. Dit werd al duidelijk bij het gebruik van Starlink voor de verdediging tegen de Russische invasie in Oekraïne. Naast de luchtmacht, de landmacht en de marine is er daarom noodzaak voor een Europees krijgsmachtonderdeel dat zich bezig gaat houden met onze veiligheid vanuit de ruimte. Daarom pleiten wij (naar Amerikaans voorbeeld) naast ESA voor een Europese ruimtemacht die de veiligheid en weerbaarheid van de EU vanuit de ruimte beschermt. Zo investeren we in de gezamenlijke militaire capaciteiten van de toekomst en ondersteunen we optimaal de mannen en vrouwen die bij defensie werken in hun belangrijke werk.

Een economisch sterke EU Europa dankt zijn welvaart aan zijn sterke economie. Maar waar de Europese Unie voorheen een economische supermacht was, blijft onze groei nu achter bij China en de VS. Het aantrekkelijke ondernemingsklimaat in de VS – met ruime publieke en ruime private financieringsmogelijkheden – zorgt ervoor dat Europese (tech)start-ups zich vaak daar vestigen of snel laten opkopen door Amerikaanse bedrijven. Drie van de tien Europese start-ups die opschaalt naar een miljardenomzet, verlaat de EU. De cijfers onderschrijven dat Europa de race om tech aan het verliezen is: van de vijftig grootste techbedrijven wereldwijd, komen er slechts vier uit Europa¹.

Ook China ligt voor op de EU. Twintig jaar geleden had China een voorsprong in slechts drie van de 64 leidende technologieën. In 2023 hadden ze in 57 technologieën een voorsprong. Daar de lage productiekosten wordt nu 35% van de wereldwijde industriegoederen in China gemaakt. Het land is wereldleider in de productie van onder andere zonnepanelen, (elektrische) auto’s en staal. Allemaal essentiële producten voor een welvarende toekomst in Europa, maar waarvoor we nu volledig afhankelijk zijn van andere – onbetrouwbare – regimes. Andersom is Europa slechts in enkele cruciale industriëen leidend, met voorop de litographiemachines van ASML en de vliegtuigen van Airbus. De positie van Europa als welvarend continent is niet vanzelfsprekend, maar moet bevochten worden. Stagnerende groei is een existentiële bedreiging. We gaan aan de slag voor betere Europese financiering voor ondernemers, industriepolitiek en een talententrek. 

Europese financiering voor ondernemers

In de VS en Canada is drie keer meer privaat durfkapitaal beschikbaar dan in Europa, en investeerders nemen daar meer risico’s: ze verkiezen investeren in potentieel succesvolle bedrijven boven het vermijden van verlies. Het goede financieringsklimaat werkt als een sneeuwbal, dat nog meer kapitaal aantrekt. Europese banken en pensioenfondsen investeren daardoor jaarlijks 300 miljard euro in de VS, terwijl Europa dit geld hard nodig heeft. Daarnaast liggen in Europa biljoenen aan spaargeld te verstoffen. Geld dat een geweldige kans is voor onze Europese industrie.

Europees spaargeld wordt niet ingezet waar het het meest effectief is. Anders dan Amerikanen kiezen Europeanen veel vaker om hun geld cash te bewaren of op hun bankrekening in plaats van het te investeren. Dat zijn miljarden die Europese innovatieve bedrijven goed zouden kunnen gebruiken. Mogelijkheden in Europa om als spaarder te beleggen en te investeren zijn 60% duurder dan in de Verenigde Staten en regels en belastingen verschillen per lidstaat. Als we wereldwijd willen concurreren, moeten we de volle kracht van de Europese markt inzetten. Het is hoog tijd om de Spaar- en Investeringsunie te voltooien. Spaarders verdienen een eenvoudige en zekere manier om meer rendement op hun spaargeld te behalen. Een EU-brede spaarnorm met transparante, betaalbare mogelijkheden om te beleggen/investeren en geharmoniseerde belastingvoordelen moeten voor spaarders het verschil gaan maken. Als we er op die manier voor zorgen dat Europeanen naar rato van Amerikanen investeren, komt €8 biljoen extra beschikbaar.

Door gebrekkige afstemming van regels investeren Europeanen vooral binnen hun eigen land. Daarom wil D66 Harmonisatie van Europese financieringsregels om grensoverschrijdend investeren in de EU te vereenvoudigen (naar voorbeeld van het mededingingstoezicht). Zo kan een Nederlander investeren in zonne-energie in Spanje en kan een Italiaan investeren in de circulaire toekomst van Nederland zonder dat ieder land zijn eigen regels heeft voor het doen van investeringen. Investeren in de toekomst vraagt ook om moed en durf. De successen en innovaties van de toekomst vragen vandaag al om forse investeringen. Europese pensioenfondsen investeren slechts 0,01% in durfkapitaal. Een gemiste kans voor onze innovatieve industrie. Daarmee laten we in Europa kansen liggen voor een duurzame en innovatieve toekomst. Investeren in durfkapitaal is risicovol voor pensioenfondsen banken, maar is onmisbaar om Europa het thuis te laten zijn van de innovaties van de toekomst. Daarom wil D66 dat de Europese Investeringsbank risico’s moet gaan delen en innovatie zowel via aandelen als schulden gaat ondersteunen. Dit zou banken en pensioenfondsen maximaal in staat stellen om geld vrij te maken voor de innovatieve toekomst van de Europese industrie.

Europese industriepolitiek

De Europese Unie kent vele voordelen, en één daarvan is dat landen niet alles zelf hoeven te doen. Willen we dat Europa mee kan doen met de VS en China, dan moeten we er ook voor zorgen dat we groot gaan denken. Dat betekent onder andere dat binnengrenzen naar de achtergrond verdwijnen als het gaat om onze industrie en bedrijfsleven, zodat we bedrijven en sectoren creëren die kunnen concurreren met de rest van de wereld. Alle Europese lidstaten voeren nu nog hun eigen industriepolitiek. Hierdoor lopen we het risico dat we te veel van de ene, en te weinig van de andere industrie overhouden in Europa. Europese leiders moeten na het rapport van Draghi naar de tekentafel en met een nieuwe blauwdruk komen voor een competitieve, duurzame en circulaire Europese industrie. De grootste uitdaging ligt niet in de inhoud, maar in het feit dat Europese landen over hun eigen schaduw heen moeten springen.

Europa staat aan de vooravond van het vaststellen van de nieuwe Europese begroting. Dit is de kans om de Europese prioriteiten te verleggen. We moeten realistisch zijn over wat nodig is: een veel grotere Europese begroting die de drijfveer vormt voor investeringen in ons verdienvermogen en onze veiligheid. Europese lidstaten staren zich blind op sommetjes van hun eigen afdrachten en ontvangsten en zien daarom niet de economische en geopolitieke noodzaak van een sterke Europese begroting. We moeten af van het systeem van afdrachten en naar Europese eigen inkomsten. Daarmee geven we dan niet langer gigasubsidies aan de gevestigde belangen in de intensieve landbouw, maar betalen we meer investeringen in de groene industrie van de toekomst.

Investeren in onze industrie en onze toekomst vraagt om meer investeringen in onderzoek en innovatie. Daarom hebben we samen afgesproken dat Europese landen 3% van hun bbp investeren in onderzoek en innovatie (‘de Lissabonnorm’). Voor 2% daarvan wordt gekeken naar onze innovatieve bedrijven, en 1% vanuit de lidstaten. Deze norm wordt niet gehaald. Europa moet de touwtjes strakker aantrekken en consequenties verbinden aan het niet halen van deze norm, zodat onze industrie en bedrijvigheid kunnen leunen op de nieuwste innovaties.

Europa als voorvechter voor vrijhandel 

Een derde van al het geld dat we als Nederland verdienen, verdienen we dankzij internationale handel. Trump heeft al voor zijn aantreden laten weten dat internationale handel gebruikt zal worden voor zijn “America first” beleid. Dat kan iedere Nederlander jaarlijks tot wel 500 euro gaan kosten. Waar Trump dreigt met torenhoge tarieven voor handel vanuit onder andere de EU, Canada en Mexico, moet de EU de stap naar voren zetten als voorvechter voor vrijhandel in de wereld. Wat D66 betreft wordt de EU wereldkampioen vrijhandel door sluiten van handelsakkoorden. Het tekenen van het EU-Mercosur verdrag eind 2024 was een belangrijke eerste stap en alle lidstaten en het Europees Parlement moeten dit zo snel mogelijk omarmen.

Tegelijkertijd is het zaak dat de EU snel aan de slag gaat met het sluiten van handelsakkoorden met onder andere Australië en India. Zo geeft de EU ook een hernieuwde impuls aan een wereld waar Trump radicaal afscheid van wil nemen, maar die essentieel is voor Europa’s succes en overleving. Een wereld waarin vertrouwen, samenwerking en wederzijdse afhankelijkheid leiden tot grotere welvaart en vrede voor iedereen. Een wereld waarin internationale instituties kunnen floreren en de kracht van het recht het wint van het recht van de sterkste. 

Europese talententrek

Europa vergrijst en heeft dringend meer talent nodig voor essentiële ontwikkelingen zoals het versterken van het stroomnet, het plaatsen van zonnepanelen en innovaties in de zorg en chiptechnologie. Maar ook in andere sectoren, zoals de zorg, zijn veel extra mensen nodig die we hier niet hebben. Europa moet beseffen dat het benodigde talent niet alleen binnen de EU te vinden en moet actief deelnemen aan de wereldwijde strijd om talent. Het tijdperk Trump biedt kansen voor de Europese talententrek omdat er technici zullen zijn die de anti-immigratiepolitiek en groene desinteresse van de nieuwe president niet zullen accepteren. Europa moet zich profileren als aantrekkelijker alternatief.

Daarom wil D66 de Europese deuren openen voor vakmensen in tekortsectoren van over de hele wereld. Dat doen we door de Europese ‘Blauwe kaart’ uit te breiden naar alle opleidingsniveaus voor vakmensen, zodat er meer mensen gebruik van kunnen maken. Deze kaart is bedoeld voor vakmensen van buiten de Europese Unie die hiernaartoe komen om te komen werken in de tekortsectoren zoals de zorg en techniek. Nationale programma’s die hierop lijken, worden zoveel mogelijk geharmoniseerd.

Ook wil D66 partnershipdeals met landen buiten de Europese Unie. Werknemers krijgen een visum voor 3 jaar om in de Unie te werken. De kennis en ervaring die ze hier opdoen, kunnen ze inzetten in hun land van herkomst wanneer ze teruggaan. Met deze tijdelijke migratie vullen we tekorten in Europa aan en werken we mee aan een duurzame toekomst voor het land van herkomst.

Een slagvaardige EU Met Trump aan het roer in de Verenigde Staten zal de VS steeds vaker keuzes maken op het internationale toneel die niet in het belang zijn van Europa. In een tijd van ‘America First’ moeten wij durven kiezen voor ‘Europa eerst’. Dat vraagt niet alleen om heldere Europese waarden en nieuwe beleidskeuzes, maar ook om slagvaardige besluitvorming. Een Europa dat zich steeds aanpast aan de wensen van Viktor Orbán is een Europa dat verlamd raakt in een tijd die schreeuwt om een duidelijke en daadkrachtige wereldspeler. Mensen moeten kunnen rekenen op krachtig en eerlijk bestuur dat zijn oren te luister legt, maar niet zijn oren laat hangen. Daarom werken wij aan een federaal Europa, een steeds hechtere unie van staten en burgers die werkt als een Europese democratie.

Een EU zonder vetorecht 

Sancties tegen het Rusland van Poetin, sancties voor een steeds autocratischer wordend Georgië of meer steun aan Oekraïne: beslissingen hierover in de EU kunnen nu worden tegengehouden door slechts één lidstaat. Landen als Hongarije gijzelen de rest van de EU met hun vetorecht, vaak om deals voor hun eigen land binnen te slepen. Dit vetorecht maakt Europa tandeloos en onnodig traag in een wereld die vraagt om snelle en duidelijke actie. Daarom wil D66 het vetorecht afschaffen, ook voor besluiten over buitenlands beleid, belastingzaken, veiligheid en defensie. Beslissingen worden voortaan genomen met een gekwalificeerde meerderheid (55 procent van de lidstaten die samen minimaal 65 procent van de bevolking vertegenwoordigen). Het Europees Parlement zal vervolgens de democratische controle uitvoeren. Zo wordt de Europese Unie slagvaardiger wanneer het erop aankomt.

Een EU waar afspraken worden nagekomen 

Als EU maken we diverse afspraken over hoe de toekomst eruit moet zien: klimaatneutraal, schone lucht en een sterke rechtsstaat. Om onze rechtsstaat te beschermen, hebben we op EU-niveau afgesproken dat EU-geld richting een lidstaat kan worden stopgezet wanneer een land niet voldoet aan de rechtsstaatprincipes. Denk bijvoorbeeld aan de Orbánregering in Hongarije, die kritische journalisten laat ontslaan, de vrijheid van de media structureel inperkt en waar de noodzakelijke maatregelen tegen corruptie en fraude uitblijven. Afspraak is afspraak; daarom wil D66 de Europese geldkraan dichtdraaien wanneer landen niet voldoen aan de klimaatdoelen en andere Europese afspraken. Bij een verdragsherziening wil D66 daarnaast een duidelijk sanctieraamwerk voor lidstaten die herhaaldelijk de gemeenschappelijke waarden in de EU-verdragen schenden. Daarbij moet ook overwogen worden om een lidstaat over te slaan bij het roulerende voorzitterschap van de Raad van de EU.

Een duidelijk EU-perspectief voor kandidaat-lidstaten 

Veel landen werken nog elke dag hard aan hun droom om lid te worden van de Europese Unie. Tegelijkertijd heeft Rusland herhaaldelijk aangetoond niet terug te deinzen voor het direct beïnvloeden van verkiezingen in deze landen. Denk bijvoorbeeld aan de (presidents)verkiezingen in Moldavië en Georgië, die werden gekenmerkt door intimidatie, de verspreiding van online nepnieuws en het kopen van stemmen.

De EU moet deze landen, maar vooral hun inwoners, een duidelijk perspectief bieden: ook zij behoren tot de Europese familie. Daarom pleit D66 voor de introductie van een ‘EU-waarnemersstatus’ voor kandidaat-lidstaten. Zo raken deze landen al vroegtijdig vertrouwd met de manier waarop de EU-beslissingen neemt, terwijl we hen een concreet perspectief op volwaardig EU-lidmaatschap bieden. Op deze manier versterken we onze banden met bijvoorbeeld de Westelijke Balkan en voorkomen we dat landen in de invloedssfeer van Rusland of China terechtkomen. Dit draagt bij aan een sterker, democratischer en veiliger Europa. Dit betekent niet dat wij afdoen aan de Kopenhagen-criteria. D66 is ervan overtuigd dat een land pas lid kan worden als het aan alle gestelde voorwaarden voldoet.

¹ https://commission.europa.eu/topics/strengthening-european-competitiveness/eu-competitiveness-looking-ahead_en